Vogelstand dramatisch achteruit
Het gaat nog steeds bergafwaarts met de vogels in Europa en ook in Nederland. Op 20 mei 2015 werd door de Europese Commissie een grootschalig onderzoek gepresenteerd waaruit blijkt dat maar liefst één op de drie vogelsoorten in Europa wordt bedreigd. De belangrijkste oorzaken zijn de intensieve landbouw en de aantasting van natuurlijke leefgebieden. Het rapport is verschenen onder de titel ‘State of nature in the EU’ en is het omvangrijkste onderzoek naar de flora en fauna dat ooit in Europa is gehouden. Nederland vormt helaas geen uitzondering op dit slechte bericht, ook hier is het ondanks de Vogel- en Habitatrichtlijn de bescherming van vogelsoorten nog steeds niet succesvol.
Bron: Ton Ebben Nederland en ‘De nieuwe wildernis’
De film ‘De nieuwe wildernis’ lijkt op een bevestiging dat het met de natuur in Nederland er heel goed voorstaat. Dit is echter een groot misverstand. De Oostvaardersplassen, is een gebied waar de natuur zijn gang heeft mogen gaan in de drooggelegde Flevopolder en daar speelt de film zich af. De meeste mensen kennen het gebied slechts heel beperkt omdat het grootste gedeelte niet voor publiek toegankelijk is. EMS FILMS, verantwoordelijk voor ‘De nieuwe wildernis’ heeft exclusief toestemming gekregen om alle seizoenen in de Oostvaardersplassen te filmen. In de film is te zien dat bij goede maatregelen de mens zeer wel in staat is om daadwerkelijke bescherming te kunnen bieden als men daartoe ook echt de intenties heeft. Daar ontbreekt het bij onze overheid nog als eens aan, ongeacht welke coalitie dan ook aan het bewind mag zijn.
Beleid ministerie
Op de website van het ministerie van Economische Zaken lezen we onder meer: “We zetten ons in voor een uitstekend ondernemersklimaat en een sterke internationale concurrentiepositie. Door de juiste randvoorwaarden te creëren en door ondernemers de ruimte te geven om te vernieuwen en te groeien. Door aandacht te hebben voor onze natuur en leefomgeving. Sterke landbouw en levendige natuur zijn noodzakelijk voor duurzame groei en een gezonde economie." Het is dan wel duidelijk waar de prioriteiten liggen er is aandacht is voor een levendige natuur, maar in het geheel geen duidelijke beleidsdoelen. Daarbij lijkt het ook niet uit te maken welke regering aan de macht is.
Bron: Ton Ebben Er is een tijd geweest, nog niet zo heel lang geleden, dat Nederland de toon zette bij het Europese natuurbeleid. In 2010 werd er echter een fundamentele omslag gemaakt bij de intrede van het eerste kabinet Rutte. CDA staatssecretaris Henk Bleker, met onder meer natuur in zijn portefeuille, gooide het roer om en de budgetten voor natuur werden stevig gekort, soms tot 70%. Dit was een duidelijk signaal dat Nederland zich weinig gelegen liet liggen aan ‘De Vogelrichtlijn’ (79/409/EEG) die als doel heeft om alle in het wild levende vogelsoorten en hun leefgebieden te beschermen.
Op grond van deze richtlijn zijn in Nederland 79 gebieden aangewezen die bescherming moeten bieden aan bedreigde (trek)vogels. Naast ‘De Vogelrichtlijn’ is ‘De Habitatrichtlijn’ (92/43/EEG) van kracht die als doel heeft om de veelheid aan planten en dieren (biologische diversiteit) te behouden door het in stand houden van hun natuurlijke leefgebieden. Net als bij ‘De Vogelrichtlijn’ dienen Europese lidstaten beschermingszones voor bedreigde dieren en planten aan te wijzen en die te handhaven. De gebieden die worden aangewezen als speciale beschermingszones onder de ‘Vogel- en Habitatrichtlijn worden in Nederland als ‘Natura 2000’ aangeduid. In totaal gaat het dan om 162 gebieden. In deze gebieden komen Europees beschermde dier- en plantensoorten voor.
Nederland heeft zich overigens nooit erg druk gemaakt om de Europese richtlijnen over te nemen in de nationale wetgeving. Het Europese Hof van Justitie moest eerste Nederland op de vingers tikken om zijn speciale beschermingszones aangewezen te krijgen. Maar ook andere verplichtingen en verboden uit de richtlijnen waren in april 2005 nog steeds niet voldoende omgezet in de Nederlandse wetgeving en dat leidde opnieuw tot een veroordeling door het Hof van Justitie.
De aanwijzing van de ‘Natura 2000’-gebieden is natuurlijk belangrijk voor de bescherming van de vogels, maar indien we bedenken dat 60% van de bedreigde vogelsoorten niet in deze aangewezen gebieden leeft dan kunnen er vraagtekens worden gesteld of de aanwijzing van deze gebieden wel voldoende effectief is om de doelstellingen van de richtlijnen te halen. Met de Natuurbeschermingswet, die in oktober 2005 in werking is getreden, zou dit alles gecorrigeerd worden, maar ‘Vogelbescherming Nederland’ stelde het standpunt dat de bepalingen uit de ‘Vogel- en Habitatrichtlijn’ nog steeds onvolledig zijn.
