Ecoducten & ecopassages, de natuur verbonden
Op strategische plekken in ons land bevinden zich ecopassages in de vorm van ecoducten en tunnels. Dit is noodzakelijk omdat snelwegen en spoorlijnen onoverkomelijke barrières voor alle lopende, kruipende en zelfs vliegende dieren zijn. De ecoducten slaan letterlijk een brug tussen de leefgebieden, zodat dieren vrijuit kunnen trekken, voedsel kunnen vinden, zich kunnen voortplanten en dus kunnen overleven. Verbinding van natuurgebieden herstelt het natuurlijk evenwicht en is van levensbelang.
Een versnipperd landschap
In de jaren zestig en zeventig zijn veel natuurgebieden in Nederland door drukke verkeerswegen, spoorwegen en vaarwegen
van elkaar gescheiden en letterlijk ‘doorgeknipt’. Maar ook landbouwgrond, woonwijken of industrieterreinen tussen natuurgebieden kunnen tot zo'n versnippering leiden. Dieren en planten in deze gebieden raken geïsoleerd in een onnatuurlijk klein leefgebied, met alle gevolgen van dien voor hun voortbestaan. En de bouw van wegen is natuurlijk niet gestopt. Jaarlijks vinden er tientallen aanrijdingen plaats met dieren als herten en dassen. Met kleine dieren zoals kikkers, salamanders, hagedissen en insecten vinden er nog veel meer ongelukken plaats. En dat is nog maar het topje van al het leed. Dieren en planten worden met uitsterven bedreigd als niet zou worden ingegrepen. In heel Nederland probeert men door middel van de bouw van ecopassages en ecoducten het
natuurlijk evenwicht weer te herstellen en de veiligheid van zowel mens als dier te vergroten.
Zoektocht naar overleving
Ecopassages zijn speciale passages voor dieren, soms onder een weg door, soms overheen. Op deze manier kunnen dieren
veilig oversteken naar andere natuurgebieden. Er zijn verschillende redenen voor waarom dieren van het ene naar het andere gebied trekken. Soms overwinteren ze in het ene natuurgebied, om zich elders te gaan voortplanten, zoals amfibieën. Soms gaat het om het zoeken naar voedsel, zoals bij herten die via ecoducten naar de voedselrijke, lage, natte uiterwaarden trekken. Door van andere natuurgebieden gebruik te maken en soortgenoten te ontmoeten, wordt ook inteelt voorkomen. En plantenzaden nemen de dieren mee in hun vacht en mest, zo worden ook deze verspreid. Een belangrijke reden om ecopassages te maken is wellicht het feit dat door klimaatverandering bepaalde natuurgebieden ongeschikt worden voor dieren. Zo kunnen de dieren op een natuurlijke manier een nieuw leefgebied vinden en hebben ze grotere kansen te overleven.
Ecoducten in aanbouw
Overal in het land worden momenteel passages voor dieren gebouwd. Deze zijn onderdeel van de
Ecologische Hoofdstructuur, bedoeld om de teruggang van de biodiversiteit af te remmen. Op en rond de Veluwe gaat het om drie ecoducten, ook wel natuurbruggen genoemd, twee over de A50 (Woeste Hoeve en Terlet), en eentje over de A1 (Kootwijk). Het ecoduct bij Terlet is een zogeheten wildviaduct. Zeven nieuwe ecoducten zijn in ontwikkeling en eind 2012 gereed, t.w. in Hattem (A50), Hulshorst (A28), Hoog Buurlo (A1), Ede (A12), Middachten (N348), Otterlo (N310) en Wolfheze (A50). Het plan vloeit voort uit een door de overheid genomen besluit uit 2005 (in opdracht van Meerjarenplan Ontsnippering -MJPO-) om op meer dan 200 plaatsen in ons land de natuur te verbinden. Kleine passages zijn er bijv. voor dassen (zgn. dassentunnels), maar ook voor otters, marterachtigen, bunzings, hermelijnen, wezels, egels, ringslangen, kikkers en salamanders. De ecoducten die je over de snelwegen ziet zijn meestal voor wild zoals edelherten.
Dieren blij, wij blij
Door het verbinden van al deze natuurgebieden wordt de Veluwe als het ware oneindig. 'Bruggen' tussen de gescheiden leefgebieden zorgen ervoor dat snelwegen en spoorlijnen geen barrières meer zijn. Maken de dieren er gebruik van? Nou en of. Met webcams is bijgehouden of en hoeveel dieren de oversteek maken. Het gaat om honderden damherten en edelherten, tientallen wilde zwijnen en vossen, honderden Schotse hooglanders en zelfs een boommarter. De dieren die je niet goed kunt traceren zijn bijv. hagedissen, padden en vlinders. Ook zij zijn blij met de ecopassages, die doorgaans bedekt zijn met heide, schraal grasland, struweel, ruigtekruiden, boomopslag en natte plekken. Natuurlijk profiteren de mensen ook van de
ontsnippering van de natuur. Kinderen van nu ervaren later dat Nederland niet enkel snelwegen telt, maar ook nog rijk is aan dieren en planten in het wild.
Bezuinigingen op natuur
Alles goed en wel? Niet helemaal. Het kabinet Rutte 1 bezuinigt fors op natuurbeleid. De algehele bezuiniging op de uitgaven aan de Ecologische Hoofdstructuur tussen 2012 en 2018 bedraagt 60%. Er wordt geen geld meer gestoken in de aanleg van zogeheten
robuuste verbindingszones. Want, zo zegt het kabinet, investeringen in deze zones zijn duur en moeten worden stopgezet. Maar de verbindingszones zijn noodzakelijk omdat ze min of meer de wegen vormen naar en van de ecoducten. Het niet afronden van de EHS vormt een bedreiging voor het voortbestaan voor dieren en planten. Bovendien is er voor de bezuinigingen geen draagvlak onder de oppositie en maar ten dele onder de achterban van de regeringspartijen. Slechts 1 op de 5 Nederlanders is het eens met de plannen van het kabinet t.a.v. het natuurbeleid. De meerderheid is van mening dat de overheid moet zorgen voor voldoende financiële middelen voor natuur- en landschapsbeheer, waaronder het herstel van de biodiversiteit. Natuur is niet alleen een kostenpost, maar levert precies datgene op wat niet in geld is uit te drukken.
'Look deep into nature, and then you will understand everything better.' ~ Albert Einstein