Wanneer moet je vogels voeren wat eten ze en waar leg je het
Vogels voeren kan het hele jaar door. Heel lang was men van mening dat vogels alleen in de winter gevoerd mochten worden, maar deze theorie blijkt niet te kloppen. Het is zelfs gewenst om de dieren ook in het voorjaar bij te voeren. Vooral de zaadeters als bijvoorbeeld vinken hebben het in de lente moeilijk, omdat er in de natuur nog te weinig te vinden is. Ook de insecteneters als mezen en merels kunnen een extraatje van de mens goed gebruiken. Omdat niet iedere vogel hetzelfde is, moet er ook aan diverse mogelijkheden van voedsel en van voedselplek worden gedacht. Insecteneters eten het liefst gedroogd strooivoer van dierlijke oorsprong, zaadeters de bekende vetbollen met zaden. Zaadeters eten graag vanaf voederplankjes en vogelhuisjes. De meeste insecteneters eten graag vanaf de grond. Veel mensen vinden het leuk vetbollen zelf te maken.
Wanneer moet je vogels voeren en bijvoeren
De noodzaak van bijvoeren in de zomer en herfst is niet direct aanwezig. In die periodes is er meestal voldoende aanbod van bessen, zaden en insecten. Bijvoeren is dan meer voor het plezier van de mens dan voor het diertje zelf, maar kan geen kwaad. In droge en hete zomers is het wel aan te bevelen om voor de vogels voldoende
drinkplekken te creëren.
Nog niet zo lang geleden werd je aangeraden om vogels na de winter niet meer te voeren. Men ging er van uit dat de vogels dan weer in staat zouden zijn zelf voedsel te zoeken. Door bijvoeren zouden de jongen verkeerd voedsel krijgen en daardoor al verzwakt aan het leven beginnen. Maar deze theorie is inmiddels achterhaald. Het is gebleken dat vogels zich niet op één voedselbron richten. Zij halen hooguit 20% van hun voer bij één plek.
Vogels voeren in de winter voor noodzakelijke energie
In de winter is de hulp van mensen meer dan nodig. Als het koud is, weet iedereen dat de vogels het moeilijk hebben. Ze trekken naar de huizen, omdat ze instinctief weten dat er bij de mensen voedsel te halen is.
In de winter zijn er nauwelijks natuurlijke voedselbronnen
Zaden en bessen zijn de natuurlijke voedselbronnen van de zaadeters. Deze zijn in de winter moeilijk te vinden of vaak helemaal verdwenen.
Insecten zijn de natuurlijke voedselbronnen van de insecteneters. Die zijn in de winter weggekropen.
In deze tijd is het bijvoeren door de mensen dus meer dan nodig, omdat de vogels extra energie nodig hebben om warm te blijven.
Dus ook als er geen sneeuw ligt.
Vogels voeren in de ochtenduren en aan het begin van de avond
De lichaamstemperatuur van een vogel is normaal 40 graden. Om deze lichaamstemperatuur vast te houden heeft het juist in de winter extra energie nodig.
In de ochtenduren willen ze dan ook zoveel mogelijk voedsel binnenkrijgen om de overdag de temperatuur op peil te houden.
Tegen de tijd dat het donker wordt willen ze ook zoveel mogelijk voedsel tot zich nemen om de
koude nacht goed door te kunnen brengen.
Dus op die tijdstippen voeren zal de meeste vogels aantrekken.
Gepelde pinda's in een netje
Veel mensen geven ongepelde pinda's. Natuurlijk is het een boeiend gezicht om bijvoorbeeld een mees bezig te zien om de schil van een pinda open te krijgen. Als het diertje succes heeft, kan het na het geploeter een pindaatje pakken en zal na enige tijd weer terugkomen om een poging te doen een nieuwe los te peuteren. Weer leuk om te zien, maar het vogeltje heeft hiervoor wel heel veel energie onnodig moeten verbruiken. Pinda's kunnen ook
gepeld aangeboden worden in een netje. De vogel krijgt hetzelfde voedsel, maar heeft daarvoor aanzienlijk minder energie verbruikt. Energie die het hard nodig heeft om
warm te blijven.
Vogels voeren in het voorjaar
In het voorjaar hebben de vogels wel degelijk de hulp van de mens nog nodig. De lente biedt meestal meer warmte, waardoor het gebruik van de energie niet meer daarvoor gebruikt hoeft te worden, maar het aanbod van voedsel is het probleem.
