Konijnen fokken
Konijnen zijn al geslachtsrijp als ze 3 of 4 maanden oud zijn. Vanaf die tijd moet je rekening houden met nakomelingen. Echter is het voor een onvolwassen dier nog niet gezond om er mee te fokken, dus is het verstandig daarmee te wachten tot het dier is uitgegroeid. Dat is bij kleine rassen na 5 tot 6 maanden en bij grote rassen na ongeveer 8 maanden.
Fokken met verschillende rassen
Dieren die tot de zelfde soort behoren kunnen samen jongen krijgen, ook wanneer ze van verschillende grootte en van een verschillend ras zijn. Het is niet verstandig om een moeder van een klein ras te laten dekken door een vader van een groot ras. De jongen kunnen dan wellicht te groot worden in moeders buik, waardoor dit problemen op kan leveren bij de geboorte. Ook kan het dan voorkomen dat de moeder te weinig melk heeft om de grote jongen te voeden.
Paartijd
Konijnen hebben geen vaste paartijd. Het vrouwtje kan op ieder moment drachtig worden. Wel heeft het jaargetijde enige invloed op de bereidheid tot paren. Dekkingen en bevruchtingen zijn in het voorjaar vaak beter dan in het najaar.
Voeding voor de paring
Het is niet nodig om konijnen voor de paring extra rijk te voeren. Te rijk voeren is zelfs eerder schadelijk dan zinvol. Vrouwtjes worden dan snel te dik en mannetjes hebben geen zin meer om te dekken. Een gezonde en gevarieerde voeding is dus veel belangrijker. Het is aan te bevelen om extra hooi te geven.
De dekking
De regel is om het vrouwtje bij het mannetje te zetten en niet andersom. Dan is het mannetje veel meer op zijn gemak en zal hij eerder bereid zijn tot dekken. Het vrouwtje zal haar achterwerk omhoog doen en geeft zo het mannetje de gelegenheid om met haar te paren. Na 8 tot 12 snel uitgevoerde paringsbewegingen wordt de dekking beëindigd. Het is niet nodig de dekking meerdere malen te laten herhalen. Om vechtpartijtjes na de dekking te voorkomen kan met het beste het mannetje uit de kooi halen. Voordat een paar langer bij elkaar wordt gelaten kan men er beter zeker van zijn dat ze met elkaar kunnen op schieten.
Verzorging tijdens de dracht
Het vrouwtje heeft geen speciale verzorging nodig. Het is belangrijk dat het drachtige vrouwtje rust gegund wordt. De kooi moet groot genoeg zijn en een nestgelegenheid bieden die minstens een week voor de geboorte ter beschikking staat.
De geboorte
Na een dracht van ongeveer 31 dagen begint de geboorte. Meestal heeft het vrouwtje geen behoefte aan hulp tijdens de geboorte. Zij kan dit zelfs als zeer storend en stressvol ervaren met ernstige gevolgen van dien. De geboorte gaat zeer snel en er is praktisch geen mogelijk tot ingrijpen.
De jongen
De jongen zullen tot dat ze ongeveer 18 dagen oud zijn in het nest verblijven en zich voeden met moedermelk. Daarna zullen ze het nest verlaten en dan eten de jongen met de moeder mee. In het begin voornamelijk zacht hooi. Met de leeftijd van 8 weken kunnen de jongen bij de moeder vandaan worden gehaald.