Tropische aquariumvissen
In dit artikel zal ik wat gaan vertellen over de verschillende soorten tropische vissen die er zijn, voor gezelaquaria en speciaal aquaria, zoals discus vissen, maanvissen, cichlides, meervallen, levendbarenden, en overige tropen ...
Zoet water in tropische gebieden kan varieren van de donkere, zachte en zure wateren van de Zuidamerikaanse riveren tot de kristalheldere, harde en basische wateren van de meren in de Afrikaanse Rift Valley. Alle bevatten vele fascinerende aquariumvissen.
Uw aquarium is opgezet en in werking gesteld, alle decoraties zijn aangebracht en de planten beginnen te groeien. Nadat het filter al enige tijd draait, wordt het tijd voor de vissen. De keuze is uiteraard vrij, maar er zijn enkele basisprincipes waar u rekening mee moet houden.
Een aquarium met meerdere vissen
In uw aquarium kunt u vissen houden van dezelfde soort en van dezelfde kleur, of een aantal totaal verschillende vissen. Toch heeft een aquarium vaak wel een bepaalde eigen sfeer. U kunt vissen uit hetzelfde deel van de wereld hebben of vissen die in de natuur ook samenleven, maar u kunt ook vissen houden die geen enkele overeenkomst of relatie met elkaar hebben.
Het is goed vissen te kiezen die verschillende delen van het aquarium gaan bewonen. Ze leven aan de oppervlakte, in het midden en op de bodem. Verschillende soorten zorgen voor balans in het aquarium. Vissen die in de natuur in scholen leven, voelen zich ook in het aquarium prettiger in kleine scholen. Eenlingen kunnen het best alleen gelaten worden.
Hoeveel vissen gaan er in mijn aquarium?
Zoveel als erin passen, alleen zullen ze dat niet overleven! De vraag moet zijn: "hoeveel vissen kunnen in gezondheid in mijn aquarium leven?" Dit ligt meer aan de afmeting van het wateroppervlak dan aan de grootte van het aquarium. Vissen ademen namelijk zuurstof opgenomen via het wateroppervlak in. een groter wateroppervlak betekend meer zuurstof. Om te weten hoeveel vissen u kunt houden, vermenigvuldigt u de lengte met de breedte van het aquarium en dit geeft u de oppervlakte. U moet uitgaan van niet meer dan 2,5 cm vis per elke 64 cm2 oppervlakte.
Bijvoorbeeld, een aquarium van 91 x 38 cm heeft een oppervlakte van 3458 cm2. deel 3458 door 64 en vermenigvuldig het met 2,5 en u komt op een totale vislengte van 135 cm. Dit is een ruwe berekening, aquariums met veel planten en een grote doorstroomsnelheid kunnen meer vissen bevatten dan een aquarium met weinig planten en een lage doorstroomsnelheid. Als u zich aan deze regels houdt, zal er geen sprake zijn van overbevolking. Zit liever aan de lage kant dan aan de hoge kant.
Characidae
Deze vissenfamilie komt voornamelijk uit Zuid-Amerika en in mindere mate uit Afrika. De vissen verschillen alle behoorlijk in grootte, vorm, gedrag en voedingsgewoonten, sommige hebben een kleine vetvin, maar bij andere, zoals de potloodvisjes, is deze afwezig. Sommige visjes zijn zachtaardig en helemaal niet agressief tegen soortgenoten of andere vissen, terwijl ook de pirnaha tot deze familie behoort. De meeste leven en paaien in grote scholen. Ze komen vaak uit de langzaam stromende regenwoudrivieren met hun looizuurhoudende, zachte en zure wateren. Vele zijn carnivoren maar de meeste zijn omnivoren en eten van alles.
Onder deze familie vallen o.a. de volgende vissen
- Neon en kardinaal Tetra's,
- zwarte tetra,
- vuurneon,
- kongozalm,
- roodoogzalm,
- koperzalmpje,
- bloed tetra,
- bijlzalmen,
- potloodvisje,
- drieband-spitszalmpje,
- piranha's en pacu's.
