Voeding bij paarden: calcium fosfor verhouding (Ca-P)
In Nederland bestaat het rantsoen voor paarden vaak uit hooi of voordroog met een commerciële brok of muesli. Doordat hooi al een behoorlijk perfecte calcium fosfor verhouding (Ca-P verhouding) heeft en deze verhouding bij commerciële krachtvoersoorten over het algemeen rechtgetrokken is, hebben de meeste mensen dus niet te maken met de Ca-P verhouding. Maar wat nu als je extra's gaat toevoegen? Zemelen, haver, bietenpulp, luzerne. Deze producten hebben een scheve Ca-P verhouding en daar moet dan aan gecorrigeerd worden om het voer zo optimaal mogelijk te houden.Bij het basisrantsoen van hooi en biks is het niet aan de orde. Maar de meeste paardenmensen hebben wel eens gehoord dat sommige producten een scheve verhouding hebben. Dat het met het calcium en fosfor te maken heeft, is soms ook nog bekend, maar dan lopen de meesten vast. Want wat is er nu precies aan die calcium fosfor verhouding?
Gewenste Ca-P verhouding in het voer van het paard
Afhankelijk van welke literatuur erop nageslagen wordt, ligt de ideale Ca-P verhouding tussen de 1.5-2.5:1. Dit betekent dat voor iedere 1.5 tot 2.5 gram calcium die in het rantsoen van het paard zit, er 1 gram fosfor gevoerd moet worden. Als ideale Ca-P verhouding gebruik ik 2:1. Niet alleen omdat dit het gemiddelde is van wat de literatuur aangeeft als ideaal, maar ook omdat dit makkelijker te onthouden is en makkelijker mee te rekenen valt.Naast de ideale Ca-P verhouding is er dus nog wel wat marge. In de loop der jaren ben ik tot de volgende marges gekomen:
- De marge "excellent": dit is 1.5-2.5:1 Ca-P
- De marge "acceptabel": 1.2-5:1 Ca-P (hierbij heeft een enkel paard al wel wat klachten, maar hebben de meeste paarden geen problemen)
- De marge "minimaal": 1-7:1 Ca-P (dit wordt in de literatuur als boven- en ondergrens aangehouden. Een redelijk deel van de paarden hebben bij de grenzen van deze marge vagere klachten, maar ze worden er over het algemeen niet echt ziek van).
Voer met een relatief hoog calciumgehalte t.o.v. fosfor
Over het algemeen zijn dit de ruwvoeren, met uitzondering van weidehooi (gemiddeld weidehooi is 1,7:1; dit is gewoon hooi). Hieronder vallen luzerne, bietenpulp, haverstro en graszaadhooi.Product | Ca (g/kg) | P (g/kg) | Ca-P verh. |
---|---|---|---|
Weidehooi | 5.8 | 3.5 | 1.7 |
Graszaadhooi | 5.8 | 1.6 | 3.6 |
Haverstro | 2.6 | 1.0 | 2.6 |
Bietenpulp | 7.0 | 1.0 | 7.0 |
Luzerne | 16 | 3 | 5.3 |
Graszaadhooi wordt vaak in plaats van weidehooi gevoerd. En voor een hoop paarden gaat dit ook goed, doordat het in de marge acceptabel valt. Maar er zijn paarden waarbij dit niet goed gaat. Hierbij kan dan met fosforrijke producten gecorrigeerd worden, maar ook kan besloten worden om maar een deel van het weidehooi te vervangen voor graszaadhooi. Door 7kg hooi te voeren met 3kg graszaadhooi, zit het nog wel in de excellente marge. Toch krijgt het paard dan al minder kcal binnen.
Voer met een relatief hoog fosforgehalte
Dit zijn de krachtvoersoorten. In biks of muesli is hiervoor al met voederkalk gecorrigeerd, maar als er losse grondstoffen voert, dan moet hier in het rantsoen rekening gehouden mee worden. Als er naar de excellente marge gekeken wordt in combinatie met weidehooi, dan is er maar relatief weinig speling aan de kant van het fosfor. Er hoeft maar weinig fosforrijk voer gevoerd te worden om te wisselen van de excellente marge naar de acceptabele marge. Als er veel gerst gevoerd wordt zonder dit te corrigeren kan het zelfs onder de minimale marge schieten. Dan kunnen broze botten en extreem grote hoofden het gevolg zijn, molenpaarden hadden hier in het verleden vaak last van, doordat zij voornamelijk zemelen gevoerd werden.Product | Ca (g/kg) | P (g/kg) | Ca-P verh. |
---|---|---|---|
Weidehooi | 5.8 | 3.5 | 1.7 |
Tarwezemelen | 1.5 | 12.1 | 0.12 |
Haver | 1.2 | 3.4 | 0.35 |
Mais | 0.2 | 1.8 | 0.11 |
Gerst | 0.5 | 3.8 | 0.13 |
Lijnzaad | 2.6 | 6.4 | 0.41 |