Karakteranalyse paard op basis van uiterlijke kenmerken
Het is soms moeilijk in te schatten wat voor karakter het paard dat voor je staat nu werkelijk heeft. Een paard kan op een moment rustig en meegaand lijken, terwijl het, als je het wat beter kent, toch een heel ander karakter blijkt te hebben. Uiterlijke kenmerken kunnen (hoewel niets gegarandeerd kan worden) een indicatie geven van de aard van een paard. De vorm van het hoofd, lengte van de mond, breedte van de kaak enzovoorts hebben allemaal een betekenis.
De volgende uiterlijke kenmerken worden en hun betekenis worden in dit artikel besproken:
Hoofd
Een recht profiel
Een ongecompliceerd paard, dat gemakkelijk leert.
Een dish
Neiging tot gevoeligheid en soms duidt het op een timide paard.
Ramsneus
Van een ramsneus wordt gesproken als het hoofd een bolling vertoont, beginnend onder het oog en eindigend bij de neus (het voorhoofd is dus recht). Dit profiel duidt vaak op een sterk paard dat tegen een stootje kan.
Ramshoofd
Van een ramshoofd wordt gesproken als de bolling van het hoofd begint bij het voorhoofd tot ongeveer het midden van de neus, waarna de bolling weer afneemt. Paarden met een ramshoofd zijn over het algemeen koppig en traag van geest. Ze leren langzamer en zijn minder flexibel.
Lang en smal hoofd
Een paard dat graag werkt en doet wat er van hem gevraagd wordt als duidelijke en eenvoudige instructies worden gegeven. Het kan zijn dat het paard trager leert dan gemiddeld, maar als het eenmaal geleerd is, onthoudt hij het ook.
Elandsneus
Van een elandsneus wordt gesproken als het paard een bolling vertoont onderaan zijn neus (net boven de neusgaten. Over het algemeen gaat het om paarden met een sterk karakter, regelmatig zijn het kuddeleiders.
Brede neus, gezien vanaf het midden van de neus tot de kaaklijn.
Paarden leren vaak traag en zijn minder flexibel.
Een breed, duidelijk aanwezig neusbeen
Kan inflexibiliteit aanduiden.
Kaak
Groot en rond
Paard is over het algemeen coöperatief en intelligent.
Gemiddeld
Gemiddeld leervermogen.
Kleine kaak
Over het algemeen traag van begrip, met mogelijk een gebrek aan zelfvertrouwen.
Mond en neus
Stijl aflopend
Hebben de nijging een nieuwe ruiter uit te proberen.
Stijl aflopend in combinatie met een elandsneus
Een dominant karakter
Vierkant
Een stabiele, ongecompliceerde aard.
Verfijnde, ronde neus
Wijst vaak op een gevoelige persoonlijkheid.
Kleine, fijne neus
Geeft intelligentie en gevoeligheid aan.
Ronde, ietwat grove neus
Kan duiden op inflexibiliteit en misschien een langzame leerling.
Bovengemiddeld lange mond
Een lange mond karakteriseert gevoeligheid en staat soms ook voor een grote mate van intelligentie en groot leervermogen. De combinatie van gevoeligheid en een groot leervermogen maakt dat deze paarden vaak verkeerd begrepen worden en als moeilijk worden ervaren, doordat deze intelligente paarden routines al gauw saai vinden. Ze gaan dan naar manieren zoeken om zichzelf te vermaken.
Korte mond
Een korte mond duidt inflexibiliteit aan. Paarden met een korte mond leren vaak relatief langzaam.
Gemiddelde mond (mondhoek op dezelfde hoogte als de bovenkant van het neusgat)
Betekent niet specifiek iets.
Rechte bovenlip
Wijst over het algemeen op een onafhankelijk paard.
Hartvormige bovenlip
Het paard heeft een extrovert karakter.
Een snor
Paarden met een vriendelijk, zorgend karakter.
Beweeglijke bovenlip
Nieuwsgierige paarden, die fysiek contact zoeken met mensen.