Cyprinodontidae
Cyprinodontidae komen uit alle hoeken van de wereld. Tot deze familie behoren de huis-, tuin-, en keukenaquariumbewoners zoals de barbelen en de niet tropische goudvissen en karperachtigen. Deze vissen verschillen alle behoorlijk in grootte. sommige barbelen worden maar 7,5 cm lang, terwijl een grote karper 60 cm kan worden. Vele leven graag in scholen, hoewel ze zich soms op latere leeftijd gaan afzonderen.
Onder deze familie vallen o.a. de volgende vissen:
- sumatra barbeel,
- clownbarbeel,
- prachtbarbeel,
- e.a. barbelen,
- danio's,
- rasbora's,
- vuurstaartbarbeel,
- haaievinbarbeel,
- zilverhaai
Modderkruipers
Modderkruipers zijn aaseters, ook wel
Cobitidae genaamd. Ze zijn actieve, op de bodem levende nachtdieren. Sommige dragen stekels onder hun ogen, die behoorlijke schade kunnen aanrichten bij andere vissen of een onoplettende aquarist. De meeste modderkruipers die wij in aquariums zien, komen uit Zuidoost- Azië, waar ze in modderige, zuurstofarme wateren leven. Ze happen aan de oppervlakte naar zuurstof, die ze ook in hun darmen kunnen opslaan.
Andere interessante modderkruipers
De gestreepte botia (
Botia Striata) is een leuk en vredelievend visje dat maximaal 10 cm lang wordt. Zijn lichaamsvorm lijkt op die van de clownbotia maar is iets langer en dunner. Evenals bij andere botia's is het het beste ze in kleine scholen te laten leven die snel door het aquarium zwemmen.
Meervalachtigen
Veel populaire tropische meervalachtigen in ons aquarium komen uit Zuid- en Centraal Amerika, Afrika en Azië. Ze hebben veelal saaie kleuren (schutkleuren). Omdat ze veel op de bodem leven, zijn ze meestal bruin en zwart. Hun gezichtsvermogen is slecht, omdat ze nachtdieren zijn of in modderig water leven. Vandaar dat ze voeldraden ontwikkeld hebben. Deze kunnen lang zijn en gebruikt worden om te jagen, zoals die van de
Pimelodidae, of kort, zoals die van de
Corydoras- meerval- achtigen die ze gebruiken om insekten op te speuren. Sommige meervalachtigen zoeken op de bodem naar lekkere hapjes. andere zwemmen in het midden van de bak en eten voornamelijk inseketenlarven. De grote rovers jagen op levende visjes, enkele eten fruit en zaadjes, maar de vreemdste zijn parasieten en leven slechts op andere meervalachtigen.
Sommige hebben grote, rubberachtige zuiglippen ontwikkeld, waarmee ze algen en ander proteïnerijk voedsel van planten, rotsen en stenen halen. Sommige leggen grote afstanden af, zowel overdag als s'avonds. Hoewel ze kieskeurige eters zijn, eten de meervalachtigen, die zich bijna altijd in grotten verschuilen, bijna alles. Veel meervalachtigen kunnen grote vissen of andere zeedieren opeten. Kortom, ze vormen een zeer gevarieerde en fascinerende familie. Het is goed ten minste één meervalachtige in uw aquarium te hebben om alles op te eten wat andere vissen laten liggen. Maar zie ze niet alleen als aaseters: ze zijn intressant op zichzelf en hebben liever een goede maaltijd dan restjes.
