Een apart visje: het halfsnavelbekje
Dit grappige visje dankt zijn naam aan zijn uiterlijk. Zijn bek lijkt nl. op een omgekeerde snavel. De bovenkant van de bek is een stuk korter dan de onderkant, wat een apart gezicht is. De Latijnse naam van het halfsnavelbekje is Dermogenys pusillus en hij is familie van de halfsnavelbekken (Hemirhamphidae).
- Herkomst: Maleisië, Vietnam, Filippijnen, Indonesië en Thailand
- Geslachtsherkenning: de mannetjes zijn kleiner dan de vrouwtjes en zijn tevens te herkennen aan een rode vlek op de rugvin
- Lengte: 7 centimeter
- Temperatuur: 18-27 graden
Huisvesting
Het halfsnavelbekje leeft in de bovenste waterlaag, je zult hem praktisch altijd aan de oppervlakte zien zwemmen. Daar zoekt hij zijn voedsel. Omdat deze visjes graag zwemmen, kan men ze het beste houden in een groot, lang aquarium. Ze zijn verdraagzaam naar andere vissen. Het zijn wel schrikachtige diertjes. Zo kunnen ze enorm schrikken als bijv. 's morgens het licht boven het aquarium aan gaat, waardoor ze met een vaart tegen de ruit aan zwemmen en zo hun bekje kunnen breken.
Sociaal
Alleen mannetjes samen gaat niet goed, dat kan leiden tot vechtpartijen. Overigens laten ze elkaar vaak wel met rust als de strijd beslist is, mits daar voldoende ruimte voor is. Toch is het beter één mannetje met meerdere vrouwtjes te houden. Met andere vissen gaat het prima.
Watersamenstelling
Het halfsnavelbekje kan het beste gehouden worden in water met een pH waarde 7. Om de conditie en gezondheid zo goed mogelijk te houden, is het geen overbodige luxe af en toe wat zeezout aan het water toe te voegen.
Voedsel
Als de mogelijkheid er is, eet dit visje kleine fruitvliegjes aan het wateroppervlak. Dit is natuurlijk bij vele aquariumhouders niet het geval, dan gedijen ze ook goed op droogvoer, muggenlarven of watervlooien.
Kweken
Deze vis een is een eierlevendbarende vis. Dat wil zeggen dat de jongen levend geboren worden en ook meteen zelfstandig zijn. Het vrouwtje krijgt, in tegenstelling tot veel andere vissen, maar weinig jongen, het aantal ligt tussen de tien en twintig stuks. Hiervan is alles niet levensvatbaar en als de ouders bij de jongen blijven zwemmen, zullen er ook heel wat daardoor opgegeten worden.