Bijensterfte, oorzaken en gevolgen
Veel imkers klagen al jaren over de massale bijensterfte. Als de bijen van de aarde verdwijnen, heeft de mensheid nog maar 4 jaar te leven, aldus Einstein. Anders gezegd: "Eerst sterft de bij, dan de mens". Zonder bijen worden immers veel gewassen en vruchten in hun bestaan bedreigd. Overigens wordt er alom over getwijfeld of Einstein bedoelde bewering daadwerkelijk heeft gedaan. Er werd een eerste maal naar verwezen in een Frans vakblad toen Einstein al dood was. En toen kon hij zich niet meer verweren tegen die toeschrijving. Critici wijzen er in dat verband op dat planten ook kunnen gedijen zonder bijen als bestuivers.
Bijen, spil van ons ecosysteem
Bijen zijn de motor van ons ecosysteem. 80 Procent van alle gewassen en 90 procent van alle fruitbomen zijn erop aangewezen dat bijen ze bestuiven. De economische voordelen van deze bezigheid liggen alleen in Nederland jaarlijks al op vele miljoenen euro's. Dat plaatst bijen na runderen en varkens op plaats 3 van de belangrijkste dieren in de land- en tuinbouw.
Waarom sterven bijen?
De activiteiten van bijen worden als volkomen vanzelfsprekend aanvaard. Men beseft pas hoe belangrijk deze beestjes zijn als ze er niet meer zijn. Maar waarom sterven de bijen eigenlijk? Dat wilden Duitse wetenschappers ook wel eens weten. Ze hebben deelgenomen aan een werkgroep bestaande uit onderzoekers, beleidsmakers en de industrie en hebben de bijensterfte gedurende vijf jaar gevolgd en gedocumenteerd.
Wordt de Varroamijt ten onrechte beschuldigd?
Hun voornaamste bevinding: de Varroa-mijt, een parasiet en bloedzuiger, is verantwoordelijk voor de grootste verliezen in de bijenpopulatie. De mijten voeden zich met het
bloed van de bijen en door de beetplekken, open wonden feitelijk, kunnen ziekteverwekkers hun werk doen. Maar ervaren beroepsimkers die hun werk al vele jaren doen en bekend zijn met het probleem van de Varroa-mijt, voeren aan dat deze niet de belangrijkste oorzaak is van de bijensterfte. De Varroamijt is niet nieuw en juist ervaren imkers die nog moeten leven van de opbrengst van hun bijenhouderij, kunnen er goed mee omgaan.
Andere oorzaken bijensterfte: pesticiden en monoculturen
Het zoeken naar andere oorzaken van de bijensterfte toont aan dat sommige vijanden door de mens zijn gemaakt. Een ernstige verdenking gaat bijvoorbeeld uit naar elektromagnetische vervuiling. Een andere oorzaak is de mens die de levensruimte van de honingbij verstoort, bijvoorbeeld met monoculturen in de landbouw. In veel regio's worden alleen nog maïs of koolzaad geteeld. Als de velden zijn geoogst, hebben de bijen niets meer te eten. Trouwens, waar monoculturen de boventoon voeren, vermenigvuldigt zich ongedierte. En waar ongedierte zich voortplant, wordt met
pesticiden gewerkt.
Zijn gewasbeschermingsmiddelen de oorzaak?
Bovenaan de lijst staan de zogenaamde neonicotinoïden, zenuwgif voor ongediertebestrijding, onder meer ingezet tegen bladluizen en witte vliegen. Toxicoloog Henk Tennekes heeft een boek gepubliceerd over het onderwerp. Zijn studies beschrijven de effecten van zenuwgas op insecten. Ze binden zich aan receptoren in het centrale zenuwstelsel, en die binding is nagenoeg onomkeerbaar. Bayer is een van de fabrikanten van neonicotinoïden en maakt alleen al met dit middel een jaarlijkse omzet van 600 miljoen euro.
Cumulatie van gifsoorten fataal voor bijenvolken
Maar is de chemie wel de echte oorzaak van de bijensterfte? Bayer ontkent dit natuurlijk in alle toonaarden en wijst erop dat de zenuwgassen goedgekeurd zijn. En verder heet het: "onze producten zijn, mits correct gebruikt, volkomen veilig en vormen geen gevaar voor mens en milieu". Dit wordt bevestigd door de federale overheid in Duitsland: alle gewasbeschermingsmiddelen in Duitsland worden getest op hun schadelijkheid voor de bijenpopulatie. Volgens de autoriteiten zijn voor bijen dus alle toegelaten gewasbeschermingsmiddelen veilig. Toxicoloog Tennekes daarentegen gelooft er niet in. De hoeveelheden die voorkomen in stuifmeel en nectar zijn weliswaar zo klein dat het niet uitmaakt. Maar we spreken hier wél over een cumulatie van gifsoorten. En al deze kleine hoeveelheden kunnen insecten toch aan hun eind brengen".
Kunnen planten ook zonder bijen als bestuivers
Albert Einstein zou dus ooit gewaarschuwd hebben: "Als de bijen van de aarde verdwijnen, heeft de mens nog slechts vier jaar te leven." Helaas hebben veel mensen zich in hun strijd voor de bijen op deze vermeende bewering van Einstein beroepen. Daarbij hebben ze kennelijk de wijze vermaning van Winston Churchill vergeten: "Het probleem met op internet gevonden citaten is, dat ze vaak niet kloppen". Het bewuste citaat van Einstein werd een eerste maal geciteerd in een Frans tijdschrift getiteld "La Vie des Bêtes et l'Ami des Bêtes". Einstein was toen al dood en kon zich niet verdedigen tegen dergelijke toeschrijvingen. Het citaat werd vervolgens talloze keren herhaald, in een tijdschrift van de Franse imkersvereniging tot en met het Franse ministerie van landbouw. Daarbij is ook de precisie van de verklaring opmerkelijk: vier jaar tot de ondergang. Waarom niet vijf? Of drie? En hoe zou Einstein dat berekend moeten hebben? Natuurlijk spelen bijen een belangrijke rol als bestuivers, maar zo een concrete tijdsaanduiding moet toch achterdochtig maken.
Vliegen, kevers, motten, vlinders en zelfs mieren, nemen tot 50% van alle bestuivingswerk voor hun rekening
En de voorspelling gaat nog verder. De geciteerde zin wordt vaak gevolgd door een andere: "Geen bijen meer, geen bestuiving, geen planten, geen dieren, geen mensen." Maar ‘zonder bijen geen planten?’ Met alle respect voor de nimmer aflatende vlijt van de honingbijen, maar de bewering dat zij verantwoordelijk zijn voor bestuiving van alle planten op aarde, dat gaat te ver. Er zijn immers tal van andere bestuivers naast de bijen, vooral vliegen en kevers, motten, vlinders en zelfs mieren, die tot 50% van alle bestuivingswerk voor hun rekening nemen. En veel belangrijke planten hoeven helemaal niet door insecten te worden bezocht, omdat de wind de bestuiving overneemt. Daartoe behoren onder andere tarwe, maïs, rijst, rogge, gerst, haver en gerst.