Kattengedrag: een nieuwe kat in huis
Er kunnen veel verschillende redenen zijn om een nieuwe kat in huis toe te laten. Bijvoorbeeld die zielige kat uit het asiel, de aanloopkat of een nieuw maatje voor de kat in huis. Katten zijn eigenwijs en geven vaak niet altijd even duidelijk aan wat ze prettig vinden of juist niet. En dan kan het maar zo gebeuren dat je ineens in een kamp tussen de oude en nieuwe katten in je huis. Wat kun je doen om dit te voorkomen? Of wat doe je als het inmiddels oorlog is?Begin bij het begin!
Algemeen
Er zijn een paar dingen die aan te bevelen zijn om in ieder geval bij stil te staan. Zo heeft de kat vaak behoefte aan rust in het begin. Immers: nieuw handen die hem aaien, nieuwe geuren die niet van zijn territorium afkomstig zijn en daarnaast misschien wel een opgedrongen rivaal. Daarom is het vaak beter om de kat eerst af te zonderen. Bij het asiel krijg je dit advies vaak standaard maar bij vele catteries niet. Dat is ook niet zo vreemd omdat de catteries meestal kittens brengen en dit meestal minder problemen geeft. Ook zijn asielkatten meestal minder stabiel dan de raskatten, maar dat ter zijde. Als het kan is het prettig voor de kat om de mand waarin hij vervoerd werd in de kamer te zetten. Daar zitten voor hem bekende geuren aan. Zorg er wel voor dat de mand niet dicht kan vallen. Daarnaast moet er natuurlijk een kattenbak en water plus eten in de kamer aanwezig zijn.Respecteer de kat en dwing hem tot niks. Laat de kat u ontdekken. Eventueel kunt u hem lokken met voer of een spelletje, dat is goed, maar til hem niet tegen zijn zin op om ‘te knuffelen’. Het dier kent u nog niet zo goed en kan dan mogelijk deze aanraking anders ervaren als u dit bedoeld had.
Dus: laat de kat naar u toe komen voor een knuffel of een aai over zijn kopje.
Wennen aan een nieuw huis zonder andere dieren
Wanneer de nieuwe kat een beetje gewend is en tot rust lijkt te zijn gekomen kunt u een stapje verder gaan. De voorkeur is de kat in zijn eigen tempo het huis te laten ontdekken. En het liefst alleen. Dus even nog niet alle gezinsleden erbij. Dat zijn erg veel nieuwe prikkels ineens voor de kat. Wellicht een moeilijke opgave, want iedereen is uiteraard enthousiast over de nieuwe bewoner, maar geduld is in deze een schone zaak. Zeker ook met kleine kinderen in de buurt of een groot aantal gezinsleden.Wat een kat zo bijzonder maakt is zijn eigenzinnige karakter en iedere kat heeft er één. Ze zijn allemaal verschillend. Zo zal de één zal zich meteen thuis voelen en zich nestelen op de bank. De ander verkiest toch liever een plaatsje onder die bank en laat zich mogelijk twee weken niet zien. Wanneer uw kat bijvoorbeeld erg schrikkerig is of in een hoekje is weggedoken, is het niet aan te raden snel ruimten aan zijn eigen kamer toe te voegen. Laat hem dan nog even in zijn kamer eventueel met de deur open om te wennen aan de eerste ruimte ernaast. Zodat hij bijvoorbeeld op de overloop kan en een andere slaapkamer, stel u had hem boven een slaapkamer gegund.
Maar het kan ook anders, soms is een kat meteen ondernemend en nadert hij u vrijpostig, dan kan er sneller overgegaan worden tot het toevoegen van een andere ruimte en kan de avontuurlijke ontdekkingstocht beginnen.
Soms is een kat een beetje traumatisch door zijn verleden en is het angstige gedrag daar een gevolg van. Dit kan hem dan hinderen in het ontdekken van het nieuwe huis. Laat u dan nagaan bij uw dierenarts of er mogelijk een medische reden is voor het gedrag en laat u daarna eventueel doorverwijzen naar een gedragstherapeut.