Corydoras
Van alle meervalachtigen in het aquarium zijn de
Corydoras het populairst. Corydoras is een geslacht van kleine gepantserde meervalachtigen uit Zuid- Amerika met een verscheidenheid aan kleuren, aangepast aan hun omgeving. Indien mogelijk moet u proberen in uw aquarium de langzaamstromende rivieren van Zuid-Amerika te simuleren. Tussen veel planten, wat kienhout en fijn grind voelen ze zich ook thuis. Een bak met alleen Corydoras is niet erg interessant, omdat ze veelal op de bodem verblijven. Vak komen ze naar boven om lucht te happen, dus raak niet in paniek als ze ineens van beneden naar boven schieten; dit gedrag is volkomen normaal. Deze bezige bijen zijn populaire bewoners van gezelschapsaquariums. Op een paar na zijn de meeste gemakkelijk te houden.
Superalgeneters en gaffelstaartmeervallen
Er zijn verschillende soorten
Plecostomus, die erg variëren in vorm en grootte. Plecostomus is een verzamelnaam voor de superalgeneters die wij in de aquariumwinkel tegenkomen. De naam is afgeleid van het tweede deel van de wetenschappelijke naam
Hypostomus Plecostomus, een bepaalde soort die bijna nooit te koop is. De meeste eigenaars gebruiken de naam "plec", zoals in clownplec of blauwogigeplec. Hoewel de meeste meervalachtigen azen op voedsel dat door andere vissen is achtergelaten, zoeken deze op de bodem naar bepaalde algen, dus houden ze uw aquarium vrij van deze ongewenste begroeiing.
Pas op! Ze kunnen beslist niet tegen medicijnen die methyleenblauw bevatten; ze kunnen zelfs uit het water springen als ze daarmee in aanraking komen.
Pimelodus en Pimelodella
De zogenaamde antennemeervallen vormen een zeer soortenrijke familie uit Zuid- en Midden Amerika. Sommige zijn vechtlustig, terwijl andere van waterdiertjes en jongbroed van andere vissen leven. Gelukkig zijn de meeste ook gek op gewoon aquariumvoedsel, hoewel de grootste soms wat steviger voedsel vragen.
Killivissen
Killivissen, of eierleggende tandkarpertjes, vormen een kleurrijke groep van meestal kleine, lange vissen. De meeste komen uit Afrika, Terwijl sommige in Amerika, Azië en Europa voorkomen. Jammer genoeg zijn ze slechte gezelschapsvissen en zeker niet geschikt voor beginners. Killivissen komen meestal uit gebieden met zeer zachte wateren die ook wat zuur zijn, hoewel enkele ook voorkomen in wat alkalisher en hardere wateren. Ze leven vaak op schaduwrijke plekjes in regenwouden, gevangen in kleine binnenwatertjes waar de temperatuur soms maar 21c of nog lager is. Als u killivissen wilt houden, moet u wel de juiste watercondities creëren, anders zullen ze niet lang leven. Hierdoor en omdat de meeste andere vissoorten (behalve tetra's en enkele andere) niet onder deze omstandigheden kunnen leven, begrijpt u waarom killivissen meestal alleen samen met soortgenoten gehouden kunnen worden.
Een ander probleem is dat ze een korte levensduur hebben. Sommige leven in het wild maar korter dan een jaar, en onder slechte omstandigheden nog korter. Dit alles kan zeer ontmoedigend zijn voor iemand die pas met een aquarium begint. Onder de juiste omstandigheden kunnen ze zich makkelijk voortplanten. In de natuur leven ze voornamelijk in kleine watertjes, plassen en stroompjes die s'zomers droogvallen. Om algehele uitsterving te voorkomen, hebben de vissen een zeer handige strategie ontwikkeld. Tijdens de voortplanting verspreiden sommige hun eitjes over planten, terwijl andere hun eitjes in turf begraven. Als het water verdampt, komen de eitjes in een staat van rust en zijn zer schijndood. Enkele maanden later gaat het weer regenen en zo gauw de eitjes met water in contact komen, worden ze weer actief en komen ze uit. Dit is de reden waarom sommige killivissen maar een jaar leven: ze leven in binnenwateren die elk jaar droogvallen. Het verschil tussen de geslachten is zeer eenvoudig te herkennen; de mannetjes zijn kleurrijker en hebben mooie lange vinstralen.
