Goudrank (Epipremnum aureum): de gevlekte klimplant

Taxonomische indeling en voorkomen in de natuur
Epipremnum Aureum is de officiële naam, maar andere gebruikte Latijnse namen zijn Scindapsus Aureus en Rhapidophora Aurea. Het geslacht Epipremnum en de soort Aureum behoren tot de familie Araceae (waartoe ook het geslacht Philodendron behoort) en tot de onderfamilie Monsteroideae (waartoe ook de plant Monstera Deliciosa behoort). De plant is oorspronkelijk afkomstig van het Frans-Polynesische eiland Moorea nabij Tahiti in de Stille Oceaan, en is vervolgens weid verspreid in tropische gebieden in bijvoorbeeld Australië, Zuidoost-Azië, India, Pakistan, Nepal, Bangladesh en Hawaï. In tropische wouden kan de plant zeer hoog worden, 20 meter behoort tot de mogelijkheden, de bladeren kunnen eveneens groot worden, maar liefst 100 cm lang en 45 cm breed bij volwassen planten. Bladeren van jonge planten zijn opvallend kleiner, niet groter dan 20 cm. De stengels kunnen tot 4 cm dik worden, iets wat bij kamerplanten zelden gehaald wordt.
Goudrank als kamerplant
Als kamerplant kunnen net als in de natuur grote hoogtes worden bereikt, maar vanzelfsprekend wordt die hoogte in regel beperkt door de afmetingen van de kamer. Meestal wordt de goudrank door middel van een stok of mosstok opgebonden en is dan met 60 tot 120 cm hoogte geschikt om als kuipplant op de grond te zetten. De leerachtige bladeren zullen met zo’n 10 cm binnenskamers meestal klein blijven, maar bij oudere exemplaren kunnen de bladeren toch wel redelijk groot worden, zo’n 20 cm en soms meer. De plant is geliefd wegens de zeer groene glanzende bladeren met levendige gevlekte patronen en de groeisnelheid. De makkelijke verzorging draagt ook bij aan de populariteit; de Epipremnum Aureum is waarschijnlijk de makkelijkste kamerplant die er bestaat.Luchtzuiveraar
De plant is een heel goede luchtzuiveraar en is in staat om gifstoffen uit de lucht op te nemen. Overigens is de plant zelf ook toxisch want het bevat het giftige calciumoxalaat, deze stof komt veel voor in kamerplanten, en in maar liefst 200 plantenfamilies. Onder andere met huisdieren moet dan ook altijd worden opgepast dat er niet van gegeten wordt, de plant is echter niet zo giftig als de beruchte Dieffenbachia.
Hangplant en jungletuin
De plant doet het heel goed als hangplant, een perfecte plek is dan ook een hoge boekenkast, op de schouw van een (niet in gebruik zijnde) open haard of gewoon aan het plafond. Er kan dan een soort jungletuin in de woonkamer worden aangelegd. De plantenbakken hoeven bij deze soort niet groot te zijn, 12 cm en later eventueel 15 of 20 cm is groot genoeg. Deze plant is ook heel goed te combineren met andere planten in eenzelfde bak. Voorbeelden zijn combinaties met een Dieffenbachia (een geslacht dat ook tot de familie Araceae behoort) of de bekende sprietplant. De goudrank reageert sterk op licht, bij meer licht zullen de geelwitte patronen toenemen, bij schaduw zullen vooral egaal groene bladeren ontstaan. De groeisnelheid is zeker 30 tot 45 cm per jaar. Varianten van de goudrank zijn de lichtkleurige ‘marble queen’ met groene vlekken op vooral geelwitte bladeren, én de ‘Golden Queen’ die geelgoudkleurig is.
Een mosstok maken
Neem een plastic of houten stok en wikkel daaromheen een dikke laag veenmos. Bind dit met plastic touw vast door het touw er in een schuine richting omheen te wikkelen, daarna moet het touw in tegengestelde richting nog een keer eromheen gewikkeld worden zodat er een kruisgewijze vorm ontstaat. Door vooral aan de onderkant veel veenmos te binden kan de stok stevig in de aarde worden gezet. Gebruik hiervoor ook wat stenen of steentjes zodat de mosstok goed wordt vastgeklemd.
Neem een plastic of houten stok en wikkel daaromheen een dikke laag veenmos. Bind dit met plastic touw vast door het touw er in een schuine richting omheen te wikkelen, daarna moet het touw in tegengestelde richting nog een keer eromheen gewikkeld worden zodat er een kruisgewijze vorm ontstaat. Door vooral aan de onderkant veel veenmos te binden kan de stok stevig in de aarde worden gezet. Gebruik hiervoor ook wat stenen of steentjes zodat de mosstok goed wordt vastgeklemd.
Onderhoud en verzorging
Aan de goudrank moet niet te veel water gegeven worden, de grond moet tussen de gietbeurten in snel weer droog worden, vochtige aarde is dus prima, maar kletsnatte aarde moet vermeden worden. Een goede manier om te voorkomen dat de plant te veel water krijgt is door de pot op een schotel te plaatsen, als per ongeluk te veel water wordt gegeven dan kan het overtollige water meteen worden weggegooid. De plant moet echt uit de tocht worden gehouden, tocht kan snel leiden tot bladsterfte. Verpotten mag om het jaar gebeuren, niet vaker, kies in de nieuwe pot voor een goede drainagelaag met speciale bruine van klei gemaakte drainage- of hydrokorrels, deze korrels houden het vocht vast en zorgen ook voor luchtigheid in de pot. Eens per jaar mag in de lente deze snelgroeiende plant worden gesnoeid, er kunnen dan gelijk stekken worden genomen. De plant houdt van licht maar mag niet in de middagzon worden geplaatst. In huiskamers zullen geen bloemen verschijnen. We moeten niet vergeten dat het een tropische plant is, dus hoe meer tropische omstandigheden worden nagebootst des te beter, dus op warme dagen af en toe sproeien zal de plant goed doen. Tijdens de actieve groeiperiode van de lente tot aan de herfst mag eens in de 14 dagen wat vloeibare mest worden gegeven.