Nederland doet het heel slecht
Uit het onderzoek van de Europese Commissie is ook gekeken hoe de afzonderlijke lidstaten hun verplichtingen nakwamen. Uit die rapportage blijkt dat Nederland op veel gebieden het slechter doet dan de meeste andere Europese lidstaten. In Nederland verkeren de belangrijkste natuurgebieden op Europees niveau in een slechte staat van instandhouding. De bijzondere natuurwaarden staan in deze Nederlandse gebieden daarom onder druk omdat deze gebieden nog steeds niet goed beheerd worden.
Bron: Ton Ebben In de lijst van 26 landen die de Europese Unie rijk is staat Nederland op de 23 plaats en dat is natuurlijk beschamend voor een land dat nog maar relatief kort geleden een voortrekkersrol vervulde. Vogelbescherming Nederland meent dan ook dat de Europese natuurregels veel beter nageleefd moeten worden. Daarbij gaat het niet alleen over de ‘Natura 2000’-gebieden die wel zijn aangewezen, maar waar op geen enkele wijze wordt toegezien op de naleving van regels. Voor handhaving is onvoldoende of helemaal geen capaciteit.
Eén op de drie vogelsoorten in Europa wordt bedreigd en 17% wordt ernstig bedreigd. Ook in Nederland zien we dat sommige soorten achteruit hollen. De zomertortel en de veldleeuwerik zijn met 90% afgenomen. De ortolaan is inmiddels uit het Nederlandse landschap helemaal verdwenen. Al vele jaren gaat het met vele weidevogels heel slecht. Belangrijkste oorzaken van de achteruitgang zijn hier de intensieve landbouw en ook de aantasting van de natuurlijke leefgebieden.
Goede bescherming werkt
Maar het onderzoek laat ook zien dat een goede bescherming werkt. Uit het onderzoek blijkt dat Europa het de biodiversiteitsdoelstellingen op deze manier niet zal gaan halen vooral omdat veel afgesproken maatregelen niet worden doorgevoerd. Waar de regels wel zijn ingevoerd zijn heel snel goede resultaten te zien. Planten en dieren die verdwenen waren komen weer terug zoals de kraanvogel die in Europa in aantal is toegenomen. Sedert 2001 is de kraanvogel ook in Nederland een broedvogel en de broedparen in Nederland nemen toe. Ook de zeearend is terug en de bever is in Nederland op veel plaatsen een vertrouwde verschijning. Ook de raaf heeft zich in Nederland succesvol kunnen vestigen. Het wordt daarom tijd dat de natura 2000-gebieden niet alleen maar planologisch op de kaart staan, maar dat er ook daadwerkelijk werk wordt gemaakt van inrichting, beheer en toezicht in deze gebieden.
Uitholling van natuurwetgeving?
Ongeveer gelijktijdig met het verschijnen van het rapport kondigde de Europese commissie aan dat men de komende tijd de wetgeving tegen het licht zal gaan houden. Natuurorganisaties vrezen dat dit wel eens zou kunnen leiden tot een afzwakking van de richtlijnen. Het State of Nature rapport laat zien dat de Europese natuurbeschermingsregels hard nodig zijn. Van de 804 Europese natuurgebieden verkeren er 77% in slechte staat en bij een versoepeling van de regels zal het daar straks zeker niet beter mee gaan.
Living Planet Report
Enkele maanden na het verschijnen van de EU publicatie State of Nature verscheen in oktober 2015 van het Wereld Natuur Fonds het Living Planet Report Natuur in Nederland. Daarin is sprake van een voorzichtig herstel van diersoorten in Nederland. Maar ook wordt aangegeven dat dit herstel gering en kwetsbaar is. De gemiddelde toename van dieren in Nederland komt grotendeels voor rekening van de sterke opleving in rivieren en drassige gebieden. De verbetering van de waterkwaliteit is daar in grote mate verantwoordelijk voor. Overigens gaat het dan niet alleen over vogelsoorten maar alle diersoorten.
Intensieve landbouw
Op land constateert ook deze studie dat de situatie zorgelijk blijft, ook voor de vogels. Als oorzaak wordt vooral de intensieve landbouw aangewezen. De dieren die in de agrarische gebieden leven lijden onder de zware bemesting, waterstandverlaging en het (vroege) maaien van weilanden en het gebruik van pesticiden. Veel weidevogels en andere vogels van het boerenland gaan hard achteruit of verdwijnen. Door de stikstofuitstoot van de intensieve veehouderij groeien duinen en heidevelden dicht. Vogels en andere dieren die open gebieden nodig hebben dreigen ook daar te verdwijnen. De intensieve landbouw is uiterst schadelijk voor onze vogels en andere dieren. Als er geen milieubesparende methodes in de landbouw en veeteelt tot ontwikkeling komen zal de achteruitgang en het verdwijnen van vogelsoorten alleen maar doorzetten. Ook andere diersoorten zullen door deze achteruitgang worden getroffen.