Wennen aan een nieuw huis waar al een kat woont
Om te beginnen: houd uw katten de eerste dagen van elkaar gescheiden. Een eerste ontmoeting om te kijken ‘hoe het gaat’ kan voor betrokken katten traumatisch worden. Niet doen dus! Immers in de natuur zou de kat ook een ‘stapje terug doen’ alvorens de indringer te verjagen. En de nieuwe kat heeft er ook niet om gevraagd om in deze situatie geplaatst te worden. Respecteer dit.Als u merkt dat uw nieuwe kat aaien en kopjes geven prettig vindt, is het aan te bevelen de komende dagen eerst hem en vervolgens de al aanwezige kat(ten) te aaien. Op deze manier raken de katten vertrouwd met de geuren van elkaar. Vergeet dus niet uw kat vooral langs de (speeksel)klieren van de wangen te aaien.
Wanneer uw nieuwe kat wat ondernemender is geworden, het duidelijk is dat hij zich op zijn gemak voelt en niet schrikkerig is, kan begonnen worden met de tussendeur op een kier te zetten. Zorg er wel voor dat de katten niet bij elkaar kunnen en dat ze nog geen oogcontact kunnen maken waar je niet bij bent. Er mag wel gesnuffeld worden. Daarna mogen de katten elke dag even bij elkaar met als afleiding lekker eten. Zet de etensbakjes een eindje van elkaar af en zet ze per maaltijd iets dichter bij elkaar als het goed gaat. Als dit ook goed gaat, kunnen de katten een paar uur per dag bij elkaar onder begeleiding of de kennismaking verder goed verloopt. Zorg ervoor dat de katten zich te allen tijde kunnen terugtrekken naar een eigen veilige plek. Bijvoorbeeld een andere ruimte, mandje of hangmat. Katten laten uitvechten is absoluut dieronvriendelijk: de hele situatie is onnatuurlijk, ze hebben er immers niet voor gekozen. Niet doen dus!
Meestal moet het goed gaan als u de adviezen opvolgt zoals beschreven. Basisregel nummer één blijft echter: neem vooral de tijd! Zelfs wanneer het fout dreigt te gaan en u haalt de katten voor korte tijd uit elkaar en begin het traject weer opnieuw loont het de moeite. Vaak is dit een betere optie dan een kat weer uit te plaatsen, daar moet hij weer opnieuw wennen en is het maar afwachten wat daar dan zal gebeuren. Maar nogmaals: neem de tijd! En als u er niet uitkomt haal deskundige hulp in huis.
Wennen aan een nieuw huis waar al een hond woont
Grotendeels komt de gewenningsperiode overeen met de boven beschreven fases. Extra aandacht verdient het mogelijke jaaggedrag van uw hond. Voorkom daarom dat de hond achter de kat aangaat. U kunt de hond vasthouden aan zijn halsband en riem of hem in een bench doen. De hond moet bij het zien van de kat afgeleid worden met iets lekkers en beloond worden voor goed gedrag. Zodat deze dit goede gevoel gaat koppelen aan de kat. Geef de kat gelegenheid om uit zelf te besluiten uit ‘zijn’ kamer te komen. U kunt uw hond alleen los laten lopen wanneer u zeker weet dat hij niet op katten reageert. Laat voor de zekerheid wel de riem aan de halsband zitten. Mocht hij toch achter de kat aanjagen dan is de hond eenvoudiger te pakken. Eigenlijk is het verstandig om uw huisdier altijd te laten kennismaken met andere diersoorten. Zo voorkomt u eventuele onverwachte confrontaties. Bovendien geeft dit veel voordeel bij het introduceren van een tweede huisdier.Wanneer alles naar wens verloopt, mogen ze een paar uur bij elkaar onder uw supervisie. Zorg ervoor dat de kat zich altijd kan terugtrekken naar een eigen veilige plek waar de hond niet bij kan komen.