Vliegende zaden
Zaden van planten hebben allemaal hun eigen strategie ontwikkeld om zich over de aardbol te verspreiden. Zeer lichte zaden, zaden met vleugels, zaden met propellers die allemaal op hun eigen manier door de wind verplaatst worden.
Zaden met luchtkussen
Zogenaamde blaas- of stofvliegers zijn vooral de zaden van de Orchideën. Deze zaden zijn omgeven door een ballonachtig omhulsel en bezitten ter besparing van gewicht weinig voedingstoffen in het zaad. Men kent gevallen, waarin met een dergelijke lichte bagage ± 100 kilometers werden afgelegd. Dat is nogal wat, zelfs wanneer men weet dat de zaden van de Muggenorchis 0,000.008 gram wegen. De luchtkussenachtige blaasjes van de moerasorchideën zijn bovendien ook uitstekend als zwemgordel voor de zaden te gebruiken. Zonder de voorraadkamer van voedsel zijn de kiempjes aangewezen op de samenleving (symbiose) met bepaalde schimmels, waarvan de draden in het kiempje binnendringen en dit voorzien van de nodige voeding bij de eerste groei. Omdat het min of meer een kwestie van geluk is of een zaadje terechtkomt op een plaats waar reeds een schimmelvlecht ligt te wachten, moet zo'n plant reusachtige hoeveelheden 'blaasjes' produceren om er tenminste een paar te laten overleven.
Glijvliegers, perfekt functionerende zweefvliegtuigen uit het plantenrijk vinden wij alleen in de tropen. Schoolvoorbeeld is de dopvrucht van Zanonia macrocarpa, ongeveer even groot als een cent en zittend in een draagvlak met spanwijdte van 15 centimeter. De zaadkorrel vormt het zwaartepunt. Naar men zegt heeft de vliegtuigmodelbouw zich op deze plant geïnspireerd.
Zaden met schroef
Schroefvliegers zijn de zaden en vruchten van Esdoorn, Es, Haagbeuk, Linde en van de oostaziatische Hemelboom (Ailanthus glandulosa), die in parken en tuinen voorkomt. Het vliegtoestel en de verbinding daarvan met de vrucht kan zeer verschillend zijn. Denk alleen maar eens aan de Esdoorn en de Linde. Ze hebben met elkaar gemeen dat het hele apparaat tijdens de val draait, dus schroefbewegingen uitvoert.
Men heeft vruchten van Esdoorn en Es met of zonder hun 'propellers' van zes meter hoogte op de grond laten vallen. Voor volledige esdoornvruchten werd de valtijd bepaald op 5,6 sec, terwijl het bij de van hun vleugels ontdane 1,2 sec. duurde. Door de 'propeller' wordt dus een vertraging veroorzaakt van zowat 5 maal.
De vrucht van de Es bleef met vliegtoestel tweemaal zolang in de lucht (2,8 sec.) als zonder (1,4 sec.). Vooral als het waait, gaat deze bij een langzame val niet alleen naar beneden, maar ook een klein stukje verderop, wat juist de bedoeling moet zijn. De Zanonia was bij deze proeven kampioen en zeilde 15,2 sec. door de lucht, terwijl het zaad zonder draagvlak in 2,4 sec. op de grond terechtkwam. Dit komt overeen met een 6,33-voudige vertraging van de vrije val.
Helicopterzaden of discuszaden
Discusvliegers kunnen we gemakkelijk leren kennen. Een hele lijst van planten kunnen we opnoemen, waarbij deze manier van verspreiding voorkomt: Gele gentiaan, Zijdeplant-gentiaan, Monnikskap, Narcisanemoon, Alpenroosje, Turkse lelie, Zwaardlelie, Tulp, Berk, Iep en Els. Bij de drie laatstgenoemden vormen zaad of vrucht het middelpunt van schijfvormige vleugelachtige uitsteeksels. Verder kunnen zaden ook ingebed zijn in een echte schijf, zodat ze vaak als een enigszins verwrongen vliegende schotel werken. De vleugels behoeven geen aanhangsels voor te stellen, maar kunnen ook — zoals bij de Lelies en de Tulp — een gedeelte van de buitenste vruchtwand zijn. Alle diskusvliegers draaien min of meer om hun eigen as.
Zaden met pluis
Veerstaartvliegers zijn bijvoorbeeld de vruchten van Bosrank, Wildemanskruid, Alpenanemoon en van Vedergras. De term 'veerstaart' geeft een aanschouwelijke voorstelling van het uiterlijk. De beharing zit niet direkt op het vruchtlichaam, veel meer zijn de verlengde stijlen (bij Vedergras de kafnaald) min of meer sterk behaard. Deze planten brengen op die manier zeer fotogenieke dingen voort. Deze zaden prikkelen de fantasie en dank zij hun uiterlijk krijgen ze namen als boksbaard, geitebaard, duivelsbaard, en nog veel meer volksnamen. De 'veren' reageren op de luchtvochtigheid en liggen bij nat weer dicht tegen de stijl, om zich bij droogte uit te spreiden. Van de vrucht van het Vedergras weten we al dat hij zich in de grond boort, wannneer zijn hygroscopisch reagerende kafnaald bij het open- en dichtrollen op weerstand stuit.
Elke planten heeft zo in de loop van de evolutie, met vallen en opstaan, zijn eigen manier gevonden om te groeien, te leven en te overleven.
© 2012 - 2024 Herborist, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Boek: Onkruid vergaat nietPlanten hebben geen pootjes en dus moeten ze zich op een andere manier voortplanten en verspreiden. Het boekje 'Onkruid…
Bronnen en referenties
- Onkruid vergaat niet. Klein.