Vogels voeren het hele jaar door
Hoewel het voeren van vogels in de winter nodig is, is het een fabeltje dat je alleen in de winter vogels bij mag voeren. Het is voor de vogels juist goed, dat ze het hele jaar door een extra maaltje krijgen. In de winter is het echt noodzakelijk: dan verliezen vogels 10 procent aan lichaamgewicht. Ook heeft een vogel heeft een hoge lichaamstemperatuur (circa 40 graden), en ook 's nachts moeten ze op temperatuur blijven. Wanneer ze dan niet bijgevoerd worden, leggen ze sneller het loodje.
's Morgens is het dan ook altijd een komen en gaan van vogels in tuinen waar wat te halen valt. Ook in de lente hebben vogels het moeilijk, althans de zaadeters zoals de
mus. Ze kunnen niet genoeg eten vinden in de natuur maar moeten energie steken in de voortplanting. Mezen en heggenmussen eten insecten, maar die insecten geven ze aan hun kindjes. Ze voeden zichzelf met wat er te eten valt in tuinen. Het is niet zo dat een vogel dusdanig verwend raakt, dat hij lui wordt en zelf niet meer gaat zoeken. Vogels blijven het grootste gedeelte van hun voer uit de natuur halen.
Echter, als
meeuwen, reigers, eenden en andere soorten extra eten krijgen, hebben ze een lagere weerstand dan dit soort vogels die niet werden bijgevoerd. Om als voorbeeld te noemen: een eend wordt zo'n 11 jaar, maar in stedelijke populaties worden ze hooguit twee jaar.
Elke vogel z'n eetgewoonte
De
heggenmus eet graag van de grond, de
mees wil zijn hapje in de boom nuttigen en de
merel eet het liefst van een voederplank. Op welke plek dan ook: het moet sneeuwvrij zijn en graag in de buurt van struiken of haag. Pas op voor het neerleggen van teveel voer, dit trekt ratten aan. Zout voedsel is uit den boze, dus geen kaas, brood en margarine. Margarine heeft voor vogels een laxerende werking.
Pas op met water: als vogels gaan badderen kunnen ze bevriezen. Om dit te voorkomen kun je suiker oplossen in het water of het vogelbad afdekken met gaas. Het water moet ook iedere dag verschoond worden.
Creatief vogels bijvoeren
De meeste mensen voeren bij door middel van pindaslingers en mezenbollen en zijn hierin weinig creatief. Er zijn leukere manieren om de beestjes eten te geven, zodat je twee vliegen in één klap vangt: de vogels komen niets tekort, en je hebt een leuke tuindecoratie. Een paar ideeën zijn een tulband voor vogels en een krans.
De tulband voor vogels
Je hebt frituurvet nodig en vogelzaad. Je verwarmt twee pakjes frituurvet en doet er dan een kilo vogelzaad bij. Je laat dit stollen in de tulbandvorm en een dag later haal je het eruit. Wanneer dit moeilijk gaat, houd je de tulband even onder warm water.
De krans
Een tulband in de tuin zetten is op zich een beetje saai, dus kun je de tulband in het midden van een krans zetten.
- Je hebt hiervoor een stuk kippengaas nodig van 60cm bij 60cm en die knip je in het midden een beetje in zodat je de binnenkant wat omhoog kan vouwen. De buitenranden vouw je om zodat er een ronde vorm ontstaat. Je hebt dan een lege krans van gaas.
- Je vult de krans met mos (dit haal je gewoon uit het bos), het kan ook spagnum zijn en je verdeelt er vijf potjes narcissenbolletjes over. Daartussen zet je blokjes oase (vijf blokjes).
- In de oase steek je groen zoals hedera, steeneik of eucalyptus. Je kunt om de krans nog wat robuuste takken leggen, zoals de takken van een sering. Ze kunnen worden vastgezet, wanneer nodig.
- Je legt de tulband in het midden, op een verhoging van bijvoorbeeld baksteen.