Vrijheidsdressuur: Volgen/Komen
Iedereen kan een paard wel met zich mee laten lopen met behulp van een halster of hoofdstel. Maar je kan dit ook zonder hulpmiddelen bereiken. Het paard loopt los met je mee, en komt zelfs naar je toe als je roept. Dit is goed te trainen met vrijheidsdressuur.
Vrijheidsdressuur
Er zijn twee belangrijke principes binnen de vrijheidsdressuur: je dwingt het paard nergens toe, en tijdens de training beloon je het paard zodra het iets goed doet. Het eerste vormt de basis van de oefeningen en komt terug in het woord: Vrijheid. Het belonen is belangrijk om je paard de oefening correct aan te leren. Hiervoor gebruik je bij voorkeur een clicker, maar ook je stem kan als signaal werken. Als beloning zijn snoepjes een optie, maar ook een aai of knuffel, even samen spelen, of zelfs gewoon eventjes rust. Kies iets wat jouw paard prettig vindt en wat hem of haar zal motiveren.
Wat is de oefening?
Het paard loopt zonder hulpmiddelen achter je aan/met je mee, en komt naar je toe als je hem roept.
Benodigdheden
- Clicker
- Snoepjes (bijvoorbeeld wortel, appel, brokjes)
- Halster + Halstertouw
- Zweepje
Hoe ga je te werk?
In principe zijn dit geen lastige oefeningen. Het is wel belangrijk om ze goed aan te leren, omdat je paard zich anders misschien vervelend en dominant kan gaan gedragen.
Volgen
Voor deze oefening begin je nog gewoon met halster en halstertouw. Bedenk van tevoren waar je wil dat jouw paard straks loopt. Helemaal achter je, met zijn neus bij je schouder, met zijn hals bij je schouder, of met zijn schouder naast de jouwe. Bedenk hierbij ook dat het voor een dominant paard beter is iets verder achter je te lopen, terwijl een bang en onzeker paard juist wat meer naar voren mag. Zet je paard stil en ga naast hem staan op de plek die je zojuist hebt bedacht. Ga dan rustig lopen. Als het paard iets achter je blijft is dat niet zo erg, zodra hij echter verder naar voren gaat stop je met lopen en laat je het paard naar achteren lopen tot hij weer goed staat (waarbij je zelf dus blijft staan). Vraag hierbij indien nodig hulp van iemand anders.
In het begin hoeft je paard maar twee of drie passen te lopen, dan clicker en beloon je. Introduceer ook het signaalwoord "Volg" of "Naast". Doe dat een aantal keer en breid daarna het aantal passen uit. Oefen ook op bochten, zowel links- als rechtsom, waarbij je zelf níet wisselt van positie ten opzichte van het paard! Als dit goed gaat kan je naar de volgende stap: leg het halstertouw over de hals of rug van het paard. Opnieuw laat je het paard met je meelopen en beloon je als het goed gaat. Als hij te ver naar voren loopt, achterblijft of bij je vandaan loopt, pak je meteen het halstertouw en corrigeer je hem. Als dat ook goed gaat kan je het halster afdoen. Een truucje is om dan een zweepje in je hand te hebben. Mocht je paard je voorbij willen lopen, houd dan het zweepje horizontaal tegen zijn borst. Vaak is de boodschap dan al begrepen.
Gaat dat allemaal goed, dan kan je ook stukjes gaan draven of zelfs galopperen. Oefen dit eventueel eerst weer met halster en halstertouw.
Het is erg belangrijk dat je op de juiste momenten beloont en corrigeert. Als je paard steeds nét te ver vooruit mag lopen kan hij het idee krijgen dat hij de leider is. Maar als je paard achter je loopt en jouw steeds bijna omver duwt, toont dat weinig respect voor jou als eigenaar of verzorger. Blijf je dus constant bewust van de ideale positie van het paard. Het signaalwoord is hier ook belangrijk; je wil immers voorkomen dat het paard altijd met je meeloopt. Als je klaar bent met de oefening gebruik dan het woord "Los" of "Vrij", zodat je paard weet dat hij niet meer bij jou hoeft te blijven.
Komen
Deze oefening is gemakkelijker. Ga een of twee stappen voor je paard staan en zeg "Kom" of "Hier", of gebruik gewoon de naam. Zorg dat je iets lekkers in je hand hebt. Als het paard niet direct reageert, clicker dan al bij de eerste stap in jouw richting. Reageert het paard onmiddellijk door naar je toe te komen dan kan je gewoon wachten tot hij bij je is. Dan clicker je en beloon je hem. Als het paard helemaal niet reageert, doe hem dan een halster en -touw om en trek hem zachtjes in jouw richting. Onthoud, het is geen dwingen, je laat het paard alleen zien wat je van hem zou willen! Als die stap eenmaal lukt kan je vervolgens steeds iets verder weg staan. Als het paard achter je aan blijft lopen, laat iemand hem dan even vasthouden tot jij staat waar je wil. Oefen dit ook op de weide, waar het paard misschien minder graag naar je toekomt. Ook hier kan je beginnen met het halster en -touw als het paard niet wil. Zorg hierbij vooral dat de beloning vrij groot is zodat je paard echt graag naar je toekomt.
Variaties
Uiteindelijk kan je hier mooie dingen mee laten zien, zoals een paard naast je laten galopperen en dan ineens stilstaan. Als je de eerste oefening goed aanleert zal het paard ook meelopen als jij achteruit loopt, omdat hij weet dat hij niet te ver voor je mag lopen. Om dit aan te leren kan je ook achteruit lopen en het zweepje horizontaal voor zijn borst houden zodat hij mee moet.