De grondsoort veen
Veen is een grondsoort die populair werd toen men ontdekte dat het brandbaar was, en dus geschikt werd bevonden als brandstof. Tegenwoordig zijn er nog maar weinig veengebieden over en dat is zonde, want deze gebieden zijn bijzonder en eigenaardig.
Wat is veen voor grondsoort?
Veen is een natte, zuurstofarme grondsoort met een sponsachtige structuur, dat bestaat uit plantaardig materiaal. Voor planten is veen moeilijk om in te leven, omdat er weinig voedingsstoffen en veel zuren inzitten. Daarom komen er voornamelijk vleesetende planten voor, want zij leven van insecten en zijn dus niet afhankelijk van voedingsstoffen uit de bodem. Ook is het voor planten lastig om aan water te komen. Door de zuren die zich in veen bevinden en de absorptie van het vocht door een bepaalde mossoort, is er vrij weinig water beschikbaar. Een bepaalde veenplant, Leerblad genaamd, heeft om die reden speciale bladeren die goed vocht kunnen opnemen. Veengebieden bieden een unieke omgeving voor dieren: in Engelse veengebieden komt een bepaalde keversoort voor en ook de gele harige Kanarievlieg leeft hier. Door hun uniekheid worden veengebieden door vele regeringen en conservatiebureaus erkend als een type bodemsoort dat goed behouden moet worden. In Groot-Brittannië bijvoorbeeld staat vastgesteld dat veengebieden de prioriteit hebben om geconserveerd te worden.
Nut voor de mens
Veen heeft in de negentiende eeuw een belangrijke rol gespeeld voor de mensheid, want de substantie bleek erg geschikt te zijn om te gebruiken als brandstof. Wanneer veen vlam vat ontstaat er een vuurzee die lang aanhoudt en een periode nasmeult. De rook en het vrijkomen van koolstofmonoxide dat hierbij gepaard gaat, veroorzaakt milieu- en gezondheidsproblemen. Het turf, zoals het veen genoemd werd, werd afgegraven en vervolgens gedroogd. Daarna werd het gebruikt als brandstof. De afgegraven bodem vormde een goede, vruchtbare landbouwgrond. Een drassig veengebied waar turf werd gestoken, werd vroeger ‘moer’ genoemd. Vanaf 1852 werd turf belangrijk voor de industrie en ontstond er een handel in. De Nederlandse broers Van de Griendt uit Den Bosch van de gemeente Deurne kochten 650 hectare hoogveen en startten hun eigen bedrijf. Voor het afvoeren van het veen werden hele kanalen gegraven, de turf werd samengeperst tot plakken. Ook nu nog wordt turf gebruikt als energiebron. 20% van de huishoudens in Ierland worden verwarmd door turf, en ook in Finland, Schotland, Duitsland en Rusland wordt het als brandstof gebruikt. Rusland is de grootste gebruiker van turf: hier gaan er meer dan 90 miljoen metrische tonnen per jaar doorheen.
Een andere manier waarop turf gebruikt wordt, is als grondamendement. Hierdoor neemt de capaciteit van de grond om vocht op te nemen toe en verrijkt het de bodem. Sommige stokerijen gebruiken turfvuren om gerst te roken bij het maken van Schotse whisky. Veen heeft nog veel meer betekenis voor de mens. Bosbessen, veenbessen, cloudberries, huckleberries en lingonberries worden uit het wild geoogst in veengebieden. Veeneik is een bepaalde houtsoort dat gedeeltelijk bewaard is gebleven in veen en wordt nu gebruikt in de productie van meubels. Ook wordt veen gebruikt voor sport. Snorkelen in veen is populair in Engeland en Wales. Hier worden zelfs de zogenaamde World Bog Snorkelling Championships gehouden, waarbij de deelnemers uitgerust met masker, snorkel en vinnen door een 60 meter lange geul in het veen zwemmen.
Laagveen en hoogveen
Veen kan in twee categorieën worden opgesplitst. Deze indeling wordt gebaseerd op de ligging van het veen tijdens de vorming ervan ten opzichte van het grondwater.
- Laagveen: Laagveen is, zoals de naam al weggeeft, ontstaan onder grondwater. Het is afhankelijk van het vele voedsel in dit water. Ook laagveen kun je weer onderverdelen in drie gedeeltes: Limnisch veen wordt onder de waterspiegel gevormd, telmatisch veen in de zone rond de waterspiegel en daarboven vormt zich terrestrisch veen. De laatste verdroogt en verschrompeld echter vaak. Turf winnen uit laagveen is moeilijker dan uit hoogveen, omdat deze niet op natuurlijke wijze ontwatert kan worden. Het veen werd onder de waterspiegel weggebaggerd, vervolgens werd het uitgespreid op legakkers en als het droog was werd het gesneden. Deze manier van turven heet slagturven, en is waarschijnlijk in het begin van de 16e tot ontwikkeling gekomen. Er werd bepaald gereedschap gebruikt waarmee men in staat was tot diep onder de zeespiegel het veen weg te schrapen. Dit was een baggerbeugel, een lange stok met aan het uiteinde een net of mand.
- Hoogveen: Hoogveen is ontstaan onder invloed van regenwater. In tegenstelling tot laagveen is hier sprake van weinig voedsel in het water. Een belangrijk bestanddeel in hoogveen is veenmos (Sphagnum). Dit kan grote hoeveelheden water in zich opnemen, waardoor het in opgezwollen vorm voor meer dan 90 procent uit water kan bestaan. Het kan bovendien goed groeien in zure omstandigheden, die ontstaan doordat regenwater van zichzelf al redelijk zuur is.