Er is aan het begin van de lente nog te weinig aanbod van insecten en zaden
- In het voorjaar beginnen de planten te bloeien en te groeien. Maar er zijn nog geen of te weinig zaden en bessen.
- Voor de zaadeters is er in de natuur nog te weinig om voldoende tot zich te krijgen. Toch moeten deze vogels voldoende energie hebben voor de voortplanting.
- De insecteneters moeten voor hun jongen insecten verzamelen. Maar vooral in het begin van de lente kan er nog te weinig aanbod van insecten zijn.
- Beide groepen vogels voeden zich dan nog met wat zij bij de mensen kunnen vinden.
Welk voer geef je de vogels en op wat voor een plek
Omdat niet iedere vogel hetzelfde is, moet er ook aan diverse mogelijkheden van voedsel en van voedselplek worden gedacht.
Zaadeters hebben een andere voorkeur voor een voedselplek dan insecteneters.
Wat geef je de insecteneters
Geef deze vogels universeel voer.
Universeel voer is gedroogd voer van dierlijke oorsprong en te koop in de dierenwinkel.
Waar leg je het
Insecteneters eten graag vanaf de grond, wat inhoudt dat het voer op een beschutte plaats moet worden gestrooid.
Struiken in de buurt als vluchtmogelijkheid.
Insecteneters hebben spitse, dunne snavels, waarmee ze ook wel eens van de zaadbollen en pinda's zullen eten.
Enkele insecteneters zijn
roodborstjes, heggenmussen, winterkoninkjes, merels en mezen.
Mezen zien we iets minder vaak op de grond. Het zijn acrobaten aan de vetbollen en eten ook graag van de voederplank.
Wat geef je de zaadeters
Zaadeters zijn dol op vetbollen, ongebrande pinda's en zaden.
Waar leg je het
Zij eten graag vanaf voederplankjes, voedertafels en uit voederhuisjes.
Met hun kegelvormige, krachtige snavel halen ze het voer weg
Enkele zaadeters zijn
mussen, groenlingen en vinken.
Waarschuwing
- Geef vogels nooit zout voedsel of margarine. Margarine heeft een laxerende uitwerking.
- Voorkom dat de vogels met poten of vleugels in het water komen. Dek het waterbakje af met gaas.
Zelf vetbollen, kerstvetbollen en dennenappel met vet maken
Natuurlijk kan men in de supermarkt of dierenwinkel kant en klare vetbollen kopen, maar niet alleen kinderen vinden het leuk om zelf een vetbol te maken.
Maak zelf een vetbol/ mezenbol
- Smelt in een pan ongezouten frituurvet/rundvet ( 1,5 kg).
- Voeg als het vet warm is, niet heet, al roerend universeel vogelvoer, (te koop als ´strooivoer´ in de supermarkt) of ´speciaalvoer´ voor insecteneters toe. (te koop in de dierenwinkel) Ongeveer 1 kg voor het geheel.
- Giet het warme mengsel in een vorm, bijvoorbeeld een blikje of een boterkuipje.
- Leg in die vorm, voordat het mengsel stolt, een draad van bijvoorbeeld katoen of vliegertouw.
- Laat het draad ruim uitsteken.
- Als het nog niet volledig gestold is, kan je het kneden in de vorm van een bal.
- Laat het mengsel nu helemaal stollen. Klaar. Ophangen aan het uitstekende draad
Vetbollen in de vorm van kerstfiguren
- Doe hetzelfde als hierboven omschreven.
- Als het vet nog niet helemaal is gestold, kan je het nog kneden of met een bakvorm een figuur maken.
- Maak met koekjesvormpjes een vorm van bijvoorbeeld een ster of dennenboom.
Vet in een grote dennenappel
Vooral de zaadetende vogels worden aangetrokken door dennenappels, waarin in het voorjaar en zomer de zaden zitten.
In de winter is een dennenappel nog steeds een lokker, wanneer tussen de schubben vet te vinden is.
Zo maak je het:
- Maak een draad aan de dennenappel vast.
- Doe een geopend plastic zakje in een kopje of beker.
- Vul deze met het mengsel waarmee ook de vetbollen worden gemaakt.
- Doe de dennenappel hierin.
- Laat de draad eruit steken.
- Druk het zakje stevig om de dennenappel.
- Laat het geheel afkoelen.
- Knip het zakje los.
- Hang de dennenappel op.