Levendbarende vissen
Van alle mogelijke tropische aquariumvissen zijn levendbarende vissen het geschiktst om mee te beginnen. Ze zijn namelijk sterk, heel actief, gemakkelijk te onderhouden en het is eenvoudig om ze in een aquarium te kweken. Eigenlijk is het moeilijker om de voortplanting te stoppen. Levendbarende vissen zijn rustig en bijzonder geschikt als aanwinst voor welk aquarium dan ook.
Wat is een levendbarende vis?
Wat we tot nu besproken hebben, zijn eierleggende vissen, dat wil zeggen..vissen die eitjes leggen, die dan buiten het lichaam van het wijfje bevrucht worden. Bij levendbarende vissen blijven de eitjes na bevruchting in het moederlichaam en de embryo's ontwikkelen zich daar in 1 maand voor ze worden uitgestoten. Nadat de jongen zijn uitgestoten, zijn ze miniatuurevenbeeldjes van de moeder. Bij sommige soorten kan dit proces elke 2 maanden herhaald worden, wat beginners enorm boeit. Alle mannetjes hebben een gonopodium, een vergroeide anaalvin die door het mannetje gebruikt wordt om met zijn zaadcellen de eitjes in het wijfje te bevruchten. Hij doet dit door rondom haar te zwemmen en haar net zo lang te pesten totdat hij naast haar is. Het mannetje richt zijn gonopodium in een voorwaartse houding om de eitjes te kunnen bevruchten. Na zo'n 4 á 5 weken kan het wijfje haar jongen uitstoten. Ze krijgt een 'drachtigheidsvlek', een donkere, gezwollen plek op het onderste deel van het achterlijf. Ze zal haar jongen op een rustige plek in de buurt van een plant uitstoten. Ook al verbergen ze zich, toch zien andere vissen en hun ouders de jongen als voedsel. Om ze te beschermen kunt u ook de hoogzwangere vis uitvangen en in een kweekbakje zetten.
Poecilia
In het wild komen de
Poecilia's in redelijk hard water en in riviermondingen voor, daarom is het goed om 1 theelepel zeezout per 23 liter aquariumwater toe te voegen. Als u zout toevoegt, zorg er dan voor dat de andere vissen en planten tegen deze zoutwateromstandigheden kunnen.
De
Poecilia sphenops is nogal onbekend, omdat hij een variant is, waarvan niemand weet van welke twee soorten hij afkomstig is. Deze vis behoudt zijn kleur en is een levendbarende vis, wat normaalgesproken bij een variant niet kan. Er zijn gevlekte, albino en groene vormen te vinden.
Guppen
De gup is een van de bekendste tropische aquariumvissen en tegelijkertijd een van de mooiste en vruchtbaarste. Hij is niet agressief en kan met elke vis samenleven, zolang deze hem niet aanvalt of opeet. Guppen hebben geen speciale zorg nodig en overleven minder ideale omstandigheden ( dit is echter geen reden om ze te verwaarlozen ). De gup komt oorspronkelijk uit Centraal Amerika en het noordelijk deel van Zuid Amerika. Gewoonlijk is hij een relatief oninteressante vis met erg weinig kleur, maar met de jaren hebben viskwekers bijzonder kleurrijke vormen met prachtige vinnen ontwikkeld. Zij concentreerden zich op de mannetjes, waarvan zelfs de relatief kleurloze, wilde soorten meer kleur vertonen dan de wijfjes. De rugvin kan klein of golvend zijn, maar de staart van de mannetjes zal altijd op een lange, golvende sjaal lijken.
