Gezondheid en conditie bij postduiven
Postduivensport is geen kwestie van duiven die heel snel kunnen vliegen. Het is vooral een oriëntatiesport. De weg van A naar B via de kortste weg af leggen, daar gaat het om. Maar het gaat ook om de drang om naar huis te willen. Motivatie dus. Maar bij deze drang past ook een uitstekende conditie. De basis van conditie is gezondheid. Voor goede prestaties is een goede gezondheid noodzakelijk en als we die goede gezondheid kunnen combineren met een drang om naar huis te willen en een uitstekende conditie, dan zijn de basisvoorwaarden voor bovengemiddelde prestaties aanwezig.
Gezondheid
Een gebruikelijke definitie van gezondheid is die van de Wereldgezondheidsorganisatie uit 1948. Deze luidt: "Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijk gebreken." Of deze definitie nu al dan niet 1-op-1 van toepassing is op dieren is misschien een punt van discussie, maar op hoofdlijnen is deze definitie zeker bruikbaar om naar de gezondheid van duiven te kijken. De afwezigheid van ziekte of een ander lichamelijk gebrek is de basis, maar er moet ook sprake zijn van lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn. Als we dit vertalen naar de postduiven dan kunnen we de volgende zaken vaststellen:
Bron: Ton Ebben G
Afwezigheid van zieke of een ander lichamelijke gebrek
Misschien de meest duidelijke voor onze duiven. Zoals alle andere levende wezens kunnen duiven het slachtoffer worden van allerlei ziekten. Bij het streven naar afwezigheid van ziekten speelt preventie een primaire rol. Soms is dat heel goed mogelijk met vaccinaties die een ziekte kunnen voorkomen. Bij duiven kunnen we succesvol vaccineren tegen het paramyxovirus en tegen pokken. Ook tegen paratyfus kan worden gevaccineerd. De resultaten van deze vaccinatie zijn minder duidelijk dan de andere vaccinaties. Mocht je tot deze vaccinatie besluiten dan is het noodzakelijk het vaccinatieschema te volgen en dat kan op gespannen voet staan met het wedvluchtseizoen van de duiven. Er kan namelijk niet worden volstaan met een vaccinatie per jaar. Voor het bestrijden van endo- en ectoparasieten zijn prima druppels in de handel die op de huid van de duif kunnen worden aangebracht.
Goede huisvesting kan ook problemen voorkomen. Duiven dienen te beschikken over een droog, tochtvrij en zuurstofrijk hok. Op duivenhokken zien we geen duiven met structurele lichamelijke gebreken. Wel zijn er op gezette tijden tijdelijke lichamelijke gebreken vanwege een lichamelijk trauma opgelopen bij een mislukte aanval van een roofvogel of door aanvaringen tijdens het vliegen tegen draden of andere obstakels. Dergelijke verwondingen genezen vaak opzienbarend snel. Soms moet de wond worden gehecht. Men moet wel voorzichtig zijn om duiven die gewond zijn geweest weer te snel in te zetten op wedvluchten. Eerst als een duif op een trainingsvlucht van je eigen duiven over een afstand van 40 tot 50 kilometer weer thuis komt gelijktijdig met je andere duiven, kun je de duif op een wedvlucht zetten van ongeveer 200 kilometer. Zijn daar geen problemen met een tijdige thuiskomst dan is de duif voldoende hersteld om ook weer aan verre vluchten deel te nemen.
Bron: Ton Ebben Lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn
Hier komen we op een reeks van gedragingen die van belang zijn om naast de afwezigheid van ziekte of lichamelijk gebrek de duif gezond te laten zijn. Lichamelijk welzijn bereiken we door de duif aan zijn natuurlijke behoeften te laten voldoen. Dat wil onder meer zeggen dat een (post)duif in een groep moet leven, een partner moet hebben, op gezette tijden een nestje moet kunnen grootbrengen, regelmatig een bad moet nemen, moet kunnen vliegen, een eigen plek moet hebben in het hok, moet kunnen scharrelen op het gazon en/of in het hok en vrij zijn van honger en dorst. De hier genoemde zaken hebben de volgende consequenties. De postduif is een nakomeling van de Rotsduif, de Columba livia. Deze soort leeft in groepen en is een koloniebroeder. De duif in een paartje houden lijkt niet voor de hand te liggen. Veel gedrag wat duiven in een groep vertonen zoals dreigen en vechten, baltsen tegen andere duivinnen en territoriumgedrag komen dan niet voor. Een duif alleen houden of huisvesten is helemaal ongewenst. De duif mist dan niet alleen de groep, maar belangrijker nog een partner. Van zijn uitgebreid gedragspatroon blijft een solitaire duif dan in belangrijke mate verstoken en dat zal zijn weerslag hebben op zijn geestelijk welbevinden. Ook zelfverzorging is een natuurlijke behoefte van een duif. Zo nemen duiven regelmatig een bad en we moeten er dan ook voor zorgen dat ze dit op zijn minst wekelijks kunnen doen. Het geven van een bad is bovendien een mooie gelegenheid om eventuele luizen in het gevederte te bestrijden. Er zijn speciale badzouten voor duiven in de handel, maar aan tien liter water een flinke scheut azijn en een eetlepel zout toevoegen is ook prima. Het vrij laten vliegen van duiven heeft de voorkeur boven het vliegen onthouden. Als de duiven niet worden uitgelaten dan is een ruim hok of ren waarin de duiven stukjes kunnen vliegen gewenst, op de bodem kan men het beste wat strooisel leggen om het op de grond scharrelen mogelijk te maken.
