Gorilla (grootste nog levende aap)
Gorilla’s (Gorilla) zijn de grootste nog levende apen. Ze zijn één van de vier soorten die behoren tot de mensapen. Gorilla’s zijn planteneters en alleen te vinden in het westen en centraal-oost Afrika. In het wild kunnen ze 35 jaar worden en in gevangenschap zijn leeftijden van 50 jaar te behalen.
Lichaam
Een gorilla is een zwaar dier. In het wild wegen ze zo’n 175 kilo. Dat gewicht kan in gevangenschap oplopen tot maximaal 310 kilo. Groot zijn gorilla’s ook: staand zijn ze 2 meter lang. Een gorilla heeft sterke, gespierde armen. Die gebruikt hij vooral om takken te buigen zodat hij van de bladeren kan eten. Daarom hebben gorilla’s veel grotere kiezen en kaakspieren dan andere apen; ze moeten tenslotte die bladeren kunnen fijnmalen. De vacht van een gorilla is bij de geboorte zwart. De mannetjes krijgen na een tijdje een zilverachtige kleur op hun rug. Dan is er ook nog een verschil in de kleur vacht tussen beide soorten: de westelijk Afrikaanse gorilla’s krijgen vaak een bruinige gloed op hun vacht. De gorilla’s uit het oosten daarentegen, zijn een stuk donkerder. Vergeleken met andere apen, zoals de chimpansee, hebben gorilla’s kleine oren, maar grotere neusvleugels. Daarnaast hebben de mannetjes een grote bult op hun kop zitten.
Soorten Gorilla's
Er zijn twee soorten gorilla’s, namelijk:
- Westelijke gorilla (Gorilla gorilla). Deze gorilla wordt ook wel de westelijke laaglandgorilla genoemd. Hij leeft o.a. in de wouden in Kongo en Kameroen. Van deze soort zijn er nog ruim 100.000 over.
- Oostelijke gorilla (Gorilla beringei). Andere namen voor deze gorilla zijn: oostelijke laaglandgorilla en berggorilla. Van de oostelijke laaglandgorilla zijn er naar schatting nog 10.000 over en ze leven in Oost-Zaïre, op een afstand van ca. 1000 kilometer van de westelijke (laagland)gorilla. In de bergen bij Uganda en Rwanda leeft nog een zeer kleine groep berggorilla’s. Naar schatting zijn het er 650.
Voedsel
Een gorilla is een planteneter. Het voedsel van dit dier is behoorlijk gevariëerd. Hij eet voornamelijk bladeren, maar ook stengels, schors, wortels en soms ook vruchten. Vanwege zijn zware gewicht blijft een gorilla liever op de grond. Het is daardoor moeilijk om vruchten te plukken die hoog in de bomen hangen.
Leefgemeenschap van de Gorilla
Na een draagtijd van zo’n negen maanden, bevalt het vrouwtje van haar jong. Bij de geboorte weegt een gorilla ongeveer 2 kilo. Het jong blijft zo’n drie jaar bij zijn moeder voordat hij goed genoeg voor zichzelf kan zorgen en de groep verlaat. Zowel vader als moeder besteden veel tijd aan het opvoeden van hun jongen. Vader zorgt goed voor zijn vrouwen en jongen. Hij speelt bijvoorbeeld met zijn kinderen en leert ze dingen. Na verloop van tijd krijgen de mannetjes een zilvere kleur op hun vacht. Op dat moment, zo’n drie jaar na de geboorte, verlaten zij de groep. Voor de vrouwtjes is de tijd dan ook aangebroken om voor zichzelf te gaan zorgen.
Gorilla’s leven samen in groepen van vijf tot tien dieren: één volwassen man, een stuk of drie vrouwtjes en hun kinderen. Ze blijven ongeveer de hele dag samen en eten ook gezamelijk. In de groep is de man de baas: hij is bijna twee keer zo groot en heeft een behaarde, zilverkleurige rug. Hij wordt dan ook zilverrug genoemd. Het mannetje beschermd zijn groep tegen roofdieren. Door zich groot te maken, op zijn borst te slaan, te brullen, of wat takken te rukken, verjaagd hij de indringers.
Omgeving
Gorilla’s zijn geen trekkers, maar blijven meestal op een vaste plaats. Ze zitten het liefst op de grond op een open plek in het bos te eten; ze zijn geen liefhebber van hele dichte bossen. Gorilla’s geven hun voorkeur aan bergbossen of aan een akker in het bos waar ze kunnen eten. Hierdoor zijn ze echter niet geliefd bij de plaatselijke bevolking.
Vrienden en vijanden
De grootste vijand van de gorilla is de mens. Door de toenemende bevolkingsgroei worden grote delen regenwoud gekapt om landbouw te creëeren. Voor de houthandel is het noodzakelijk om goede wegen aan te leggen om al dat hout te vervoeren. Op die manier trekt de mens steeds verder het regenwoud in, en wordt het leefgebied van de gorilla steeds kleiner.
Het kappen van het regenwoud is niet het enige probleem. Gorilla’s worden ook gedood vanwege hun vlees. ‘Bushmeat’ (letterlijk: vlees uit het bos’) zoals het vlees wordt genoemd, waaronder het vlees van de gorilla, maar ook van andere dieren uit het regenwoud, wordt veel verkocht in Afrikaanse steden.
Bedreiging en bescherming
De gorilla wordt met uitsterven bedreigd en daarom ook beschermd. Het Wereld natuur Fonds (WNF) traint bijvoorbeeld parkwachters en werkt plannen uit om toeristen naar de gorilla’s te laten op een zodanige manier dat ze de dieren niet verstoren. Ook wordt gesproken met de plaatselijke bevolking en worden de plannen aan hen voorgelegd.
In dierentuinen leven ook behoorlijk wat gorilla’s. Deze komen echter niet uit het wild. Via een fokprogramma dat sinds 1988 in Europa actief is, worden bijvoorbeeld gorilla’s geruild of gegevens gewisseld. Op die manier kunnen gevariëerde groepen ontstaan en kunnen nakomelingen worden verwekt.