De kat wel of niet laten castreren/steriliseren?

De kater
Feitelijk is het zo dat de kater, behalve geen poezen meer bevrucht, ook op een aantal andere vlakken aan verandering onderhevig is, zoals:- Geslachtsrijpe katers die niet gecastreerd zijn, willen over het algemeen maar wat graag hun geur achterlaten. En dat ‘sproeien’ zoals we dat noemen is urine. Een beetje, maar wel op veel plaatsen. Als de kater gecastreerd is, wordt dit vaak beduidend minder of stopt zelfs geheel.
- Gecastreerde katers worden over het algemeen ook ouder dan hun ongecastreerde soortgenoten. Ze hebben minder vechtlust, om te laten zien dat ze dé kater in de omgeving zijn, en zwerven minder, dus de kans op ongelukken is minder.
- Soms veranderen ze ook in gedrag naar de baas, in de zin dat ze meer aanhankelijk worden.
Natuurlijk bepaald iedereen zelf of hij/zij de kater laat castreren, maar om al die nestjes die na de geboorte bij het dierenasiel afgeleverd worden, te voorkomen, is er iets voor te zeggen. Voor raskaters die in fokprogramma’s zitten, ligt dit natuurlijk anders.
Poezen
Bij poezen is er, behalve het voorkomen van al te regelmatig een dikke buik, ook nog ander voordeel te behalen, zoals:- Voor veel baasjes een belangrijke, de krolsheid stopt en daarmee het soms enorme volume van de kat die aan wil geven dat ze gedekt mag worden. Of dit nu gebeurt of niet en of er nu een kater in de buurt is of niet, ze laat het de omgeving graag weten. Niet alle poezen maken overigens een even hard geluid, maar er zijn exemplaren bij waarbij de volumeknop aardig open gaat.
- De kans op melkkliertumoren of baarmoederontstekingen neemt enorm af en de kans op suikerziekte wordt na een sterilisatie ook kleiner.
En ja voor de poes is er een poezenpil en de poes kan daarna nog jongen krijgen, maar deze wordt door de meeste dierenartsen afgeraden juist om de kans op bovengenoemde zaken te verkleinen. Als je zeker weet dat je geen nestje (meer) wilt, is een sterilisatie het beste.