Vogels voeren (lente, zomer, herfst, winter)
Vroeger dacht men dat je vogels alleen moest voeren in lange perioden van vorst, maar inzichten kunnen veranderen. Tegenwoordig zegt men dat je vogels het hele jaar voer kunt bijgeven, in alle jaargetijden gebruiken ze namelijk veel energie. Wat kun je voeren aan vogels en wat juist niet? Je kunt het voer op verschillende manieren aanbieden: op een voederplank, een voederhuisje of op de grond.
Inhoud artikel
Vogels en het gebruik van energie het hele jaar door
Een vogel gebruikt het hele jaar door veel energie. In de wintermaanden wordt de energie voor andere zaken ingezet dan in de zomermaanden:
- Wintermaanden: het houden van de juiste temperatuur.
- Voorjaar: energie is nodig voor het nestelen en het leggen van eieren.
- Na het leggen van de eieren: energie nodig om het nest te verdedigen en de jonkies te laten opgroeien.
- Najaar: de wintermaanden komen in zicht en daar moeten reserves voor worden opgebouwd.
Bijvoeren van vogels het hele jaar door
Hierboven kun je lezen waar een vogel gedurende het jaar energie voor nodig heeft. Je kunt ze het hele jaar door bijvoeren en hoeft echt niet bang te zijn dat vogels overvoerd raken. Als ze geen honger meer hebben, zullen ze niet dooreten. Ook raken ze het zelf zoeken naar voedsel niet ontwend. Wat belangrijk is bij het voeren is dat het op de juiste manier gebeurt.
Bijvoeren in de lente, zomer, herfst en winter
Lente
In de lente hebben vogels veel te doen: een partner uitkiezen, het bouwen van een nest, het leggen van eieren en het op laten groeien van de jonge vogeltjes. Belangrijk in de lente zijn eiwit en kalk. Vet staat niet meer op het menu, dus geen vetbollen, pinda's in de lente. De vogels komen aan hun eiwitten door deze te halen uit rupsen, wormpjes en insecten. Ook kalk vinden ze in hun voedsel wat ze uit de natuur halen. Je kunt de vogels een handje helpen met goed uitgekookte eierschillen die je hebt fijngestampt. Pas op, je mag geen melk geven. Heel veel jaren werd gedacht dat bijvoeren van vogels in de lente niet goed was. De jonkies zouden de zaden en noten onvoldoende kunnen verteren. Maar het is gebleken dat de volwassen vogels het moeilijk verteerbare voer tot zich nemen en de jonkies eten insecten. Alleen als er echt een tekort is aan voedsel dan kunnen de ouders de jonkies zaden en noten geven. Geef daarom absoluut geen hele pinda's als vogelvoer in het voorjaar, als de jonkies ze krijgen zouden ze er in kunnen stikken.
Zomer
In de zomer is voedsel dat rijk is aan eiwitten belangrijk voor vogels. Ze krijgen een mooi kleed van veren, nodig om de vogel te beschermen tegen de kou in de wintermaanden of om de lange vliegtocht naar het zuiden te maken. Vogels kunnen zelf aan de eiwitten komen door wormen en insecten te eten, maar je kunt helpen door die insecten en wormen te lokken. Zorg voor bloeiende planten in de tuin om insecten aan te trekken en wormen kun je aan de oppervlakte krijgen door het gras te sproeien.
Herfst
In de herfst treffen vogels vaak voorbereidingen voor de winter. Ze gaan alvast op zoek naar plaatsen waar ze ook in de koude wintermaanden wat kunnen vinden. Als je gaat voeren dan kun je deze vogels ook verwachten als het winter wordt. Veel vogels genieten van bessen uit de struiken die vitamines bevatten. Als het in de herfstperiode al erg koud wordt dan kun je vetbollen en pinda's ophangen. Je moet er wel op letten dat het voer niet beschimmelt.
