Het leeuwaapje!
Leeuwaapjes staan bekend om de prachtige manen die hun hoofd sieren. Ze leven samen met het gezin hoog in de bomen. Ze eten kleine diertjes en vruchtjes en scheuten. Helaas worden ze met uitsterven bedreigd.
Paspoort
- Naam: Leeuwaapje
- Latijnse naam: Leontopihecus rosalia
- Klasse: Zoogdieren
- Orde: Primaten
- Familie: Klauwaapjes
- Lengte: 20 tot 33,5 centimeter
- Staartlengte: 31,5 tot 40 centimeter
- Gewicht: 600 tot 800 gram
- Maximale leeftijd: Ongeveer 14 jaar.
Leefomgeving
Het leeuwaapje kan gevonden worden in de bossen in Oost-Brazilië. Hij houdt van bossen die tussen de 500 en 1000 meter hoogte liggen boven zeespiegelniveau. Ze leven in de bomen op zo'n drie tot tien meter hoogte. ‘s Nachts slapen ze op plekken waar de takken dicht op elkaar groeien zodat ze voldoende bescherming hebben. Ook het voedsel wordt hoog in de bomen gezocht. Leeuwaapjes leven samen met hun familie. Meestal houdt dit een mannetje, een vrouwtje en jongen in.
Menu
De leeuwaapjes gaan overdag op zoek naar voedsel. Ze eten graag sappige vruchtjes en scheuten. Maar ook kleine diertjes vallen in de smaak. Waaronder insecten, kleine hagedissen, kleine vogels en kikkers. Met hun dunne en lange vingers kunnen ze smakelijke insecten uit holtes in bomen halen. Als drankje zoeken ze graag naar nectar. Maar ook boomsap volstaat. Uit komvormige bladeren halen ze water.
Kenmerken
Hij heeft enorme gouden manen rond om zijn hoofd. Hier komt dan ook zijn zeer toepasselijke naam vandaan. Hij lijkt op een minileeuwtje. Deze manen hebben echter ook een duidelijke functie. Als ze zich bedreigd voelen, of andere leeuwaapjes hun territorium betreden, gebruiken ze de manen als waarschuwingssysteem. Ze zetten de manen dan omhoog. Dan weten de andere dieren direct dat ze weg moeten wezen. Hij heeft ongeveer hetzelfde formaat als een eekhoorn. Ze hebben kleine klauwtjes met haakvormige nagels. Dit zorgt ervoor dat ze moeiteloos in bomen kunnen klimmen. Zelfs als er geen takken zijn waar ze gebruik van kunnen maken. Per dag verplaatsen ze zich wel 1500 tot 2500 meter door de bomen.
Voortplanting
De gemiddelde draagtijd van een leeuwaapje is tussen de 132 en 140 dagen. Het leeuwaapje draagt dan over het algemeen twee jongen. Zo nu en dan kan het ook zijn dat er een drieling of een eenling gedragen wordt. Dit komt echter niet vaak voor. Bij de geboorte gaan de oogjes direct open en heeft het jong al haren. In het begin zorgt vooral moeder voor de jongen. Ze draagt er een op de rug en een op de buik. Na een tijdje neemt vader dit geleidelijk over. De meeste leeuwaapjes krijgen twee keer per jaar jongen. De kleintjes blijven nog ongeveer twee jaar bij hun ouders. Daarna splitsen hun wegen en gaan de jonge aapjes opzoek naar een partner om een eigen gezin te stichten.
Leefkansen
Helaas zijn er niet veel meer van deze aapjes. Dit komt door illegale verhandeling maar ook door de vernietiging van de leefomgeving. In het wild zijn er dan ook nog maar een paar honderd over. Wel zijn er fokprogramma's opgezet om uitsterven tegen te gaan. De Europese vereniging van dierentuinen heeft gezorgd voor groene bruggen. De aapjes kunnen via deze bruggen naar andere gebieden. Zo wordt inteelt tegen gegaan en worden er meer gezonde aapjes in het wild geboren.