Brokken, KVV en BARF
Tot de jaren '30 was het normaal dat honden met de pot mee aten. Ze kregen de restjes en het afval, alles wat overbleef. Veel honden werden hierdoor ziek omdat ze bepaalde voedingsstoffen misten. Er kwam een oplossing: brokken. De brok zat vol met vitaminen en mineralen, had een lekker smaakje en werkte daarbij ook nog eens heel goed tegen tandsteen, dat werd er tenminste gezegd. De laatste jaren wordt er steeds meer kritisch gekeken naar brokken, en er is een nieuwe manier van voeding ontstaan: BARF. Maar wat is nu eigenlijk echt goede voeding voor de hond, en waar moet je op letten?
Brokken
Laten we eerst eens goed kijken naar wat de meeste van onze honden al jaren te eten krijgen: brokken. Ruim 90% van de hondeneigenaren in Nederland geeft brokken. Niet zo gek ook, veel dierenartsen prijzen brokken aan, brokken zijn lang houdbaar en makkelijk mee te nemen. En bovendien, iedereen geeft toch brokken, dus het zal wel goed zijn. Wanneer je je een beetje verdiept in brokken kom je dingen tegen die je toch wel aan het denken zetten.
Granen
Zo is het hoofdbestanddeel van brokken meestal granen. In de betere brokken zit meestal rond de 30% tot wel 70% in de goedkopere brokken. Granen, niks mis mee toch? Nee, voor herbivoren en omnivoren niet. Maar honden zijn carnivoren. Ze hebben korte darmen, geschikt om vlees te verteren maar niet geschikt voor plantaardig voedsel. In granen zitten veel koolhydraten, iets waar honden niks aan hebben. Ook zit er veel zetmeel in, suikers dus, waar honden dik van worden. Uiteindelijk worden de granen gewoon weer uitgepoept, zonder dat de hond er voedingsstoffen uit heeft kunnen halen.
Vlees en dierlijke bijproducten
Gelukkig zit er ook vlees in brokken. Maar dan komen we aan bij de volgende vraag: Hoe krijgen ze het vlees in die brokken? Dat gebeurt door er vleesmeel van te maken. Vleesmeel krijg je door het vocht te onttrekken aan het vlees. Daar is op zich niets mis mee, maar de fabrikant vermeldt alleen het percentage vlees, en niet het percentage vleesmeel. Daardoor staat er een hoger percentage dan het in werkelijkheid is. Wanneer je de ingrediëntenlijst bestudeert kom je ook 'dierlijke bijproducten' tegen, maar nergens is te vinden wat dit precies inhoudt. Met dierlijke bijproducten wordt slachtafval bedoeld, dat niet geschikt is voor mensen. Slachtafval bestaat uit hersenen en ingewanden, maar ook uit hoeven, hoorn, gemalen veren en vogelklauwen.
Additieven
Daarnaast moet de brok er natuurlijk aantrekkelijk uitzien en lang houdbaar zijn. Dit gebeurt door conserveringsmiddelen en geur-, kleur-, en smaakstoffen toe te voegen. Onder deze stoffen bevinden zich ook een aantal stoffen waarvan bewezen is dat ze een schadelijk effect hebben, zoals BHA, ethoxyquine, en BHT. Deze stoffen bevorderen de groei van kanker. Ook wordt er vaak veel zout toegevoegd aan brokken, om het smakelijk te maken voor de hond. Hierdoor ontstaan er nierproblemen. Let bij het kopen van een brok dus goed op het percentage granen en het percentage vlees. Goede brokken zijn meestal wel prijzig, maar denk eraan dat de hond hiervan veel meer voedingsstoffen opneemt en het dus beter benut.
BARF
BARF staat voor bones and raw food. De laatste jaren zijn steeds meer mensen aan het barfen geslagen, wat inhoudt dat mensen zelf het menu voor hun hond samenstellen, met spier- en orgaanvlees, botten, en gepureerde groentes. Het nadeel van barfen is dat je goed moet weten hoeveel je hond van wat moet hebben, omdat hij anders tekorten oploopt. Enige kennis is dus wel vereist!
Verhoudingen
Deze percentages zijn goede richtlijnen voor hoe het menu van je hond samengesteld moet worden:
- 30-50% bevleesde botten (gemiddeld bestaande uit 50% vlees en 50% bot)
- 20-55% spiervlees
- 15-25% orgaan, waarvan ongeveer de helft pens, verder hart, lever, nier en evt meer.
- 0-15% groentenmix, fruit, noten, ei, zaden, etc.
Wanneer je in de goede verhoudingen voert is het heerlijk voor de hond, en erg gezond. Het komt namelijk dicht in de buurt van wat wilde honden en wolven eten.
Positieve effecten
Met BARF hebben honden vaak minder ontlasting dan wanneer ze brokken eten, dit komt omdat haast alles opgenomen wordt. Daarnaast is de ontlasting harder, waardoor de anaalklieren bij het poepen uitgeknepen worden. Honden die snel verstopte anaalklieren hebben kunnen dus erg opknappen wanneer ze overgaan op BARF.
KVV
Barfen is veel werk en voordat je ermee begint moet je je er goed in verdiepen. Wanneer je toch vers vlees wilt voeren kun je kiezen voor KVV, dat staat voor kompleet vers vlees. Je hoeft niet na te denken over verhoudingen, omdat alles al in de goede verhouding erin zit.
Nadelen
Maar in veel goedkopere KVV wordt calciumpreparaat toegevoegd, wat weer minder makkelijk wordt opgenomen dan calcium uit bot en groentes. Nog een nadeel met KVV is dat je minder goed kunt afwisselen dan met BARF. Met BARF kun je ervoor kiezen om meerdere diersoorten te voeren op één dag, terwijl in KVV meestal maar één of twee diersoorten zitten. KVV is een prima manier van voeden, mits je afwisselt met diersoorten en een KVV geeft waarbij het calcium uit botten komt en niet later nog is toegevoegd.