Waar bestaat veen uit?
Veengrond bestaat uit gehumificeerd plantaardig materiaal. Gehummificeerd komt van de term humus. Dit zijn de resten van ontbindend plantaardig materiaal en dat bevindt zich in een fase waarin verdere ontbinding niet mogelijk is. Het meeste plantaardige materiaal is afkomstig van veen, en dit heeft samen met andere plantensoorten de veenbodem gevormd. Veen bestaat dus niet alleen maar uit veen. Er bestaat een indeling van plantensoorten die dominant aanwezig waren tijdens de ontstaansontwikkeling van veen:
- Zeggeveen: dit veen bestaat uit resten van een door zeggen gedomineerde vegetatie. Zegge is een kruidachtige plant die tot de cypergrassenfamilie behoort. Ook mossen komen hier in voor.
- Rietveen: dit veen bestaat uit resten van waterplanten, zoals riet.
- Bosveen: dit veen bestaat uit resten van bossen.
- Veenmosveen: dit veen bestaat uit de resten van een bepaalde mossoort, namelijk veenmos. Veenmos kan ook groeien boven de grondwaterspiegel omdat het de eigenschap heeft om water op te zuigen.
Waar komt veen voor?
Mondiaal
Veen komt vooral voor in gematigde vochtige streken. Het verschijnt op plaatsen waar het water op het bodemoppervlak zurig is, doordat bijvoorbeeld het grondwater zuur is. De grootste veengebieden zijn de Westerse Siberische laaglanden in Rusland. Deze beslaan meer dan 600.000 vierkante meters. Vooral in het noorden is er dus veel veen te vinden. Er liggen grote veengebieden in Canada en Alaska, Schotland, Denemarken, Estland, Finland, het noorden van Duitsland, Ierland, Zweden en in Nederland. Maar ook op de Falklandeilanden en de Malvinaseilanden is veen te vinden. Ook komt het voor in tropische gebieden, zoals in Kalimantan, het Indonesische gedeelte van het eiland Borneo. Hier komen ook bomen voor, dus eigenlijk zijn het dan een soort moerassen. De Amerikaanse staten Minnesota en Michigan zijn in het noorden bedekt met uitgebreide veengebieden.
Nederland en België
In Nederland komt veen niet alleen aan het oppervlak voor, het bevindt zich ook op grotere diepten. Dan ligt het onder een andere grondsoort, zoals in het geval van zand-op-veen en klei-op-veen. Dit komt voor in de provincies Groningen en Drenthe. In zijn pure vorm komt veen maar weinig voor in Nederland, alleen nog het Bargerveen bij Schoonebeek in Drenthe en in de Groote Peel in Noord-Brabant. De oorzaak hiervan is dat er een groot gedeelte van het veen is afgegraven om het te gebruiken als brandstof. In België bevindt zich nog een grote hoeveelheid hoogveen op de Hoge Venen. De bovenste laag hiervan is niet geschikt om turf van te maken, en is dus gewoon in tact gebleven. In Nederland en België is het meeste veen ontstaan in de tijd van het Atlanticum. Tijdens deze periode in het Holoceen heerste er in heel Noordwest Europa een warm, nat klimaat. Door het vochtoverschot dat optrad door de overgang van naaldbos naar loofboos en de stijging van de grondwaterspiegel, kon het veen zich goed ontwikkelen.
De Peel
Op de grens van de provincies Noord-Brabant en Limburg bevond zich het hoogveengebied de Peel, die ondertussen voor een groot gedeelte verdwenen is. Het woord ‘peel’ komt van het Latijnse palus, wat ‘moeras’ betekent. De naam van de streek Peelland, wat afgeleid is van de naam van het veengebied, is vanaf het jaar 1100 in geschriften te vinden, maar dan onder namen als Pedelo, Pedel, Pedele en Pedelant. Het mysterieuze veengebied is een bron van allerlei mythes en sagen. De Peel was een duister en moeilijk gebied om te doorkruisen. Er zijn maar enkele reizigers die de doortocht in het moeras overleefd hebben. De veenarbeider Gebbel Smolenaars vond een verguld-zilveren Romeinse officiershelm. Deze zou hebben toebehoord aan een Romein die in het veen verdronken is, maar waarschijnlijk gaat het hier om een offergift. De helm is ondertussen beroemd en ligt samen met resten leer, munten en een zwaard in een museum in Leiden. Voor de vondst van de helm in 1910 kreeg Smolenaars ongeveer 110 gulden. De Peel heeft nog meer historische gebeurtenissen op haar naam staan. In het najaar van 1944 was het gebied het slagveld van de geallieerde en Duitse troepen na de mislukking van Operatie Market Garden. Dit was uiteraard pas na dat het drassige veengebied voor een groot gedeelte was weg gegraven door de ondernemers Van der Griendt voor de turf. Later, in de twintigste eeuw, begon men zich te realiseren dat het veengebied iets onvervangbaars was, en dat wij dit aan het vernietigen waren. Daarom werden de veengebieden vanaf dat moment beschermd als reservaten. De Peel werd zelfs een Nationaal Park, het Nationaal Park De Groote Peel.