De functie van wind
Kilometers tegen de wind in moeten fietsen kan weinig mensen bekoren. Het voordeel is overigens vaak wel dat de terugwind dan heel snel gaat. Wind heeft echter meer voordelen. Zo zorgt het voor bestuiving en het voortbestaan van veel plantensoorten. Maar ook vogels maken gebruik van de windstromen. Sommigen vliegen er beter door, anderen "hangen" als het ware in de lucht. Wat doet de wind allemaal?
Zeilen, verkoeling, energie opwekken en drogen door en met de wind
- Maar de wind helpt mensen in een zeilboot ook om vooruit te komen en zorgt in die sport voor veel plezier.
- Als het heet is, zijn veel mensen blij dat er een windje de kop opsteekt, want die brengt verkoeling.
- Met wind kan energie worden opgewekt, door ondermeer windturbines.
- De wind droogt. Was, haren, het hooi, land en zelfs de straten.
In de natuur speelt wind een grote rol
Bladeren worden weggeblazen door de wind, maar zorgt er ook voor dat nestmateriaal voor bijvoorbeeld gierzwaluwen bereikbaar voor deze dieren wordt. Gierzwaluwen komen namelijk nooit op de grond en door de wind zijn zij in staat om veertjes en strootjes toch te kunnen bemachtigen en zo een nest te bouwen onder dakpannen. De stormen in eind april, begin mei komen deze dieren dan ook altijd wel heel goed uit.
Windbestuiving
Bomen hebben veel aan de wind, omdat ze op die manier bestoven worden en zo vruchten en zaden kunnen produceren. Loofbomen zijn afhankelijk van die windbestuiving. Zij bloeien eerst, krijgen dan pas blad. Dit om er voor te zorgen dat hun stuifmeel in een vroeg stadium op andere exemplaren kan worden overgebracht. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de els met de gele elzenkatjes. Ook hoge populieren en iepen openen al in april hun bloemen als de wind daar mee aan de haal kan gaan. Deze bomen hebben mannelijke en vrouwelijke bloemen, maar zelfstandig naar elkaar toe kruipen kunnen ze natuurlijk niet. De wind zorgt daarvoor. De reden dat er eerst bloesem aan de bomen komt en vervolgens pas bladeren is eigenlijk heel logisch: als er eerst bladeren aan zouden komen zou er heel veel stuifveel blijven hangen aan de bladeren. En dat levert niets op, terwijl vrij stuifmeel dat naar andere bomen kan gaan wel kruisbestuiving oplevert. Naaldbomen zijn eveneens afhankelijk van de wind om te produceren. Het meeste stuifmeel van deze bomen rolt tussen de naalden door. Ook doet de wind zijn ding tussen al die lagen horizontale takken. Wie wel eens aan een spar of den heeft geschud weet dat er hele wolken stuifmeel van de bomen komt.
Verspreiding van zaden
De wind zorgt er ook voor dat zaden overal terechtkomen en daar nieuwe bomen en planten kunnen realiseren.
De wollige bolletjes van de populier bijvoorbeeld laten zich graag meevoeren door de wind. Ook de iepzaden die er zien als een plat schijfje zijn blij met een windkrachtje 4 om vervoerd te worden. De esdoorn, een soort boemerangzaad heeft 2 kanten die heen en weer kantelen. Kinderen gooien er graag mee, maar dat is ook de functie van de wind. Hij blaast ze weg en zorgt er voor dat ze in een voedingrijke bodem een nieuwe boom kunnen vormen.
Kolibri en andere vogels gebruiken de wind
De kolibri heeft wind nodig om te kunnen hangen in de lucht. Overigens gebruiken ook andere vogels de stromingen van de wind om mee te vliegen. Zij gebruiken - net als bij zweefvliegen - de windstromen om vooruit te komen.