Grasparkieten in kleur en fleur
Grasparkieten behoeven eigenlijk nauwelijks enige nadere introductie. Van groot tot klein en van jong tot oud is iedere vogelliefhebber vertrouwd met deze pittige en attractieve vogels die vaak hun eigen stem niet vaak genoeg schijnen te kunnen horen. In hun bonte verschijning zien ze er niet alleen gezellig uit, maar ze zorgen ook voor het nodige vertier in huis of tuin.
Grasparkieten kunnen zeer tam worden en met het nodige geduld kunt u erin slagen ze de meest dolle kunstjes te laten uitvoeren.
Ze zien er niet tegen op om uw woorden vele malen achtereen te herhalen en hieraan hebben deze kleine vogels wellicht hun grote aanlokkelijkheid als huisdier te danken: ze kunnen leren praten. Sommige zijn daarin echte "spreekwonders" die met verbazingwekkende duidelijkheid in staat zijn om menselijke klanken na te bootsen. Ook moet u niet vreemd opkijken als uw tamme parkiet meedrinkt uit uw theekopje of graag een stukje van uw koekje af wil happen, terwijl hij rustig op uw arm of schouder zit.
Geschiedenis en ontwikkeling
De vele honderdduizenden grasparkieten kwamen voor het eerst in 1805 onder de aandacht in Europa. Maar het zou nog tot 1840 duren alvorens de vogels voor het eerst in Europa werden geïntroduceerd. De wereldvermaarde natuuronderzoeker en illustrator John Gould bracht toen een verzameling mee van zijn, tijdens het veldwerk in het nog onontgonnen Australië, ontdekte onbekende diersoorten. Daarmee kwam in 1840 het eerste paartje grasparkieten in Engeland en kon de triomftocht van het kleine kromsnaveltje in Europa beginnen. De grasparkiet, een vogelsoort die men alleen van "horen zeggen" kende, bleek al spoedig goed in de smaak te vallen bij de vogelliefhebbers.
De door John Gould in 1840 meegebrachte grasparkieten werden door zijn zwager Charles Coxen grootgebracht en deze wist een jaar later deze dieren in gevangenschap tot broeden te krijgen. Men hield in die beginperiode de grasparkieten altijd in paren, aangezien het praatje ging dat één grasparkiet zou wegkwijnen en doodgaan. De paartjes gingen erg knus met elkaar om en zaten vaak vrijend tegen elkaar aangedrukt.
Doordat de vogels voortdurend in paren werden gehouden, bleef het lange tijd onbekend dat deze diertjes zich op verschillende wijzen konden uitdrukken en zelfs konden leren praten.
Hoewel gebleken was dat grasparkieten in gevangenschap voor nakomelingen konden zorgen, bleef het gemakkelijker en goedkoper om ze eenvoudigweg in Australië te vangen en te verschepen naar Europa. Dat gebeurde in zo grote getalen, dat de Australische regering zich zorgen moest gaan maken over de toestand van hun inheemse vogel en tenslotte besloot om elke export van grasparkieten te verbieden. Dat besluit bleek echter in Europa nauwelijks moeilijkheden op te leveren, want men had ondertussen ontdekt dat de grasparkieten die in gevangenschap gekweekt waren, zowel in grootte en kleur als in gezondheid, beter waren dan hun verscheepte wilde verwanten. De kweek van grasparkieten nam over heel Europa een grote vlucht.
Rond 1850 kwamen de eerste paren in Nederland en België.
De kleurvariëteiten
Het moet voor de vogelliefhebbers dan ook een geweldige gebeurtenis zijn geweest toen in 1872 in België als gevolg van een mutatie de eerste gele parkiet verscheen. Rond 1880 ontstond in Nederland de eerste hemelsblauwe mutatie, maar het zou nog wel tot 1910 duren voordat deze meer bekendheid kregen. De hemelsblauwen kwamen via België in Engeland terecht, waar ze vanwege hun aantrekkelijke kleur al spoedig zeer gewild waren.
Grasparkieten en hun kenmerken
Grasparkieten zijn eigenwijze en onderzoekende vogels die erg op menselijk gezelschap zijn gesteld. Ze zijn als huisdieren gemakkelijk te houden en zijn sterk genoeg om ook buiten in een volière ondergebracht te worden. Gezonde grasparkieten kunnen wel vijf tot zeven jaar oud worden en er zijn er zelfs die bij goede verzorging ouder kunnen worden.
De huidige grasparkiet verschilt nogal van zijn familie in Australië, want niet alleen veranderde de kleur; ook zijn vormen wijzigden zich. In de natuur is de grasparkiet met zijn ongeveer 16 tot 20 cm lengte, gemeten van snavel tot staartpunt, een tamelijk slanke vogel. Onze tegenwoordige grasparkiet is eerder breed en fors en ze meten minstens 20 cm.
Als vertegenwoordiger van de papegaaienfamilie heeft de grasparkiet een aan zijn lichaamsgrootte aangepaste kromme papegaaienbek. We zien dan ook een scherpe, krachtige en gebogen bovensnavel over een korte, maar brede ondersnavel vallen. De snavelkleur van de grasparkiet loopt van grijsbruin en lichtgrijs tot geelachtig. Die papegaaienbek is vooral geschikt om de doppen van zaden kapot te krijgen en vormt bovendien een prima hulpmiddel bij het klimmen en klauteren.
De nogal dikke en ronde tong van de grasparkiet is donkerpaars van kleur. De oogpupillen van de grasparkiet zijn donker tot zwart en worden omgeven door een dunne en heldere irisrand. Het ooglid sluit van onder naar boven.
Grasparkieten hebben zogenaamde keerteenvoeten of klimvoeten, waarbij twee tenen naar voren, en twee tenen naar achteren zijn gericht.
De grasparkiet heeft boven zijn bovensnavel twee neusgaten in verdikkingen zitten. Deze verdikkingen worden neusdoppen genoemd en deze zijn aan de buitenzijde van gladde washuid voorzien.
Het belangrijkste onderscheid tussen de mannen en de poppen is te zien aan deze neusdoppen. Bij het mannetje is de washuid blauw van kleur en bij het popje is de washuid lichtbruin tot bruin van kleur.
Het tam maken van grasparkieten
Om uw grasparkiet verschillende zaken aan te leren is een groot geduld nodig, maar zolang het jonge dieren betreft, is het goed te doen. Een van de aantrekkelijkste eigenschappen van parkieten is hun grote bereidheid menselijk gezelschap te accepteren en hun vermogen geluiden na te doen en kunstjes uit te voeren.
Vooral de alleen gehouden vogels zullen in huis snel tam worden, zeker als men er jong mee begint. Het zijn voornamelijk de mannetjes die door velen als de meest geschikte huisdieren worden beschouwd, omdat ze gemakkelijker iets aanleren en minder bijterig zijn dan de poppen. Maar er zijn ook poppen die snel tam worden en goed leren praten.
Het leren spreken van grasparkieten
De sleutel tot succes van het leren spreken van de parkiet, is het eindeloos herhalen van korte woorden van hooguit twee lettergrepen. Oefen altijd alleen met de vogel, zodat hij niet wordt afgeleid. Hoewel het juist is, dat elke parkiet een aanleg heeft om te leren spreken, zal het succes afhangen van de tijd die men wil besteden aan het aanleren. Het is zonder meer een tijdrovende zaak en het verlangd veel geduld, zowel van de vogel als van de bezitter. Belangrijk is echter wel dat het dier volkomen tam is voor men aan de echte spraaklessen gaat beginnen.