Zoogdieren: insecteneters
De orde van insectenetende zoogdieren wordt gevormd door de bekende egel en mol, maar ook de minder bekende solenodons en haaregels horen hierbij, net als spitsmuizen en watermollen. Het zijn vrij kleine tot zeer kleine dieren die meestal op of onder de grond leven. Ze eten inderdaad insecten, maar daarnaast ook allerlei andere soorten voedsel.
Wat zijn insecteneters?
Uiterlijk
Insecteneters zijn zoogdieren die over het algemeen vrij klein zijn. Kenmerkend aan deze groep zijn hun spitsvormige en scherpe tandjes, die ze gebruiken bij de jacht op voedsel. Eveneens kenmerkend aan hun uiterlijk is dat deze dieren vaak voorzien zijn van een lange snuit, kleine ogen en kleine oren. De lange neus die insecteneters hebben, is zeer belangrijk. Veel soorten kunnen namelijk weinig zien, zoals de mol. Ze hebben hun reuk nodig om de weg te vinden en voedsel te verzamelen. Ook de gevoelige snorharen spelen hierbij een belangrijke rol. Tot de insecteneters behoren egels, mollen, spitsmuizen, haaregels, watermollen en solenodons. Tot voor kort werden ook tenreks en goudmollen tot deze groep gerekend. Tegenwoordig worden zij echter tot een aparte orde gerekend, hoewel hier nog discussie over is.
Grootte
Over het algemeen zijn insecteneters vrij kleine dieren. De allerkleinste is de wimperspitsmuis, die zonder staart zo地 3,5 tot 5 cm lang is, en met staart zo地 6 tot 8 cm. Ze wegen rond de 2 gram. Ook de dwergspitsmuis wordt maar enkele centimeters lang. Haaregels kunnen een stuk groter worden, ongeveer 40 cm zonder staart, en de solenodon die op Cuba leeft wordt zo地 30 cm. De Russische desman kan ruim 20 cm worden en heeft een gewicht van ongeveer een halve kilo.
Waar komen insecteneters voor?
Leefgebied
Insecteneters zijn in grote delen van de wereld te vinden. De solenodon, een soort grote spitsmuis, kent twee verschillende soorten. De ene soort leeft op Cuba, de andere op Haïti en de Dominicaanse Republiek. Van spitsmuizen bestaan veel meer soorten, zoals de pantserspitsmuis die voorkomt in Afrika. In Europa leven onder meer de bergspitsmuis en de wimperspitsmuis. In Noord-Amerika leeft de kortstaartspitsmuis en in Azië de molspitsmuis. Mollen zijn te vinden in Europa, Noord-Amerika en het zuiden van Azië.
Egels zijn onder meer te vinden in Europa, zoals de West- en de Oost-Europese egel. In Afrika en het Midden-Oosten leeft de woestijnegel. Ook in Nieuw-Zeeland zijn egels te vinden, maar zij komen hier niet van nature voor; ze zijn hier uitgezet. Haaregels komen onder meer voor in Zuid-Oost-Azië (de grote en de kleine haaregel) en op de Filippijnen (de Filipijnse haaregel). Van watermollen, ook wel desmans genoemd, bestaan twee soorten. Dit zijn de Pyrenese desman en de Russische desman, die in respectievelijk de Pyreneeën en in Rusland leven.
Directe omgeving
Insecteneters zijn altijd in de buurt van de grond te vinden, soms erop, soms eronder. Mollen brengen veel tijd onder de grond door. Hij heeft sterke poten met klauwen waarmee hij gangen graaft in de aarde. Zijn gangenstelsel kan meer dan 150 meter lang worden. Solenodons leven in bossen, waar ze op de bosbodem te vinden zijn. De kleine haaregel leeft eveneens in bossen die in laaglandgebied liggen, maar ook in bossen in de bergen. Grote en Filipijnse haaregels zijn beide in holen te vinden wanneer het dag is. 痴 Nachts zijn ze vaak in de buurt van water te vinden. Watermollen of desmans leven ook bij en in het water. Zij zijn voorzien van een lange, platte staart die ze gebruiken om te zwemmen. Ze maken een ondergronds hol in de oever. Spitsmuizen en egels zijn vaak te vinden op de grond tussen dichte vegetatie, hoewel sommige spitsmuizen ook in bomen klimmen of zich onder de grond bewegen.