Bron: Foto infoteur Winter
In de winter kunnen vogels het moeilijk hebben. Er zijn weinig bessen, zaden en insecten te vinden en ze moeten veel energie steken in het op de goede temperatuur houden van hun lijfje. Wat extra voer kunnen ze daarom goed gebruiken en vetbollen en pinda's zijn ook zeer welkom. Over het wel of niet mogen neerzetten van water bestaan verschillende opvattingen. Zet je water neer, zorg er dan in ieder geval voor een ondiepe schaal met zuiver water. Voeg dus géén zout of suiker of iets anders toe. Span over de schaal een stuk gaasdraad of leg er een roostertje op. Dit voorkomt dat de vogels er in gaan baden en de veren bevroren raken. Als er sneeuw ligt dan is het niet nodig om water te geven, de vogels eten dan van de sneeuw.
Goed voor verschillende soorten tuinvogels
- Strooivoer;
- Ongebrande pinda's (winter);
- Vetbollen (winter);
- Fruit zoals appel, peer, banaan, druif (brokken, geen kleine stukjes);
- Brood (bruinbrood, kruimels);
- Zonnebloempitten;
- Ongekookte havermout;
- Meelwormen;
- Gekookte aardappels in schil (winter).
Slecht voor vogels
- Melk (kunnen vogels niet verteren);
- Gezouten etenswaren (zout is zeer ongezond voor vogels);
- Noten die gezouten en gebrand zijn;
- Margarine en olie: zachte vetten verminderen de waterdichtheid van de veren en werken laxerend;
- Ongekookte rijst, verdroogde kokosnoot (dit voedsel gaat zwellen in de maag van de vogel).
- Erwten, linzen, bonen en dergelijke: dit eten is te groot van formaat voor de meeste vogels in de tuin.
Voederplank, voederhuisje of op de grond
Je kunt voer op een voedertafel, in een voederhuisje of op de grond strooien. Voordeel van een huisje is dat het voedsel niet vochtig kan worden, bij een voederplank is het voordeel dat vogels bij onraad gemakkelijk weg kunnen vliegen. Bij een voederplank is het belangrijk dat je deze regelmatig schoonmaakt. Voorzie de plank van openingen om het overtollige water af te kunnen laten lopen. Strooi je het op de grond en er ligt sneeuw, haal dit dan eerst weg. Er zijn vogeltjes die wat schuw zijn zoals winterkoninkjes, heggemussen, strooi voor hen wat op de grond, bij voorkeur onder wat struiken. Laat het voer niet te lang liggen, het kan ongedierte aantrekken of het kan bederven. Je kunt voedsel afschermen met wat gaas of een speciale korf om ervoor te zorgen dat kraaien en meeuwen alles opeten.
Strooivoer, pinda's, vetbollen en meelwormen
Strooivoer
Je kunt mengsels van zaden kopen vanaf het najaar bij tuincentra, dierenwinkels maar ook bij supermarkten. Let erop dat je geen mengsels koop met grote korrels, deze zijn niet geschikt voor tuinvogels. Een geschikt mengsel bevat: kleine zaden, stukjes pinda, stukjes maïs en zonnebloempitten.
Pinda's
Pinda's niet geven in de lente en zomer, jonge vogeltjes kunnen erin stikken. Je kunt in de koude maanden doppinda's aan een slinger hangen of in een korfje doen. Gepelde pinda's kun je in een silo doen. Er bestaan ook pindablokken, deze blokken bevatten zaden en insecten. Je kunt ze onder andere aanschaffen via de Vogelbescherming.
Vetbollen
Vetbollen zijn geschikt voor de koude maanden, anders loop je het risico dat het vet bederft. Een vetbol bestaat uit een mengsel van zaden gegoten in een harde soort vet. Je kunt ze kopen in de winkel of zelf maken. Soms worden vetbollen erg hard als het vriest, je kunt ze dan in stukjes hakken en op een voederplaats neerleggen.
Meelwormen
Je kunt gedroogde meelwormen kopen, deze zijn een grote energiebron voor vogels in de broedtijd. De volgende vogels lusten graag meelwormen: roodborstje, pimpelmees, winterkoning en boomkruiper.