Katachtigen in Afrika
De katachtige roofdieren van Afrika spreken velen tot de verbeelding. De meeste ervan zul je nooit te zien krijgen. Zelfs een luipaard of cheetah is niet makkelijk te vinden. De meeste Afrikanen hebben nooit een caracal of Afrikaanse wilde kat gezien. De katachtigen doen ons altijd aan onze eigen huiskat denken. Ze zijn echter niet lief! Zelfs het oppakken van een jong pasgeboren leeuwtje ter grootte van een huiskat kan ertoe leiden dat het leeuwtje om zijn moeder gaat piepen, iets wat honderden meters verder te horen is. De moeder zal zich in mum van tijd omdraaien en met een sprint naar de jonkies rennen, met waarschijnlijk fatale gevolgen voor de leeuwminnende toerist.
Let op! Dit artikel is geschreven vanuit de persoonlijke visie van de auteur en bevat mogelijk informatie die niet wetenschappelijk onderbouwd is en/of aansluit bij de algemene zienswijze.Inhoud:
Leeuw
De leeuw wordt majesteitelijke eigenschappen toegedicht. Hij verschuilt zich alleen voor de zon, niet voor andere dieren. Met een safari-auto kun je een troep leeuwen dicht benaderen zonder dat ze ophef maken over menselijke aanwezigheid. Stap echter niet uit de auto! De aanblik van de rustige leeuw verliest vervolgens zijn uiterlijke schijn. Dan verandert de leeuw in de moordmachine. Leeuwen kunnen grote dieren als een buffel doden, maar doden ook andere leeuwen, luipaarden en
cheetahs uit territoriumdrang. Ze houden niet van collega's/concurrenten.
Luipaard
Het luipaard is de sierlijkheid op zich. Zowel zijn vacht als lichaamsbouw zijn mooier en atletischer dan die van de leeuw. Luipaarden kunnen meer dan leeuwen, namelijk hoger in bomen klimmen. Daar hangen ze hun voedsel, bijvoorbeeld een impala op, zodat ze het de volgende dag kunnen eten. Luipaarden zie je niet dagelijks. Deze dieren kunnen zich ontzettend goed verstoppen voor mensen en sommigen zijn zeer schuw. Pas wanneer een luipaard een mens vaker heeft gezien kiest hij er niet meer voor om weg te vluchten, aangezien hij begrijpt dat de mens geen gevaar vormt. Dat biedt overigens jagers de kans om per safari-auto een luipaard van dichtbij af te schieten, iets wat verboden zou moeten zijn. Jagen op dieren zoals het luipaard, neushoorns en olifanten is niet verboden; het is alleen aan eisen gecontroleerd en je moet een vergunning bij opbod kopen van de Cites, de aan het Wereldnatuurfonds gelieerde organisatie de de jacht bepaald. Weinigen weten dat het WNF niet zo zeer een natuurbeschermingsorganisatie is, maar een vereniging voor de belangen van trofeejagers. Oprichter van het WNF, Prins Bernhard, was een verwoed jager; dat zegt genoeg.
Cheetah
Een cheetah, ook wel jachtluipaard genoemd, is een mooi beest dat een stuk kleiner is dan de leeuw. Het is veel sneller. De cheetah jaagt door snelheid en geduld. Hij kan urenlang het perfecte moment afwachten om een prooi te besluipen. Cheetahmoeders moeten even hun kinderen alleen laten tijdens de jacht; dat is altijd een gevaarlijk moment. Cheetahs komen naast in Afrika ook voor in Iran. In alle landen tussen Afrika en iran is de cheetah niet meer aangetroffen. Zoals met veel dieren wordt het leefgebied van de cheetah drastisch verkleind door de oprukkende mens. De cheetah is een bedreigde diersoort maar toch mag er op gejaagd worden van de Cites/WNF.
Serval
Een serval heeft een schouderhoogte van 60 centimeter. Het behoort tot de kleinere katachtigen. De kans op een serval tegen te komen is niet groot maar hij is minder zeldzaam dan een caracal of Afrikaanse wilde kat. Sommige kenners beschrijven het uiterlijk van een serval als een kruising tussen een cheetah en een huiskat. Een serval is een rank beest met een elegant klein kopje waarop grote puntige oren staan waarmee het het kleinste knaagdiertje kan horen. De Latijnse naam van serval is Felis serval
Afrikaanse wilde kat
De Afrikaanse wilde kat wordt maximaal 75 centimeter lang en leeft ook in het Midden-Oosten. Hij voedt zich met beduidend kleinere dieren dan cheetah, leeuw of luipaard. Reptielen, hazen, kikkers, kleine antilopen en zelfs insecten staan op zijn menu. Het is een solitair levend dier maar hij leeft in een territoriumgebied waar per één mannetje meerdere vrouwtjes rondlopen, zodat hij af en toe een vrouwtje kan bevruchten.
Caracal
Een caracal is nauw verwant aan de Afrikaanse goudkat. De caracal heeft een hele typische kop met grote zwarte, driehoekige oren. De rest van zijn lijf is geelbruin. Het lijf van dit dier is ruim 90 centimeter lang. De mannetjes worden wat groter dan de vrouwtjes. De caracal zul je als safariganger veel minder vaak zien dan een leeuw, luipaard of cheetah. Een Botswanaanse gids, James007, vertelde dat hij in acht jaar er eentje had gezien. Als een gids, die dagelijks acht uur per dag op safari gaat het al niet ziet, dan moet je als toerist wel ontzettend veel geluk hebben. De grootste kans om een caracal te zien is tijdens een nachtsafari want dit dier is ´s nachts een stuk actiever dan overdag.
Afrikaanse goudkat
De Afrikaanse goudkat komt voornamelijk voor in de regenwouden van Afrika maar je vindt hem ook op Savannes, in mangrovebossen en in bamboebossen. Deze katachtige, die op de rode lijst van de IUCN staat en dus een bedreigde diersoort is, is nauw verwant aan de caracal. Zijn buik heeft meestal een gevlekt patroon, als van een luipaard maar zijn boven- en zijlichaam zijn egaal van kleur, verschillend van geel, bruin, rood tot grijs. Overigens zijn er ondersoorten die een egaal gekleurde buik hebben. De oren van de Afrikaanse goudkat zijn altijd zwart.