De staart kan verschillende vormen hebben en namen zoals "deltastaart", "sluierstaart" of "waaierstaart". De kleuren van deze vissen zijn magnifiek. Afhankelijk van de soort kunnen ze rood, blauw, groen, zwart, of een kombinatie van deze en andere kleuren zijn. Wijfjes zijn minder kleurrijk en iets groter ongeveer 5 cm, terwijl de mannetjes maar een lengte van 3,5 cm hebben. Guppen hebben het graag warm 25,5 graden is ongeveer goed. Hard, alkalisch water is beter dan zacht, zuur water. Guppen eten allerlei voedsel, ook vlokken, gevriesdroogde
pekelkreeftjes,
daphnia (watervlooien),
bloedwormen en allerlei bevroren voedsel. Ze houden van groenten, zoals erwten uit blik of komkommer.
Plaatjes
Plaatjes zijn ook levendbarende vissen uit Mexico en andere delen van Centraal Amerika. Mannetjes worden maximaal 5 cm lang, terwijl de wijfjes wat langer zijn. Deze nogal mollige vissen hebben enigzins naar beneden hangende bekjes om van de bodem te kunnen eten. De rugvin en staart zijn gerond. Aquarium gekweekte vissen vertonen weinig gelijkenis qua kleur met hun familieleden in het wild. Bij afwezigheid van de andere sekse van hun eigen soort zoeken plaatjes en
zwaarddragers elkaar op. Tracht dit te voorkomen!
Zwaarddragers
Zwaarddragers lijken op plaatjes, maar bij mannetjes strekken de onderste staartvinstralen zich uit tot een zwaardvormige verlenging. Als u een mannetjes zwaarddrager koopt, controleer dan of zijn anaalvin niet te lang is. Hij krijgt dan problemen met het wijfje in de paartijd. Zwaarddragers houden van licht alkalisch, halfhard water van rond de 25 graden.
Cichliden
Cichliden kennen een enorme verscheidenheid aan vissen, die op zich al een hobby kunnen vormen. De meeste komen uit Zuid en Centraal Amerika en Afrika en enkele uit Azië. De kleinste soorten worden maar 5 cm, maar de grootste halen de 60 cm. Sommige zijn bijzonder kleurrijk, andere veel saaier. Sommige cichliden zijn plat en zijdelings "geplet" van vorm, andere cilindervormig. Enkele soorten zijn vreedzaam, andere zijn de meest agressieve, slechtgehumeurde vissen die we kennen. Alle cichliden zijn territoliaal. Meestal zijn ze gemakkelijk te kweken en ze zijn heel zorgzaam voor hun jongen. In het verleden werden cichliden gezien als moeilijk te houden vissen vanwege hun agressie en groote; sommige zijn inderdaad alleen voor de specialist geschikt. Nu de aquariums groter zijn en we meer kennis bezitten, kunnen echter zelfs beginners op succesvolle wijze cichliden houden.
Amerikaanse en Afrikaanse dwergcichliden
De term dwergcichlide wordt over het algemeen gebruikt voor cichliden die kleiner zijn dan 7,5 cm. Dwergcichliden komen in Amerika en Afrika voor. De meeste kunnen in aquariums met een inhoud van 27 liter gehouden worden. Alle dwergcichliden zijn agressief, maar alleen als ze op zoek zijn naar een stukje grondgebied om te paren en hun jongen groot te brengen.
Het kweken van dwergcichliden
Als een paartje klaar is om te paaien, kiezen beide partners een rots en maken die schoon. Een eierbuisje of legboor komt uit de onderkant van het wijfje te voorschijn. Ze legt uiteindelijk de eitjes op de rots en het mannetje bevrucht ze. Ze legt in totaal 100 - 200 eitjes en als ze bevrucht zijn, waait het wijfje met haar vinnen over de eitjes om ze schoon te maken. BEide ouders houden de wacht en zullen eventuele roofdieren aanvallen. Na ongeveer 3 dagen komen de eitjes uit en de jongen worden naar een hol gebracht dat ze in het grind hebben gegraven. Hier worden ze nog een week beschermd, totdat ze zelf kunnen zwemmen. Dan gaat de hele familie op zoek naar voedsel. U kunt bijvoorbeeld net uitgebroede pekelkreeftjes geven.
