De zadeljakhals
De jakhals is een hondachtige die er voor de meeste mensen mooi uitziet. Zijn kop lijkt een beetje op die van een vos. De meest voorkomende variant heeft een grote zwarte of zilveren vlek op zijn rug en wordt zadeljakhals genoemd. Die helemaal uitloopt naar zijn dikke staart. Zijn schouderhoogte is 40 centimeter en hij weegt tussen de 6 en 10 kilogram. De jakhals is grotendeels een nachtdier maar je kunt hem ook vaak zien bij de schemering. Soms, op bewolkte dagen wil de jakhals ook wel eens overdag actief zijn. De jakhals is het best te vinden in vlakke, droge gebieden.
Let op! Dit artikel is geschreven vanuit de persoonlijke visie van de auteur en bevat mogelijk informatie die niet wetenschappelijk onderbouwd is en/of aansluit bij de algemene zienswijze.Verspreidingsgebied jakhalzen /
Bron: WikimediaInhoud:
Naamgeving jakhals
De
Latijnse naam van jakhals
Canis mesomelas. In het Engels heet hij jackal. Het is handig om de Engelse naam te weten als je in Afrika bent, want hier is de voertaal van de gidsen Engels, hoewel men uiteraard in Zuid-Afrika ook
Afrikaans, zustertaal van het Nederlands spreekt. De naam komt uit het Sanskriet, een oeroude Indische taal waar de jakhals ook voorkwam. In het Sanskriet wordt het srgala genoemd wat ´die huilt´ betekent. Via het Turks (cakal) en het Frans(chacal) kwam het woord in
het Nederlands terecht. In het Duits wordt het Schakal genoemd en in het Engels Jackal. Het Nederlands is de enige taal waar na de ´K´ of ¨C´ met K-klank een ´H´ staat en op het eind een ´S´. De suffix -Al wordt voorzien van een ´H´ ervoor en ´S´ op het eind zodat er het woord ´hals´ ontstaat. Vroeger werden mensen of andere levende wezens aangeduid met ´hals´, zoals waaghals of onnozele hals. Ook was jakhals een scheldwoord voor een listige, sluwe persoon.
Leefwijze jakhals
Jakhalzen zijn voornamelijk aaseters maar kunnen ook zelf een dier doden. Jagen doen ze alleen en in een groep; afhankelijk van de situatie. Een jakhals leeft doorgaans solitair maar het komt voor dat dit dier in tweetallen wordt gezien; het betreft dan een mannetje en een vrouwtje. Je kunt in Afrika op safari zijn en nooit een jakhals te zien krijgen, terwijl je wel regelmatig hem doordringend hoort huilen. Het gehuil van de jakhals behoort tot de meest klassieke geluiden van Afrika. Het huilen heeft een functie; zo lokaliseren de dieren waar hun soortgenoten zijn. Huilen is een vorm van communicatie. Het huilen van een jakhals vertelt niets over de emotionele staat van het dier.
In Afrika hoor je ´s nachts vele geluiden, het geluid van de jakhals is een kenmerkend geluid uit de Afrikaanse nacht.
Voedselpatroon jakhals
Jakhalzen zijn omnivoren. Naast vlees eten ze ook insecten, besjes en ander soort fruit. Verder eten ze allerlei knaagdieren; in Afrika lopen ook ´gewoon´ muizen, ratten, konijnen en hazen rond, net als in Europa. Een jakhals kan zelfs een kleine antilope verslaan, zoals een duiker, impala of klipspringer. In Afrika hebben kleine boerderijen veel last van de jakhals want hij is lastig te vangen. Hij heeft het vooral op kippen voorzien.
Drie soorten jakhalzen
Er zijn drie soorten jakhalzen, de goudjakhals of
Canis aureus, de zadeljakhals of
Canis mesomelas en de gestreepte jakhals. De Latijnse naam van de gestreepte jakhals is
Canis adustus. De goudjakhals is de golden jackall en de zadeljakhals de black-backed jackall. De zadeljakhals heeft meestal een zwarte streep op zijn rug maar soms is dit een zilverkleurige streep.
Leefgebied jakhalzen
Jakhalzen leven in Afrika, Zuid-Azië en Zuid-Oost-Europa. De goudjakhals kun je ook in Afrika aantreffen; maar deze komt vaker in Zuid-Europa en Azië voor. Ook in landen als Israël, Iran, India en Myanmar en zelfs in Zuid-China komt de golden jackal of goudjakhals voor.
Monogaam
Jakhalzen leven monogaam. Dat betekent dat ze een paartje hun hele leven bij elkaar blijft en samen jonkies opvoedt. De jonge welpen blijven twee jaar bij de groep. Daarna worden ze verstoten om op eigen benen te kunnen staan en een nieuwe familie te vormen.