Activiteit
Insecteneters zijn zeer actieve dieren. Ze móeten actief zijn, omdat het zoogdieren zijn. Zoogdieren zijn warmbloedig, wat betekent dat ze op temperatuur moeten blijven. Als je groot bent en een groot lichaamsvolume hebt, is dit niet zo地 groot probleem als wanneer je klein bent en dus een relatief groot lichaamsoppervlak hebt, waardoor warmte snel verloren gaat. Een insecteneter heeft veel voedsel nodig, zodat hij veel energie kan verbranden om warm te blijven. Vooral de hele kleine insecteneters eten dus zeer vaak. De dwergspitsmuis zoekt bijvoorbeeld twee tot drie uur lang voedsel, heeft dan even de tijd om te rusten en moet vervolgens alweer opnieuw op pad om in leven te blijven. Veel insecteneters zijn nachtdieren die solitair leven, hoewel sommige ook overdag actief zijn. Mollen hebben geen heel duidelijk dag-en-nachtritme, omdat zij onder de grond leven. Toch zijn ze 痴 nachts vaak actiever dan overdag. Zowel haaregels als solenodons zijn 痴 nachts actief en verbergen zich overdag.
Voedsel
Zoals de naam al aangeeft, eten insecteneters veel insecten, zoals mieren, rupsen en torren. Toch vormen insecten zeker niet de enige bron van voedsel. Filipijnse haaregels eten naast insecten ook andere geleedpotigen en wormen. Grote haaregels eten zelfs kleine vissen en amfibieën die ze in het water vangen. Watermollen eten eveneens visjes en soms amfibieën, maar ook garnalen en slakken. Mollen leven vooral van wormen die ze onder de grond vinden. Spitsmuizen eten behalve dieren als insecten en wormen ook zaden en noten. Ook egels voeden zich met allerlei soorten voedsel, zoals insecten, wormen, zaden, vruchten en soms zelfs vogeleieren. Solenodons eten allerlei kevers, larven, krekels en miljoenpoten.
Gevaar
Verdediging
Insecteneters zijn vrij kleine dieren en zullen zich dus soms moeten verdedigen. Een egel is hiervoor natuurlijk voorzien van stekels, zo地 5000 bij de Europese egel. Als ze zich bedreigd voelen zet een egel zijn stekels op en rolt zich op tot een bal. Hiermee weet hij veel aanvallers af te schrikken. Veel insecteneters gaan ook in de aanval wanneer er gevaar dreigt. Ze vliegen dan op de vijand af en proberen deze te bijten met hun scherpe tandjes. De kleine haaregel daarentegen gaat er zo hard mogelijk vandoor bij gevaar. Daarnaast kunnen kleine dieren ook zeer sterk zijn, wat ook een goede verdediging kan vormen. De pantserspitsmuis uit Afrika kan overleven terwijl er iemand op zijn rug heeft gestaan, zo sterk is zijn ruggengraat.
Gevaarlijke insecteneters
Spitsmuizen mogen dan klein zijn, ongevaarlijk zijn ze niet. Ze hebben namelijk giftig speeksel. Hiermee verlammen ze hun prooi. Op deze manier kunnen ze dieren vangen die nauwelijks kleiner zijn dan zijzelf, zoals kleine hagedissen. Ook solenodons gebruiken giftig speeksel om hun prooi te verlammen. Ze drukken hun prooi eerst tegen de grond, waarna ze het slachtoffer bijten en het gif zijn werk kan doen.