Riftmeercichliden
De cichliden uit het Malawimeer en Tanganjikameer in AFrika zijn kleurrijk, bijzonder agressief, sterk, gemakkelijk te kweken en prachtig. Ze hebben een goed bodemgrind-filtersysteem nodig, omdat ze absoluut geen nitriet verdragen en averechts reageren op bacteriën in het aquarium. Ze graven in het grind totdat ze de filterbodem bereiken, tenzij een wattenlaag dit verhindert. Ze hebben veel rotsen nodig om een territorium af te bakenen. Jammer genoeg peuzelen cichliden graag aan planten en dit samen met hun graafmachine zorgt ervoor dat een gezonde plantengroei haast onmogelijk is. Het water in een aquarium moet een temperatuur hebben van rond de 25,5 graden, verder moet er goede circulatie en hard, alkalisch water zijn. Het gedrag, de lichaamsvorm en de kweektechniek van de cichliden kennen een grote verscheidenheid. Sommige zijn muilbroeders, terwijl andere hun eitjes op rotsen werpen en daarover waken, zelfs als ze al kunnen zwemmen.
Neotropische cichliden
De neotropische vissen zijn te karateriseren van zeeduivels tot maanvissen, ze zijn dus allemaal vissen uit de nieuwe tropen, of de Amerikaanse tropische gebieden. Hieronder vallen ook de vissen die in gedrag verschillen, van pacifisten tot antagonisten. Deze cichliden hebben een groot aquarium en veel voesel nodig. Ze maken veel rommel en het water moet regelmatig ververst worden. Het aantrekkelijke is dat vele van hen geen intresse hebben in hun soortgenoten en trouwens in geen enkel ander dier. Deze vissen verplaatsen grind en rotsen met de bedoeling hun territorium te bepalen en een wijfje te lokken. Nadat deze cichliden hebben geworpen, zorgen ze nog geruime tijd voor hun jongen. Ze beschermen de miniscuul kleine jongen tegen roofdieren, hoe groot deze ook zijn.
Discusvissen
Discusvissen worden over het algemeen erkend als de mooiste en meest gracieuze zoetwateraquariumvissen. Zij komen uit de warme, zachte wateren van Zuid Amerika, vooral uit de Amazone regenwouden. Het water is daar bijzonder schoon en heeft een bruinachtige kleur, die veroorzaakt wordt door rottende vegetatie. Discusvissen vinden we in meren en donkere, langzaam stromende rivieren.
In het aquarium hebben discusvissen altijd een watertemperatuur van 27 graden nodig en erg zacht, iets zuur water met een pH-waarde van 6. Deze verlegen vissen hebben behoefte aan schuilplaatsen en planten geven een veilig gevoel. Hun aquarium moet tenminste 91 liter water bevatten en zo diep mogelijk zijn, omdat ze eerder hoog worden dan lang. Discusvissen eten alles als ze er eenmaal aan gewend zijn, maar het moet klein genoeg zijn om in hun kleine bekje te passen.
Anabantidae
Anabantidae of labyrintvissen zijn byzonder populaire vissen uit Azië en Afrika, waarvan de meeste bekend staan als
Goerami's Deze vissen hebben een hulpademhalingsorgaan, het 'labyrint' dat met bloedvaten doortrokken lamellen heeft. Met dit orgaan kan de vis aan de oppervlakte zuurstof uit de lucht halen, wat handig is in zuurstofarm water. Deze lucht wordt ook gebruikt om de zgn. nestjes van luchtbelletjes (schuimnest) te bouwen. Het mannetje bouwt deze nesten op het wateroppervlak met lucht en speeksel en hecht ze aan drijvende wrakstukken of tussen de drijvende bladeren van de planten.
De meeste Anabantidae zijn niet veeleisend en vreedzaam vergeleken met andere vissen.