Stijve bovenlip
Kan duiden op een introvert paard dat niet erg mens georiënteerd is.
Neusgaten
Gemiddelde grootte
Neusgaten die aan de bovenkant net zo breed zijn als aan de onderkant. Geeft een gemiddelde intelligentie aan.
Grote, open en beweeglijke neusgaten (vaak een verfijnde rand van de neusgaten. Het onderste deel van de neusgaten is open/breed).
Een paard dat intelligent, geïnteresseerd en actief is.
Grote, open neusgaten
Een intelligent paard dat veel nadenkt. Een paard met deze vorm van neusgaten dat daarbij veel snuift kan een verlegen, schrikachtig paard karakteriseren.
Smalle inflexibele neusgaten
Mentaal niet sterk ontwikkeld paard dat soms moeite heeft te begrijpen wat er van hem gevraagd wordt.
Duidelijke, scherpe neusrand
Intelligent paard, snel van begrip.
Ogen
Grote, ronde, zachte ogen
Een gewillig karakter. Over het algemeen een paard dat mensen vertrouwt.
Rimpels boven de ogen (een bezorgde blik)
Het paard is onzeker, het begrijpt niet wat er van hem gevraagd wordt. Als het paard op deze manier kijkt wanneer er met hem gewerkt wordt, probeer dan de training op te breken in kleinere, duidelijke stappen.
Groot, hard, rond oog
Een harde, adelaarachtige blik. Vaak geen makkelijk paard, een adelaarsblik duidt op grote trots en onafhankelijkheid. Deze paarden zijn vaak in staat grote prestaties te leveren.
Driehoekig oog
Gemiddelde mate van intelligentie.
Klein oog (varkensoogjes)
Inflexibel paard dat langzaam leert. Ze verzetten zich wanneer ze onder druk komen te staan.
Amandelvormig oog
Een paard met een coöperatieve en gewillige aard. Paarden met een amandelvormig oog kunnen wat introvert en afstandelijk zijn tot ze leren je te vertrouwen.
Oog van gemiddelde grootte
Wijst op een gemiddelde intelligentie.
Ogen hoog op het hoofd
Soms langzaam van begrip / langzaam met leren.
Breed voorhoofd – veel ruimte tussen de ogen
Toont intelligentie en een groot leervermogen.
Smal voorhoofd – weinig ruimte tussen de ogen
Paard leert langzaam. Echter, als het paard eenmaal iets geleerd heeft, zal hij het ook onthouden. Over het algemeen kunnen deze paarden zich tot betrouwbare werkpaarden ontwikkelen.
Oren
De punten van de oren staan verder uit elkaar dan de onderkant van de oren
Een indicator voor stabiliteit en ongecompliceerdheid.
Rechte oren, evenveel ruimte tussen de punten van de oren en de basis van de oren.
Energieke en soms hete paarden
Basis van de oren ver uit elkaar
Goed leervermogen en stabiel karakter.
Lange oren met weinig ruimte tussen zowel de basis als de punten van de oren
Wijst op een veranderlijk, inconsistent paard.
Brede oren
Stabiliteit en betrouwbaarheid.
Minder ruimte tussen de punten van de oren dan tussen de basis van de oren (vaak met verfijnde oorpunten)
Hete paarden met een sterk karakter.
Korte oren
Over het algemeen een teken van gewilligheid.
Veel haar in de oren
Vaak een indicator voor gewilligheid en inflexibiliteit.
Hangende oren (naar de zijkant)
Een teken van grote afhankelijkheid.
Kruin
Kruin tussen of boven de ogen
Paarden zijn over het algemeen ongecompliceerd.
Een langwerpige kruin
Een vriendelijk paard dat over het algemeen erg mensgericht is.
Een kruin onder de ogen van het paard
Vaak een vindingrijk en intelligent paard, ze zijn goed in het verzinnen van spelletjes om zichzelf te vermaken.
Twee kruinen, vlak naast of vlak onder elkaar
Vaak gevoeligere paarden die heftiger reageren.