Rashonden: Anatolische Herder
De Anatolische Herder is afkomstig uit Turkije uit Anatolië. Dit is een heel oud ras dat behoort tot de groep kuddebewakers. Het ras wordt ook wel "Kangal" of "Karabas" genoemd. Oorspronkelijk werd dit ras gebruikt om kuddes te beschermen en niet om kuddes te hoeden. Deze grote berghond is moeilijk op te voeden, maar is erg tolerant naar zijn eigen gezin toe. Verder is hij waaks en kan hij wat dominant zijn. Hoewel hij meestal weinig speels is, is het wel een actieve hond.
Geschiedenis
De Anatolische Herder uit Turkije wordt door de plaatselijke bevolking ook wel "Kangal" genoemd. Internationaal wordt deze naam ook door de liefhebbers het meest gebruikt. De hond werd gebruikt om kuddes te beschermen tegen wolven of rovende wilde honden. Hij hoedt de kudde niet en daardoor is hij géén herdershond al doet de naam het misschien anders vermoeden. Over de afkomst van dit ras is weinig bekend. De Anatoliër is een berghond. Tegenwoordig wordt de hond nog wel gebruikt voor zijn oorspronkelijke taak en dat is bewaken van grote kuddes schapen en geiten.
Uiterlijk
Het is een grote en grof gebouwde hond. De reuen hebben een schofthoogte tussen de 74 en 81 cm en een gewicht van 50 tot 65 kilo. De teven hebben een schofthoogte tussen de 71 en 79 cm en een gewicht van 40 tot 55 kilo. De voorsnuit is vierkant van vorm en iets langer dan de schedel. Het schedel is vlak tussen de oren. De ogen zijn niet groot en zijn licht tot donkerbruin van kleur. De oren zijn klein en driehoekig van vorm. De oren hangen en zijn in een attente houding iets opgericht. Zijn nek is matig lang en sterk. Hij heeft een korte en rechte rug. De staart komt tot de hak en is in een attente houding in sikkelvorm boven het lichaam. Hij heeft lange en sterke ledematen die niet overmatig gespierd zijn. De vacht is kort tot halflang en hij heeft een dikke ondervacht. Alleen de vachtkleur beige is toegestaan waarbij soms een witte borst is. Zijn neus en oogleden zijn zwart van kleur. Op zijn achterpoten heeft hij vaak één extra teen.
Variëteiten
In Turkije bestaat er een grote belangstelling voor dit ras. Sinds 1996 worden de volgende variëteiten als aparte rassen onderscheiden:
- Kangal: deze is vaalgeel met een masker
- Akbas: (witkop) witte vacht met een zwarte neus
- Karabas: (zwartkop) vaalgele of witte vacht met een zwarte kop, eventueel met gekleurde vlekken op de vacht
Karakter
De hond is zeer tolerant naar gezinsleden of andere huisdieren als hij hiermee opgroeit. Op eigen terrein kan hij waaks zijn. Hij kan problemen hebben met andere honden van hetzelfde geslacht. Als berghond is hij gewend om 's zomers en 's winters buiten te zijn. Hij is zelfstandig en rustig. Hij kan wat terughoudend zijn. Verder is hij weinig speels en beperkt opvoedbaar. Het is belangrijk dat hij vanaf jeugdige leeftijd gesocialiseerd wordt. Zijn opvoeding moet consequent zijn, maar niet met harde hand. Ondanks dat hij moeilijk op te voeden is, is hij zeer intelligent. Voor kinderen uit eigen gezin is hij goed. Het is verstandig om hem met andere kinderen eerst kennis te laten maken. Omdat hij nogal dominant kan zijn, kan hij moeite hebben met andere honden die hem vreemd zijn.
Overige informatie
Deze actieve hond is onafhankelijk en is een eenmanshond. Hij is actief van aard. De gemiddelde levensduur is 12 tot 15 jaar. Net zoals bij andere grotere hondenrassen komt er bij dit ras heupdysplasie voor. Zorg dat als je voor dit ras kiest je een goede fokker uitkiest waar de voorouders vrij zijn van heupdysplasie en andere erfelijke aandoeningen.