Tricolore krab (cardisoma armatum)
De tricolore krab is een opvallende aquariumbewoner, die de laatste tijd steeds populairder wordt onder aquariumhouders. Het dier is dankzij zijn opvallende kleuren een blikvanger in het aquarium. De dieren hebben echter een gespecialiseerde huisvesting en verzorging nodig. De krab leeft van nature solitair, ondanks het feit dat het een erg veel voorkomende soort is. Alleen in de paartijd zoeken ze elkaar op.
Gegevens over de krab
- Latijnse naam: Cardisoma Armatum
- Nederlandse naam: Harlekijnkrab, tricolore krab, Afrikaanse landkrab
- Grootte De doorsnee van het schild kan max 20 cm bedragen
- Herkomst Afrika
Huisvesting
De tricolore krab wordt behoorlijk groot en is daarnaast een actief dier. Voor één krab is een bak van minimaal 1 meter noodzakelijk. Krabben zijn geen tolerante dieren en het is dan ook beter om slechts één dier tegelijk te huisvesten, tenzij er ruim voldoende schuilmogelijkheden zijn en de bak voldoende groot is. Vanaf het moment dat de tricolore krab geslachtsrijp is wordt deze agressiever van karakter. Ook is de krab kannibalistisch, kleinere of zwakkere exemplaren worden niet zelden door hun soortgenoten opgegeten.
De krab leeft voornamelijk op het land en heeft dus een gedeelte nodig waar hij op het droge kan zitten. Omdat de krab zich graag ingraaft wordt een droog deel met zand erg op prijs gesteld door de dieren. Het watergedeelte kan sober worden ingericht, weinig plantjes en veel schuilmogelijkheden in de vorm van rotsen en grotten waarin ze weg kunnen kruipen.
Zorg ook voor een goede filtering, want krabben zijn echte vervuilers.
Medebewoners
Zoals reeds genoemd is het beter om één krab tegelijk te huisvesten. In ieder geval kunnen er geen volwassen mannen samen gehuisvest worden, aangezien zij zullen vechten tot één van hen dood is.
Mits het watergedeelte groot genoeg is kunnen er wat kleine en snelle visjes bij de krab gehouden worden. Kies niet voor langzame visjes of vissen met lange vinnen/sluiers, deze zijn eenvoudig te grijpen voor de krab. Vissen die redelijk goed te houden zijn met de tricolore zijn:
- guppy (poecilia reticulata)
- platy (Xiphophorus maculatus)
- neontetra (Paracheirodon innesi)
- bijlzalm (Carnegiella strigata)
Voedsel
Krabben zijn echte alleseters, belangrijk is om de voeding af te wisselen. Algtabletten worden graag gegeten. Verder eten ze waterplantjes, diverse groente en fruitsoorten, maar ook vis en stukjes mossel. Gekookte groentes mogen ook gevoerd worden, mits er geen zout of kruiden aan is toegevoegd. Soorten groenten die over het algemeen goed gegeten worden zijn:
- snijbonen
- doperwten, vel even verwijderen
- wortel
- spruitjes
Verschalen
De krab zal ongeveer ééns in de 4 maanden verschalen en dus zijn vel afwerpen. Dit is noodzakelijk om te kunnen groeien en het dier zal na de verschaling kwetsbaarder zijn. De nieuwe schaal moet enkele dagen uitharden en weer opbouwen. Bouwstoffen voor de nieuwe schaal worden verkregen door het oude velletje op te eten. Het is dus belangrijk om het oude vel te laten liggen en in deze periode niet meer bij te voeren tot het dier de oude schaal op heeft gegeten.
Omdat de nieuwe schaal in het begin nog heel zacht is zal de krab zich enkele dagen schuilhouden. Houdt om die reden ook geen agressieve vissoorten bij deze krab. Vlak na de verschaling is de krab een gemakkelijke prooi voor bijvoorbeeld cichliden.
Watersamenstelling
- Temperatuur rond 25 graden celcius
- PH 7 – 7,5
- dGH 3-15
Kweek
Na de paring draagt het vrouwtje de eitjes gedurende 3-4 weken mee aan haar achterlijf. Na deze periode worden de jongen losgelaten en zullen verschillende stadia doorlopen voordat zij uiteindelijk als krabben te herkennen zijn. Om de jonge dieren op te kweken is brak water noodzakelijk. Ook dienen de jonge dieren van de ouders gescheiden te worden, aangezien de ouders de jongen zullen opeten als zij daartoe de kans krijgen. De jongen onderling zijn ook kannibalistisch en de zwaksten worden door de sterkere dieren gedood en opgegeten. Wanneer men zoveel mogelijk jonge dieren wil behouden zullen er in de kweekbak ruim voldoende schuilplaatsen aanwezig te zijn.