De winter betekent verstilling
De vier seizoen hebben een enorme invloed op het leven van mensen. Hoewel de binding met de natuur tegenwoordig niet meer zo groot is, maakt het toch nogal wat uit of het voorjaar, zomer, herfst of winter is. Winter betekent verstilling. In de winter komt de natuur tot een pauze. Maar ook mensen kunnen in de winter een soort van verstilling ervaren.
De natuur gaat met de getijden mee
Mensen voelen zich anders in de verschillende tijden van het jaar, denken ook anders. De natuur zorgt er in feite wel voor dat dan ook de juiste dingen worden verstrekt, zoals voedsel. Zomerkost ziet er nu eenmaal anders uit dan groenten die in de winter klaar zijn om geconsumeerd te worden. Meebewegen met de seizoen is het beste wat de mens kan doen.
De winter
Op de dag dat de winter begint, lengen de dagen weer. Dat betekent overigens niet dat het dan niet nog roetkoud kan zijn, want de ervaring heeft geleerd dat de koudste dagen altijd liggen tussen half januari en half februari. De dagen worden dan wel wat langer, maar echt licht is het nog steeds niet gedurende een aantal maanden. Maar iedereen weet wel dat het voorjaar er aan zit te komen en houdt daar ook al rekening mee.
Stilte in de natuur in de winter
December is voor veel mensen echt een feestmaand. Met veel gezelligheid, pakjes, gezellige etentjes en veel drukte. In de natuur is dat net omgekeerd. Daar heerst stilte. Planten verstoppen zich diep onder de grond en groeien niet, het land ligt er vaak bevroren of heel koud bij. Aan het einde van een mooie koude dag, gaat de zon vaak prachtig onder.
De winter maakt de herfst af
De winter maakt af wat in het najaar is begonnen. Toen begon de natuur af te sterven, in de winter gebeurt dat echt. Soms werkelijk, soms maar alleen aan de oppervlakte. Bomen worden kaal, struiken laten hun bladeren vallen. Alles trekt zich terug in de winter. Alle tekenen van leven van groeiende gewassen, maar ook de kleuren. Dieren doen een winterslaap en proberen daarmee zo weinig mogelijk energie te verliezen, door zich heel rustig te houden. In Nederland houden egels, marmotten en hamsters echt winterslaap, waarbij hun stofwisseling minimaal is en hartslag, ademhaling en verbranding tot bijna nul worden gereduceerd. Daardoor kunnen ze heel lang leven op hun reserves. Ook hun lichaamstemperatuur daalt tot bijna het vriespunt.
Koudbloedige dieren als kikkers, padden en salamanders kruipen in de sloot die voor hun gevoel redelijk warm is en wachten daar tot het voorjaar wordt. Ze verkeren daarbij in een soort toestand die lijkt op de schijndood. Veel insecten – torren, vlinder en wormen trekken zich terug in hun ei, als pop of als cocon. Bijen zijn een uitzondering de regel. Zij weten de temperatuur in hun broedkast in de winter op 37 graden te houden. Dit doen ze door alle gaten af te dichten met propolis, een isolerende en ontsmettende hars. Vervolgens kruipen de insecten allemaal bij elkaar en vormen ze een soort tros. Die beweegt heel langzaam heen en weer om de warmte te bewaren. De bijen slapen niet echt, want als de kast wordt geopend dan komen ze in het geweer. De kern van de tros wordt gevormd door de koningin met haar jongen. Zij worden op die manier beschermd. De oudste bijen zitten in de buitenste laag en verdedigen de rest. Bovendien zorgen zij voor de honing die uit de wintervoorraad komt. Bijen dragen die van mond tot mond overgedragen tot in het hart van de tros.
Sneeuw
Niets mooier dan sneeuw in de winter. Een maagdelijke deken die over de wereld ligt en hem er aardiger uit laat zien. Met je schoenen door de knisperende witte laag die alles doet oplichten. Veel mensen krijgen een gevoel van vrede, van een schoon begin en van nieuwe kansen door zo’n pak witte vlokken. Sneeuw is overigens door een microscoop bekeken helemaal niet zo mooi en aardig. Het zijn hoekige kristallen en een centrum met 6 stralen. Toch lijken de vlokken niet op elkaar. De reis die een sneeuwvlok moet afleggen namelijk gaat bij de ene anders dan bij de ander. Er vinden aanvaringen plaats met anderen kristallen, de vochtigheid en de temperatuur varieert bij alle vlokken en dus zien ze er allemaal anders uit. De ene sneeuwvlok lijkt daardoor onder de microscoop op een soort tak, terwijl de andere op een zeshoekje lijkt.
Verstilling
De winter is met recht een tijd van verstilling. De natuur doet even niet meer mee, vogels fluiten niet, bladeren waaien niet, er groeit niets dat ook maar een beetje geluid kan maken. Mensen blijven meer binnen en als er sneeuw valt wordt wat er was aan geluid nog minder luid. Ook is de winter een seizoen met weinig geur. Bloemen geuren niet en bomen die nog wel geur afgeven zijn amper te ruiken omdat er geen warmte is om het te verspreiden. Soms is wel heel duidelijk te ruiken dat er een sneeuwbui aan zit te komen, want die pittige lucht is onmiskenbaar. Overigens is die stilte ook wel een beetje schijn, want onder de grond gebeurt er van alles. Veel zaad ontkiemt al in december in de grond. Dat ontkiemde zaad groeit dan in het voorjaar verder. Ook sommige dieren die in de herfst worden bevrucht houden rekening met de winter. Het jong dat uit die bevruchting moet komen, blijft namelijk eerst heel lang klein. Als de dagen beginnen te lengen geeft het dier als het ware een seintje dat het jong echt een spurt kan inzetten en groeit het diertje zoals het anders in andere jaargetijden zou doen.