Bron: Ton Ebben Worden de duiven op schapjes gehuisvest dan dient men er zorg voor te dragen dat er altijd enkele schapjes meer op het hok zijn dan duiven. Duiven in bakken dienen ieder een eigen bak te hebben. Een bak is voldoende voor een doffer of voor een koppel. Duivinnen die bij elkaar op een hok zitten kan men het beste schapjes geven of een niet te ruime loketkast. Is de loketkast te ruim dan zullen de duivinnen als snel 'aanlopen' en eieren gaan leggen. Het spreekt voor zich dat de duiven steeds de beschikking moet hebben over drinkwater. Tweemaal per dag voeren is het beste. Als er na 5 minuten nog voer in de bak ligt heb je te veel gevoerd.
Bron: Ton Ebben Ziekten
Ook bij een goede preventieve zorg kan het nog steeds gebeuren dat duiven het slachtoffer worden van een ziekte. Ziekten zijn vaak een gevolg van het feit dat er sprake is van onvoldoende weerstand. Een veel voorkomende ziekte als 't Geel (Trichomonas gallinea) kan na inspanningen, zoals wedvluchten of het grootbrengen van jongen, de kop opsteken. Dit behoeft echter geen reden voor paniek te zijn. Gewoonlijk verdwijnt dit weer na enkele dagen rustig aandoen. Ook Coccidiose is een aandoening die zonder medicamenten weer verdwijnt als men extra hygiëne maatregelen neemt zoals het schoon- en droogbranden van de bodem van het hok. Hiermee wordt de veroorzaker van deze aandoening gedood. Bij een droge bodem even de bodem met een bloemspuit wat vernevelen om het opwaaien van de eitjes te voorkomen. Ornithose, veelal een combinatie van virussen en bacteriën, kan komen omdat de duiven op de tocht zitten. Maar zoals gezegd is het vaak de weerstand die maakt of een duif ziek wordt. Zieke duiven dienen behandeld te worden door een dierenarts, bij voorkeur een gespecialiseerde duivenarts. Voor voldoende weerstand is de eigenaar, binnen de grenzen van het mogelijke, zelf verantwoordelijk.
Bron: Ton Ebben Voeding en voedingssupplementen
Er zijn vele soorten duivenvoeders in de handel. Daarbij heeft men de keuze tussen voeders geschikt voor te vliegen, voor de rui, voor de kweek, enzovoort. Deze mengelingen zijn als basis heel goed bruikbaar. Vooral bij de kweek en bij wedvluchten is op de standaardmengeling nog wel extra aandacht vereist. Duiven die op vluchten boven de 350-400 kilometer gaan kunnen het beste daags voor het inkorven voorzien worden van extra vetten. Gepelde zonnebloempitten en hennepzaden zijn hier heel geschikt voor. Ook kunnen er wat pinda's bijgevoerd worden. Vliegende duiven verbruiken eerst suikers, maar schakelen dan al snel over op vetverbranding. Wat extra vetreserve verstrekken op verre vluchten is dan ook een prima maatregel. Naast het voer dienen de duiven altijd de beschikking te hebben over grit. Duiven hebben geen tanden en grit is behulpzaam bij het fijnmalen van het voer in de spiermaag van de duiven. Naast grit dienen de duiven ook mineralen te krijgen. Bij duiven die buiten verblijven en geen jongen hebben volstaat eenmaal per week wat mineralen door het voer te mengen. Het voer bevochtigen met bijvoorbeeld wat zonnebloemolie maakt dat de mineralen aan het voer plakken en worden opgenomen. Bij duiven die jongen hebben zien we een sterke behoefte aan mineralen. Hier verstrekken we de mineralen in een potje. Zowel het grit als mineralen uit een potje moeten we dagelijks verversen omdat er een dag later nog nauwelijks van gegeten wordt. Verder bestaan er nog tal van andere supplementen zowel in de handel als zaken die we bijna in iedere keuken wel vinden. Zo kan er op gezette tijden best een uitgeperst teentje knoflook door het water heen en kunnen we de duiven wat sla, andijvie en boerenkoolbladeren geven.
Bron: Ton Ebben Conditie
Naast een goede verzorging en preventieve maatregelen ter voorkoming van ziekten, dienen de duiven voor een wedvlucht in een optimale conditie te worden gebracht. Een goede conditie wordt gebouwd op een goede gezondheid. Duiven die worden voorbereid op wedvluchten dienen voldoende te trainen, dat wil zeggen minimaal een uur vliegen per dag. Duiven die goed trainen om het huis eten ook goed en dat is een prima combinatie. Daarnaast worden de duiven op verschillende manieren tijdens de wedvluchten gehouden. Twee manieren zijn daarbij favoriet. De duiven worden of natuurlijk gehouden, dat wil zeggen met een partner, al broedend of jongen grootbrengend, of op het zogenaamde weduwschap. Beide methoden hebben gemeen dat de hormoonhuishouding beïnvloed wordt. Bij het scheiden van de geslachten van de duiven (weduwschap nemen de testikels van de doffers na vier tot vijf dagen in omvang toe terwijl de ovaria bij de duivinnen bloedrijker worden). Onder invloed van deze processen neemt de conditie toe. Na zeven tot acht dagen gaan de duiven weer inboeten op hun conditie. Bij vluchten komen de duiven in de regel op zaterdag thuis. De doffers en duivinnen verblijven dan weer enige tijd bij elkaar. Soms een uurtje, soms tot de volgende dag. Vervolgens worden de duiven weer voor enkele dagen gescheiden en kan het proces van conditieopbouw weer opnieuw beginnen.