Vogels: Auerhoen
De Auerhoen, een zeer speciale vogel. De Auerhoen komt in vele landen in Europa voor. Als wij dit zo willen houden, moeten er maatregelingen worden genomen.
- Rijk: Animalia (Dieren)
- Stam: Chordata (Chordadieren)
- Klasse: Aves (Vogels)
- Orde: Galliformes (Hoendervogels)
- Familie: Tetraonidae (Ruigpoothoenders)
- Geslacht: Tetrao
- Officiële naam: Tetrao Urogallus Linneaus
Leefgebied
De zwartbruine Auerhoen is een grotere variant van de Korhoen en de grootste Europese hoendersoort levend in bossen. De volwassen haan kon tot vijf kilogram wegen en zijn vleugels bereiken een spanwijdte van anderhalve meter. Het rijk gekleurde verenkleed en de brede waaierstaart maken de volwassen Auerhaan tot een zeer aparte verschijning. Hij behoort tot het edelste wild onder de jaagbare vogels. Dat is dan ook de reden dat de jacht op de Auerhoen tot de hoogste doelen van de Midden-Europese jagers behoort.
De Auerhoen bewoont naaldbossen met vele open stukken, af en toe ook gemengde bossen en slechts hier en daar zuivere loofwouden. Deze bossen, liefst met een ondergroei van bosbes, heide, varens e.d. Een zandige of met grind bedekte grond is ook een pré.
Waar komt de Auerhoen voor?
De Auerhoen is bijna in heel Europa te vinden, van 68 graden Noorderbreedte tot in de Alpen en de bergen van Bulgarije. In Nederland komt deze vogelsoort niet voor. In België zijn ze indertijd uitgezet in de Ardennen en zouden daar in 1932 gebroed hebben. Maar later is deze soort daar niet meer gezien. In Groot-Brittannië kwam de laatste eeuwen geen Auerhoen meer voor, maar werd als een geliefd jachtwild in 1837 weer uitgezet. Voor deze poging werden Auerhoenders uit Scandinavië gebruikt, die daarna blijvend bestandsdeel van de fauna werden, vooral in Scotland. In het oosten zet zich het verspreidings-gebied van de Auerhoen verder voort naar Azië tot in het noordelijk deel van Mongolië. Er werd vroeger veel op de Auerhoen gejaagd. Tegenwoordig vermindert dat. Men zal heel verstandig en oordeelkundig te werk moeten gaan op de jacht, als men niet wil, dat deze edele vogel in vele landeren volkomen verdwijnt.
Geslachten
De Auerhaan en de Auerhoen verschillen heel opvallend van elkaar. Zowel in gewicht als in afmetingen als in de tekening van het verenkleed. Terwijl de haan in uitzonderlijke gevallen zelfs 6 kilogram kan wegen, halen de half zo kleine hennen maar zelden twee en een halve kilogram. De donkere zwartgrauwe kleur van de haan contrasteert met het lichte geelbruine en bont gestreepte verenkleed van de hennen. De jonge vogels lijken op de hen.
De Auerhoenders zijn polygaam (paren met verscheidenne exemplaren van het geslacht). Ook in de baltstijd (tijd van het zoeken naar een partner) komen steeds verscheidene hennen bij een haan op de baltsplaats. De balts van de Auerhaan is een van de interessantste verschijningen in de Europese natuur en voor ieder mens inderdaad een belevenis. Alleen tijdens die balts, waarbij de vogel op een niet zo hoge tak zit, vergeet de Auerhaan zijn gewone voorzichtigheid.
Broeden
Zoals bij de meeste Hoenderachtigen, wordt de zorg voor de eieren en de kuikens aan het wijfje overgelaten. Begin mei of soms ook al eind april, legt de hen zes tot tien naar verhouding kleine gevlekte eieren, die ze dan ongeveer vier weken lang met grote volharding bebroedt. De jongen van de Auerhoen groeien heel vlug en tien dagen na het uitkomen van de eieren, zijn hun vleugels al zo goed gevormd, dat ze op een lage tak kunnen vliegen. De verliezen in de nesten zijn belangrijke en misschien neemt juist daarom de Auerhoen in dichtbevolkte gebieden zo snel af.