De ruige Noorse Boskat
Ik noem het ‘ruig’, want de Noorse Boskat is heel verfijnd, maar de eerste aanblik is ruig en ‘echt’, alsof de kat zo uit het bos is komen lopen. Dat er veel aan vooraf gegaan is, is evident, maar dat zie je aan deze mooie grote halflangharige kat niet af.
Oorsprong
Typisch dat men er niet helemaal over uit is hoe deze kat nu uiteindelijk is 'ontstaan', maar men gaat er vanuit dat het een mutatie is die ergens in het oosten van de voormalige Sovjet Unie is ontstaan. Met de koude winters is de lange dikke vacht geen overbodige luxe en heeft er voor gezorgd dat deze kat heeft kunnen overleven.
Deze sterke kat is daarna langzaam over de wereld verspreid geraakt en de kans is groot dat het door handelaren is gedaan. De vraag naar aparte exemplaren is altijd groot geweest en als er geld te verdienen viel, deinsde men er toen ook al niet voor terug om dit te realiseren. De kans is groot dat deze kat zo in de Scandinavische landen terecht is gekomen. Er zijn publicaties vanaf het jaar 1835. Met name in Noorwegen heeft deze kat haar thuis gevonden.
De Noorse Boskat
Innerlijke kenmerken
De Noorse Boskat kenmerkt zich door haar zachtaardige karakter. Een kat die duidelijk op mensen gesteld is en graag in zijn/haar nabijheid vertoeft. Ze ‘helpen’ graag mee en hoewel ze geen schelle stem hebben zijn altijd erg nadrukkelijk aanwezig. Als je bij iemand komt met een Noorse Boskat, zal dit niet aan je aandacht voorbij gaan.
De Noorse Boskatten zijn onderling als stel prima maatjes, maar hij/zij kan zich ook uitstekend alleen vermaken. Als je er bent vragen ze wel je veel van je aandacht. De Noorse Boskat verpietert als deze geen liefde van zijn/haar baasje krijgt.
Verder is de Noorse Boskat een jager en brengt graag een vogeltje in de bek aan het baasje (wat je met dank in ontvangst moet nemen), daarmee niet gezegd dat de je kat zomaar buiten moet laten. Maar als je een tuin hebt die je af kunt zetten, kan deze kat hier prima mee uit de voeten. Zeker als de tuin ook nog wat groen kent.
Uiterlijke kenmerken
De Noorse boskat is een robuuste kat die van nature gezond is. Dat klinkt vreemd, maar er is weinig mee doorgefokt en dat maakt dat deze kat nog weinig doorfok-problemen kent. De kat is lang (ook de poten) en gespierd en de voeten zijn groot en rond. Tussen de tenen zitten plukjes haar, deze plukjes voorkomen dat ze pootjes in de sneeuw wegzakken. De vrouwelijke Noorse Boskat kan tot 6 kilo wegen en de mannelijke zo’n 8 kilo.
De kat heeft geen overdreven spitse snuit, maar wel een duidelijke neus. De kat heeft op de kop een gelijkvormige driehoek (van de oorpunten naar de neuspunt en onderling tussen de oren). De meeste Noorse Boskatten kennen pluimpjes op de oren, die er extra ‘wild’ uitzien. De ogen zijn ietwat amandelvormig en de blik is een beetje wild, wat prima past bij deze robuuste kat.
De vacht is halflang en perfect opgebouwd voor het koude weer. Een dikke onderwollen vacht met daar overheen de halflange haren die sterk waterafstotend zijn. De wintervacht is, zoals meestal bij de meeste lang en halflangharige katten, veel dikker dan de zomervacht. Toch heeft deze kat een relatief gemakkelijke vacht die zich in de winter met eens in de twee dagen prima laat kammen en in de warme maanden eens per week. Bijhouden voorkomt dat er klitten ontstaan en de kat geschoren moet worden.
De vacht is er in allerlei kleuren en kleursamenstellingen (zoals bij de meeste raskatten) met de bijbehorende oogkleur. Maar de bekendste is de tabby, de gestreepte met de witte bef en de witte voeten. Het ras is in 1977 erkend door de FIFE.
Tot slot
De Noorse Boskat is samenvattend een lieve, zachtaardige kat die een prima huisdier vormt voor velen. Niet te afstandelijk en maar zichzelf prima vermakend. Een prachtige vacht heeft en hoewel de kat jagersogen heeft, heeft hij/zij ook een zachtaardige uitdrukking naar de mens. Wel wat onderhoud, maar niet overmatig en een ‘vriendje’ voor de eigenaar.