Agility - training en hindernissen
Agility ofterwijl behendigheid is een hondensport die plezierig is voor mens en hond. De 'handler'(het baasje) leert zijn hond commando's en leert hiermee een hindernisbaan af te leggen. Alle honden die een beetje werklust hebben kunnen agility leren. In 1978 is agility voor het eerst voor publiek geshowd op de wereldtentoonstelling in Londen. Nu is agility inmiddels een wereldwijde sport.
Eisen aan de hond voor een training
Er kan met alle hondenrassen Agility getraind worden. Het is alleen is wel mooi meegenomen als de hond niet te zwaar en lomp is aangezien de hond wendbaar en snel moet zijn als u op wedstrijd wilt gaan. Het is belangrijk dat de hond een basistraining achter de hand heeft voordat de hond aan Agility begint. Er word namelijk op de training wel verwacht dat de hond een paar commando’s kan zoals: zit, af, blijf, volg enzovoorts. U kan ook niet gelijk beginnen met de agility training omdat de dapperheid, volgzaamheid, evenwichtsgevoel, intelligentie en nauwkeurigheid bij de hond moet zijn uitgegroeid.
Leeftijd
U kunt met uw hond beginnen als de hond tussen de 12 en 15 maanden is. Dan moet u de sprongen nog wel even achterwege halen, daar kunt u pas aan beginnen als ook de spieren en het skelet zijn volgroeid. Om aan een landelijke wedstrijd mee te mogen doen moet de hond minstens 18 maanden oud zijn.
Beginnen met trainen
In de Agility sport heet u geen baas maar bent u de handler van uw hond. U kunt commando’s op bepaalde manieren trainen, de honden moeten wel weten dat ze beloond worden voor hun werk. U kunt bijvoorbeeld zorgen dat de hond helemaal gek is van een balletje. Dan als de hond het commando correct uitvoert krijgt hij het balletje.
Sommige dingen kunt u ook automatisch trainen bijvoorbeeld als u regelmatig met de honden fietst/loopt en u wilt naar links of rechts, zeg dan altijd het commando welke kant u op wilt. Zo leert de hond dat commando in principe vanzelf aan.
Door middel van belonen kunt u ook de hond leren hindernissen te nemen. Om bijvoorbeeld de hond netjes over een hindernis te laten springen kunt u de hond het commando zit en blijf geven een paar meter voor de hindernis. U loopt zelf voorbij de hindernis met een beloning als een snoepje of een bal. De hond zal erover heen springen omdat u een beloning bezit. Zo kunt u de sprong steeds verder uit gaan breiden.
De hindernissen
Er zijn erg veel verschillende hindernissen. De ene is makkelijker om te trainen dan de ander. Een kattenloop is bijvoorbeeld erg hoog waardoor de hond deze in eerste instantie eng kan vinden. Hieronder een korte uitleg over wat de bedoeling is van verschillende hindernissen.
Hoepel/band
Deze hindernis doet sommige mensen denken aan een circusband waar leeuwen door springen. De band moet van schuim gemaakt zijn of in ieder geval van materiaal waaraan de hond zich absoluut niet kan beschadigen. De diameter is minimaal 38 en maximaal 60 centimeter. De band zit vast met kettingen zodat de hoogte verstelbaar is. Hierbij word het commando hoog of band gebruikt.
De slurf
De opening lijkt op een poort en is ongeveer 60 bij 60 centimeter. Aan de poort zit een lange slappe lap stof rond genaaid.
De lengte van de slurf mag niet langer zijn dan 3,9 meter. Veel honden vinden dit een redelijk lastige hindernis omdat het van binnen helemaal donker is, de honden moeten leren dat ze erdoor kunnen lopen. Hierbij word het commando door gebruikt.
Tunnel
De tunnel heeft wel iets weg van de slurf, alleen ligt deze stof niet op de grond maar is rond, van dikker materiaal van daartussen metaal waardoor de stof niet inzakt. De lengte van de tunnel ligt tussen de 3,6 en 4 meter en heeft een doorsnede van minimaal 60 centimeter. De tunnel kan in allerlei vormen worden gelegd. Bij deze hindernis word net als bij de slurf het commando door gebruikt.
Kattenloop
De kattenloop bestaat uit drie delen namelijk: een oploop, een horizontale balk en een afloop. Op deze hindernis zit een antisliplaag en op het begin en einde latjes voor de grip. Vooral tijdens regen is dit erg belangrijk omdat sommige honden er echt over proberen te vliegen en dat kan gevaarlijk zijn. Op de kattenloop zit een raakvlak, dat is een gekleurd vlak aan het einde van de hindernis. Deze moet de hond aangeraakt hebben voor hij eraf mag springen omdat het anders gevaarlijk kan zijn voor de gewrichten. Als de hond het raakvlak niet raakt is het onderdeel fout. Bij de kattenloop en nog een aantal hindernissen gebruikt men het commando over en blijf bij de raakvlakken.
Klimschutting
Deze hindernis bestaat uit twee delen die tegen schuin tegen elkaar aan staan. De hoogte ligt tussen de 1, 7 en 1,9 meter. De breedte is 0,9 meter. Hierbij moet de handler dichtbij zijn omdat op deze hindernis ook een raakvlak zit. Bij deze hindernis word ook over en blijf als commando gebruikt.
Slalom
Deze oefening bestaat uit 8, 10 of 12 paaltjes die in één rechte lijn achter elkaar staan. Het is de bedoeling dat de hond tussen de paaltjes door zigzagt. De hond mag geen één paaltje overslaan want per paaltje krijgt u strafpunten. De afstand tussen de paaltjes moet tussen de 0,5 en 0,65 meter zijn. Meestal word bij de slalom het commando ‘paaltjessssss’ gebruikt, en blijft de handler net zolang de ‘sssss’ herhalen tot alle paaltjes geweest zijn
Wip
Het woord zegt het al, het lijkt precies op een wip maar dan niet om op te zitten, maar om de hond loopt eroverheen te laten lopen. Ook op deze hindernis zit een raakvlak. De lengte van de wip ligt tussen de 3,65 en 4,25 meter. Ook hierbij word het commando over gebruikt en blijf voor de raakvlakken.
Tafel
Dit is ook gewoon simpelweg een tafel, waar de hond 5 seconden op moet zitten, staan of liggen (dit geeft de keurmeester aan). De tafel is tussen de 0,5 en 0,7 meter hoog en moet ook voorzien zijn van een antisliplaag. Hierbij word meestal het commando op en blijf dan het commando wat er moet gebeuren, gewoon blijf, af of zit.