Grasparkieten: enkele weetjes

Grasparkieten komen oorspronkelijk uit Australië. Daar trekken ze luid en kwetterend in grote zwermen rond, op zoek naar voedsel. Het zijn vogels die graag in gezelschap zijn, dus als je beslist om een grasparkiet in huis te halen koop je er beter twee, dan zijn ze nooit alleen.

Grasparkieten zijn niet altijd groen

Oorspronkelijk waren grasparkieten enkel in het groen te krijgen, maar er wordt nu al zo’n honderdvijftig jaar mee gekweekt waardoor ze in vele kleuren verkrijgbaar zijn. Bij jonge vogeltjes is het verschil tussen mannetjes en popjes (vrouwtjes) moeilijk te zien. Maar eens ze volwassen zijn, na een maand of vier, zie je het wel gemakkelijk. Boven het bekje hebben de vogeltjes een washuid waar de neusgaten zitten. Bij de mannetjes kleurt die blauw, bij de popjes is die bruin. Grasparkieten zijn niet graag alleen waardoor het beter is dat je twee mannetjes, twee popjes of een koppeltje neemt.

Echte klimmers

Als je naar de poten van een grasparkiet kijkt zie je een duidelijk verschil met zangvogels. Die hebben drie teentjes vooraan en eentje achteraan. Bij grasparkieten is dat net zoals bij de papegaaien twee vooraan en twee achteraan. Omdat de grasparkiet familie is van de papegaai klimt hij heel erg graag. Neem dus zeker een kooi met horizontale spijlen. Een extra laddertje om toeren uit te halen mag er zeker bij en ook speelgoed zoals een belletje of een schommel tegen de verveling mag natuurlijk niet ontbreken. Koop nooit zitstokjes in plastiek maar in hout van verschillende diktes omdat dit beter is voor de pootjes.

Niet in de keuken zetten

Zorg ervoor dat de kooi van de grasparkiet groot genoeg is en leg op de bodem fijngemalen schelpjes of grit. Zet de kooi niet op een te warme of tochtige plaats en ook niet in de keuken want grasparkieten kunnen doodgaan aan de dampen die pannen met een antiaanbaklaag maken. Hou daar ook rekening mee indien je met de hele familie gaat racletten of gourmetten in de woonkamer. Sluit de kooi steeds goed af, want grasparkieten zijn erg nieuwsgierig en kampioenen in het ontsnappen.

Verzorging

Geef de kooi regelmatig een poetsbeurt. Je kunt een badje hangen of de grasparkiet een beetje benevelen met een plantenspuit want sommige grasparkieten vinden baden helemaal niet fijn. Er is speciaal grasparkietenvoedsel in de handel verkrijgbaar, maar je mag de vogel best wat extra’s toestoppen in de vorm van groenten of fruit. Geef echter nooit avocado, rabarber of chocolade, want die zijn giftig voor je parkiet. Hang ook een sepia of zeeschuim in de kooi omdat ze daar extra kalk uit halen en dat scherpt ook hun naveltje. Elke dag vers drinkwater is natuurlijk ook een must.

Langzaam temmen

Om je grasparkiet tam te maken moet je zeker zijn dat je een jonge vogel hebt, want een volwassen exemplaar temmen is onbegonnen werk. Laat het vogeltje de eerste dagen zoveel mogelijk met rust zodat het kan wennen aan de nieuwe omgeving. Tussentijd moet je er wel veel mee praten. Na enkele dagen mag je voorzichtig je hand in de kooi steken om de grasparkiet iets lekkers aan te geven. Doe dit eerst vlak bij het stokje zodat het vogeltje er bij kan. Indien je het voedsel elke dag een beetje verder houd, zal de grasparkiet wel verplicht zijn om op je hand te komen zitten, maar je moet wel veel geduld hebben.

Wie weet hoe de wilde grasparkiet in de vrije natuur leeft, zal zijn huisdier ook beter kunnen begrijpen.