De zoenvis of zoengoerami
Zoals de titel al zegt wordt dit visje zoengoerami of zoenvis genoemd. Dit heeft er mee te maken dat deze vissen (overigens alleen de mannetjes) met hun monden tegen elkaar aanduwen, waardoor het lijkt of ze elkaar zoenen. De Latijnse naam van deze vis is Helostoma temminckii en hij behoort tot de labyrinthvissen (Anabantidae).
- Herkomst: Indonesië, Sumatra en Thailand
- Geslachtsherkenning: dat is zeer moeilijk. Bij jonge vissen is het niet te zien, bij volwassen vissen zijn de vrouwtjes soms wat dikker
- Lengte: in de vrije natuur 30 centimeter, in gevangenschap 14 centimeter
- Leeftijd: 17 jaar
- Temperatuur: 24-27 graden
Huisvesting
De zoenvis redt zich goed in een aquarium vanaf 80 centimeter, maar door hun grootte zou een groter aquarium beter zijn. Hij houdt er van algen van de ruit, hout of stenen te raspen, dus veel bealging in wenselijk. De waterstand moet eigenlijk niet te hoog zijn en omdat deze vis de warmte aan het wateroppervlak opneemt, mag het niet te koud zijn. Een afgedekt aquarium om de temperatuur op peil te houden is dan ook beter.
Sociaal
De zoenvis kan heel goed met andere vissen overweg, het is een heel vreedzame vis. Hij kan alleen, maar ook met soortgenoten gehouden worden en past heel goed in een gezelschapsaquarium. Wanneer er meerdere mannetjes aanwezig zijn, is te zien waar deze vissen hun naam aan te danken hebben. Tijdens 'gevechten' drukken ze hun bekken tegen elkaar aan en zoenen elkaar net zo lang, tot er één opgeeft. Het is een vrij onschuldige vorm van vechten en het leidt ook niet tot verwondingen. De zoenvis is een actieve zwemmer die zich door het hele aquarium heen voortbeweegt.
Watersamenstelling
Als de pH waarde tussen 6 en 8 ligt en de hardheid onder de 25, is het al gauw goed voor de zoenvis. Het bijzondere van deze vis (en alle andere labyrintvissen) is, dat ze een orgaan in de achterkant van hun kop hebben, waarmee ze zuurstof aan de oppervlakte kunnen opnemen. Te weinig zuurstof in het water is dus niet meteen een groot probleem.
Voedsel
Deze vis eet van alles, maar voornamelijk algen. Hij zal ook de hele dag bezig zij met het 'poetsen' van de ruiten, planten en andere aanwezige gladde oppervlakten. Naast algen kan men ze bijvoeren met geblancheerde slablaadjes, waterkers en spinazie. Ook vlokvoer en levend voer wordt opgenomen, maar het is wel belangrijk dat ze plantaardig voedsel krijgen.
Kweken
Kweken met de zoenvis is niet zo makkelijk. Het koppeltje moet apart in een kweekbak geplaatst worden, die op een zonnige plek staat, waardoor er algengroei ontstaat. Zoenvissen zijn vrijleggers, de eieren zullen na het leggen net onder het wateroppervlak drijven. Normaal gesproken zullen de ouderdieren ze niet opeten, maar voor de zekerheid kan men ze beter weer uitvangen. Als de eitjes uitkomen, moeten de jonge visjes gevoerd worden met bijv. pantoffeldiertjes. Als ze iets groter zijn, kan men ze fijn stofvoer geven. Tevens eten de jongen algen, daarom is het zo belangrijk dat de kweekbak voorzien is van algen. De roze variëteit van deze vis is het meest populair bij de aquarianen, maar er is ook een wildkleurige zoenvis. Die zien we echter minder vaak in een aquarium.