Help, mijn hond heeft gif gegeten
Als het om eten gaat zijn honden niet altijd even kieskeurig. Hij kan net zo gemakkelijk iets van de straat opeten, een hap van een plant nemen als een hap van zijn eigen eten. Als je per ongeluk giftige middelen laat staan in de schuur of tuin, kan de hond er al van gegeten of gedronken hebben voordat je het in de gaten hebt. Laat geen chocolade onbeheerd achter, want deze lekkernij is giftig voor je hond. Als je hond vergiftigd is, moet je direct ingrijpen. Elke seconde telt om zijn leven te redden. Hoe kun je het beste handelen als je hond gif heeft binnen gekregen?
Laat giftige middelen niet rondslingeren
Honden hebben een brede belangstelling als het om eten gaat. Hoewel ze goed ontwikkelde smaakpapillen hebben, denken ze er niet over na wat ze naar binnen werken. Ze pakken gemakkelijk iets op van de straat, happen van een plant of likken een chemisch middel op. Jaarlijks komen er heel wat honden bij de dierenarts omdat ze vergiftigd zijn. Meestal hebben ze pesticiden of medicijnen bestemd voor de mens binnen gekregen. Pesticiden zijn bijvoorbeeld insecticiden of onkruidverdelgers. Mensen laten soms zonder erover na te denken zakken of dozen met tuinchemicaliën in de garage staan, en de hond heeft alle kans om er een hap van te nemen. Een kinderbeveiliging is voor een hond geen belemmering om iets open te krijgen.
Honden snuffelen graag rond in de tuin. Nieuwsgierig wat ze zijn, kunnen ze gif binnenkrijgen van mierenvallen en de veel gebruikte plastic kakkerlakken. Het is niet gezond voor de hond, maar als hij er toch wat van binnenkrijgt, geeft het meestal alleen wat diarree en braken. Het vormt geen levensgevaarlijke bedreiging voor de hond.
Vergiftiging is een noodsituatie
Een ernstige vergiftiging is levensgevaarlijk. Het gevaar zit soms in een klein hoekje en de symptomen zijn per gifsoort weer anders. Als de symptomen zichtbaar worden, heb je soms maar een paar minuten de tijd om het leven van je hond te redden. Als je hond is vergiftigd, moet je dit als een noodgeval zien, waarbij elke seconde telt. Bel als eerste je dierenarts om te vragen wat je moet doen. Soms moet je voordat je naar de dierenarts eerst thuis wat dingen doen, omdat je geen seconden te verliezen hebt. De dierenarts wil graag het volgende weten:
Identificeer het gif
Hoe meer informatie dat je de dierenarts kunt geven, hoe sneller hij je hond met de juiste middelen kan behandelen. Probeer snel te achterhalen wat je hond heeft gegeven. Desnoods laat je iemand helpen met zoeken. Misschien zie je ergens een verscheurde verpakking liggen. Kijk overal, in de tuin, handtas, voorraadkast en badkamer.
Ruik aan zijn adem
Petroleumproducten zoals benzine en kerosine hebben een sterke geur, die je in de adem van je hond kunt ruiken.
Kijk of zijn neus bloedt
Als de hond uit zijn neus, bek of anus bloedt, kan het zijn dat hij rattengif heeft binnen gekregen. In rattengif zit warfarine, dat is een chemische stof die bloedingen veroorzaakt.
Kijk in zijn bek
Als zijn lippen en tandvlees knalrood zijn, kan het zijn dat hij koolmonoxide heeft binnengekregen.
Zoek naar geknoeid gif
Honden likken vaak vocht op van de grond, ook als dat heel gevaarlijk voor ze is. Let bijvoorbeeld op geknoeide antivries in de garage.
Neem bewijzen mee
Als je denkt te weten wat je hond heeft binnengekregen, neem dan de verpakking mee naar de dierenarts. De informatie op de verpakking is vaak essentieel en bevat soms eerstehulptips. Als je dierenarts weet om welk gif het gaat, kan hij zich op je komst voorbereiden. Mocht er braaksel zijn, neem dan een monster hiervan mee. Hieruit kan blijken welk gif je hond heeft opgegeten.
Bel de dierenkliniek
Een dierenkliniek is normaal gesproken altijd bereikbaar voor een spoedgeval. Zorg dat je altijd het telefoonnummer binnen handbereik hebt. Als je hond midden in de nacht verschijnselen van vergiftiging begint te vertonen kan via de telefoon levensreddende informatie worden gegeven. Ook als je niet weet wat voor een soort gif de hond heeft gehad, aan de hand van de symptomen kan er verteld worden wat je het beste kunt doen.
Verwijder het gif uit het lichaam
De hulpverlener aan de telefoon kan je vertellen of je de hond moet laten braken of dat je beter het gif kunt proberen te neutraliseren. Bij sommige gifsoorten kun je de hond beter laten braken. Braken mag je alleen doen als:
- Je zeker weet dat je hond het gif het afgelopen uur heeft binnen gekregen
- Je zeker weet dat het gif geen sterk bijtende of prikkelende stoffen bevat
- Je hond alert en bij bewustzijn is
Hond laten braken
De handigste manier om je hond te laten braken is het toedienen van waterstofperoxide (een drieprocentoplossing), in een dosering van ongeveer 1 eetlepel per 7,5 tot 10 kilo lichaamsgewicht. Een hond van 25 kilo zou dan ongeveer 2,5 eetlepel moeten krijgen. Bij voorkeur kun je een injectiespuit zonder naald gebruiken en de dit achterin de bek spuiten, achter de hoektanden. Spuit de vloeistof langzaam in de bek. Mocht de hond beginnen te kokhalzen, doe je het te snel. Meestal zal een hond na enkele minuten beginnen met braken.
Niet laten braken
Soms kun je de hond beter niet laten braken omdat de bijtende stof anders teveel schade aanricht in de slokdarm, zoals gootsteenontstopper. Het is beter om in dit geval het gif te neutraliseren en de pijn in de keel en maag te verzachten. Geef de hond melk of eieren. Misschien heb je een neutraliserend middel dat magnesium bevat. Geef dit in een dosering van 1 theelepel per 2,5 kilo lichaamsgewicht. Mocht je geen tijd hebben om de exacte hoeveelheid te berekenen, geef hem dan gewoon een beetje om de pijn te verzachten. Meestal moet dit onder dwang worden toegediend.
Chocola
Niet iedereen heeft in de gaten hoe giftig chocolade is voor een hond. In chocolade zit de stof theobromine en dat is erg giftig voor een hond. Bij mensen geeft deze stof geen problemen, maar bij honden werkt het anders. Zij hebben meer tijd nodig om theobromine uit het lichaam te verwijderen. Als de hond teveel chocolade binnenkrijgt, stapelt de gifstof zich op en de hond kan er doodziek van worden. De ziekteverschijnselen die een hond dan vertoont zijn: hijgen, water drinken, buikpijn, braken, diarree, onrustig en trillen.