Tips voor de verzorging van chinchilla's
De chinchilla is een knaagdier dat oorspronkelijk in het Andesgebergte in Peru en Chili leefde. Zijn unieke pels is hem fataal geworden. De Spanjaarden namen de pelzen mee naar Europa om er bontjassen van te maken. Van de enorme populaties is niets meer over. Er zijn tientallen jaren geen chinchilla's meer in de vrije natuur waargenomen. Het diertje is dan ook een officieel bedreigde diersoort. Tegenwoordig wordt hij als huisdier gehouden. Het is niet te vergelijken met een konijn of cavia. Het diertje heeft een specifieke verzorging nodig. Chinchilla's zijn groepsdieren; één chinchilla in een kooi zal wegkwijnen. Een waterbad overleeft het diertje niet, maar een zandbad doet hem goed. Klauteren kunnen ze als de beste, niet te verwarren met klimmen. Dat kunnen ze niet. Huidschimmels behandelen met een poeder, nooit met zalf. Hooi is zeer belangrijk voor de spijsvertering.
10 belangrijkste tips voor de verzorging van chinchilla's
Als men een chinchilla aanschaft zal men eerst moeten weten dat het dier een specifieke verzorging nodig heeft. De voorvaderen waren ingesteld op het klimaat van de Andes. Die eigenschappen heeft het dier nu nog. Daar moet je met het voedsel rekening mee houden. De vacht is zeer bijzonder en verdient de nodige aandacht. De chinchilla heeft namelijk een zeer unieke vacht. Uit één haarwortel groeien gemiddeld tien haren, vandaar de dikte van deze vacht.
Een degelijk hok of sterke kooi, zowel binnen als buiten
Chinchilla's zijn knaagdieren met vlijmscherpe tanden. Het kost ze geen enkele moeite om door hout heen te bijten. Een houten of kunststof hok vreten ze als het ware op. Zorg voor een degelijke kooi. Chinchilla's kan je zowel buiten als binnen houden. Zorg in ieder geval voor een tochtvrije, regenvrije en schaduwrijke plek. Een chinchilla mag absoluut niet nat worden. Bij extreme kou is het wel aan te bevelen voldoende warmte te creëren of ze naar binnen te halen.
Minimaal 2 exemplaren aanschaffen
De chinchilla is een uitgesproken groepsdier. Het beestje zal zich doodongelukkig voelen wanneer het alleen moet leven. Het zal allerlei gedragsstoornissen gaan vertonen, ziek worden en uiteindelijk wegkwijnen.
Als men geen nest wil, is het aan te bevelen een paartje van hetzelfde geslacht te nemen. Mannetjes of vrouwtjes, het gaat meestal goed als je ze als jonge dieren aanschaft. Oudere dieren passen zich minder aan en accepteren soortgenoten niet zo gemakkelijk.
Nooit te jonge dieren aanschaffen
Een chinchilla mag niet te jong of te klein zijn. Men mag een dier eigenlijk pas
na acht weken bij de moeder weghalen. Via de moedermelk krijgt het namelijk afweerstoffen binnen waar het absoluut niet buiten kan.
Een kalksteenblok is voedingsstof en belangrijk voor het gebit
Een kalksteenblok als knaagsteen helpt bij gebitsverzorging en bij de opname van kalk, een onmisbare voedingsstof.
Speciaal chinchillavoer
Chinchilla's zijn dieren die in de natuur het voedsel haalden uit dorre, droge takjes en grasstengels. Hun
darmstelsel is ingesteld op arme, sobere kost. Voedsel dat te veel vocht bevat of erg energierijk is zal het beestje slecht bekomen. Kan zelfs dodelijk zijn. Geef ze dus alleen chinchillakorrels die in de dierenwinkel te koop zijn. Er zijn ook snacks ontwikkeld op basis van de klassieke korrel en gedroogde rozenbottelschillen en gedroogde wortelstaafjes. Deze ingrediënten zijn arm aan voedingsstoffen en droog, maar bevatten toch vitaminen en mineralen. Een simpel
droog crackertje vinden ze overigens ook heerlijk.
Vers hooi in de kooi voor de spijsvertering
Hooi is een belangrijk onderdeel van de voeding en mag absoluut niet in het verblijf ontbreken. Hooi zorgt voor de ballaststoffen die nodig zijn om de andere voedingsstoffen te helpen verteren.
Water in een drinkflesje
In tegenstelling tot veel andere knaagdieren drinken chinchilla's
regelmatig. Daarom moet er
altijd vers water aanwezig zijn. Geef het water in een drinkflesje, want een los bakje in de kooi wordt vies met zaagsel of hun eigen uitwerpselen.
De vacht nooit water maar altijd een zandbad
In de vrije natuur verzorgden de diertjes hun vacht door in zand te baden. Dit baden is voor de chinchilla's nu nog van levensbelang. Ze rollen zich door het zand dat zo tussen de haren komt en alle vettigheid en vuil opneemt. Daarna schudden zij zich uit en de viezigheid verdwijnt met het zand. Op deze manier blijft de
pels luchtig en los. In water baden zal het beestje niet overleven. Bovendien is het een heel grappig gezicht om een chinchilla een bad te zien nemen. Het zand dat gebruikt moet worden is zeer fijn en te koop in de dierenwinkel. Laat het bad niet de hele dag staan. De beestjes gaan het anders als toilet gebruiken. Een half uurtje in de kooi is voldoende.
Klauteren is niet hetzelfde als klimmen
Het zijn echte klauteraars, zorg daarom dat zij de mogelijkheid hebben dit te kunnen doen. Let wel, klauteren is niet hetzelfde als klimmen. Chinchilla's kunnen niet tegen rechtopstaande boomstammen opklimmen. Wel klauteren ze graag van de ene tak naar de andere. Daarvoor moeten wel redelijk dikke takken gebruikt worden, want hun pootjes zijn niet gebouwd voor het vasthouden van dunne takjes. Houd rekening met het feit dat deze knaagdieren altijd aan het hout zullen knagen. Daardoor zijn enkele houtsoorten absoluut ongeschikt om als
klautertak te gebruiken, zoals den, spar, larix en andere harshoudende soorten. Bijzonder geschikt zijn
fruitbomen zonder bestrijdingsmiddel bewerkt, wilg, beuk, eik en linde.
Nooit met zalf behandelen
Chinchilla's zijn nogal vatbaar voor
huidschimmels. Aan de neus en oren zitten dan kleine schilfertjes. Het is vrij besmettelijk, maar gemakkelijk te behandelen. Er is een speciaal
schimmelpoeder te koop, dat door het badzand gemengd kan worden. Gebruik nooit zalf, omdat dit totaal ongeschikt is als medicijn voor chinchilla's. Het zal de vacht bijna onherstelbaar aantasten en het effect van het zandbad teniet doen.