Met een chip kan je huisdier gerust op stap
Jaarlijks raken er meer dan 30.000 huisdieren in ons land hun baasje kwijt. Een groot deel van deze dieren wordt teruggevonden, maar niet elk gevonden huisdier blijkt herenigd te kunnen worden met het baasje. Slechte identificatie is daar debet aan. Gelukkig brengt de chip uitkomst.
Wie kent ze niet: de oproepjes waarin melding wordt gemaakt van de vermissing van een huisdier. Jaarlijks worden in Nederland meer dan 30.000 huisdieren bij de Amivedi opgegeven als vermist. Katten raken ongeveer acht maal vaker vermist dan honden én zijn minder vaak van een identificatiechip voorzien; naar schatting is er in Nederland bij slechts vijf procent van de katten een chip ingebracht ten opzichte van ongeveer 60 procent van de honden. Ongeveer 28.000 meldingen gaan dan ook over vermiste katten. Wordt een kat echter gevonden dan blijkt dat deze heel vaak niet met zijn baasje te herenigen is. Dat komt doordat katten, vaker dan honden, op elkaar lijken. Hoe kun je de ene zwart-witte kat dan van de andere herkennen? Het antwoord is heel simpel: door uw dier te laten voorzien van een identificatiechip (of transponder genaamd). Aan iedere transponder is een uniek nummer gekoppeld, dat kan worden afgelezen met een speciaal apparaat, meestal door de dierenarts of medewerkers van het dierenasiel of dierenambulance. De code is fraudebestendig: dat wil zeggen niet te veranderen of uit te wissen. Kortom: een chip maakt elk huisdier uniek!
Nieuwe chip
Onlangs is er een nieuw soort chip op de markt gekomen met een omhulsel van biopolymeer . Deze nieuwste generatie transponders is door deze ‘kunststof’ omhulling onbreekbaar geworden. Bovendien is de nieuwe transponder, vergeleken met de eerdere, met bioglas omhulde versie, meer dan 20 procent lichter en is uit onderzoek gebleken dat er een betere vergroeiing tussen deze chip en het omliggende weefsel plaatsvindt. Deze nieuwe chip geeft dubbele veiligheid: levenslange identificatie en onbreekbaarheid!
Chipnummer
Het chipnummer van in ons land -en de rest van Europa- gebruikte chips (transponders) bestaat uit 15 cijfers. De eerste drie cijfers van dat chipnummer kan bestaan uit een ‘landencode’, waarmee in een oogopslag duidelijk is in welk land het dier gechipt of geboren is. Deze landencode is voor Nederland 528. Na de landencode volgen drie cijfers waaraan de fabrikant van de chip te herkennen is: de fabrikantencode. De laatste negen cijfers ten slotte bestaat uit een nummering die door de fabrikant is opgesteld.
Het afleesapparaat
Om een in een dier aangebrachte chip te kunnen aflezen is een speciaal afleesapparaat nodig. Zo’n afleesapparaat stuurt als het ware een berichtje naar de chip, die daardoor wordt geactiveerd en een antwoord terugstuurt. Dat antwoord bestaat uit een nummer dat op het afleesapparaat zichtbaar wordt. Het chipnummer hoort gekoppeld te worden aan de gegevens van het dier en zijn eigenaar. Deze koppeling oftewel ‘registratie’ van de gegevens vindt plaats in de databank.
Indien registratie van het chipnummer heeft plaatsgevonden is het dier dus te koppelen aan zijn eigenaar en staat de identiteit van het dier onomstotelijk vast.
Welke dieren kunnen van een chip worden voorzien?
Eigenlijk kunnen alle diersoorten worden geïdentificeerd door middel van een chip. Er is geen dier te groot of te klein of er past wel een chip in. Zo worden in dierentuinen de dieren al jarenlang voorzien van een chip, zodat er geen onduidelijkheid bestaat over de identiteit, hetgeen van groot belang is voor (internationale) fokprogramma’s, waarbij inteelt moet worden voorkomen. In Nederland is veel ervaring met het chippen van honden, katten, paarden en pony’s, papegaaien, schildpadden, fretten, reptielen en KOI-karpers.
Zelf de registratie controleren op internet
Is uw huisdier gechipt dan is het zaak uw gegevens goed te (laten) registreren, bij een databank die speciaal voor dit doel is opgericht. Kies voor een databank die altijd, dus 24 uur per dag en 7 dagen per week te raadplegen is. Een voorbeeld van een dergelijke databank die bovendien onafhankelijk is, is de Stichting Nederlandse Databank voor Gezelschapsdieren (zie www.ndg.nl). Voor een klein eenmalig bedrag kan hier uw huisdier zijn levenlang geregistreerd blijven. Zelf controleren of uw gechipte huisdier terug te vinden is in een databank kan via de website: www.chipnummer.nl.
Chipcontrole
Zelfs al is uw huisdier voorzien van een identificatiechip én staan uw gegevens als eigenaar goed geregistreerd bij een databank dan nog kunt u niet lui achterover gaan zitten. Zo kunt u het beste bij ieder bezoek aan de dierenarts de werking van de chip even laten controleren. Mocht de transponder niet meer functioneren dan komt u daar alleen na een controle achter. De kans hierop is echter klein: de gemiddelde levensduur van een transponder overstijgt de levensverwachting van ieder huisdier meerdere malen. Uw persoonlijke gegevens dient u ook up-to-date te houden. Vergeet niet vooral alle wijzigingen van adres of telefoonnummer door te geven aan de databank.