De Boxer als huisdier

Wie praat over Boxers spreekt meteen ook van Boxerliefhebbers. Een Boxer neem je niet zomaar in een opwelling in huis, je moet er echt verliefd op worden. Maar eens dat gebeurd raak je die liefde ook nooit meer kwijt.

Oorsprong

De oorsprong van de Boxer is te vinden in het oude middeleeuwse ras “de Bullebijters” en dan met name de Duitse "Danziger Bullenbeiser"en de kleinere "Brabanter Bullenbeiser". Deze rassen werden gebruikt bij de jacht op grotere dieren zoals beren, zwijnen en herten. Later, in de 18de eeuw, werden ze gebruikt bij "bullbaiting"en "bearbaiting". Wrede wedstrijden waarbij de hond het moest opnemen tegen een stier of een beer. Bij deze wedstrijden was vooral de robuuste Danziger Bullebijter in het nadeel omdat hij de lenigheid en behendigheid miste die nodig waren om zijn tegenstander te ontwijken. De Brabanter Bullebijter daarentegen was vanwege zijn kleinere afmetingen veel geschikter. Om die afmetingen nog te verkleinen werd hij gekruist met o.a. de Engelse Bulldog en de Duitse Dog. Vooral de honden met een korte voorsnuit werden geselecteerd omdat deze een veel vastere grip op hun slachtoffers hadden en ook minder ademhalingsproblemen bij het vasthouden. En zo is de hedendaagse Boxer ontstaan uit deze wrede wedstrijden en selectief fokken.

Uiterlijk

Een gezonde Boxer heeft een stevig, vierkant en gespierd lichaam, zowel in voor- als achterstand, rug en hals. De korte, fluweelachtige haartjes en gladde velletje maken het makkelijk om de hond te verzorgen. De staart wordt hoog gedragen en sinds september 2001 levenslustig heen en weer gezwiept. Een reu is over het algemeen iets groter dan een teef. De neus is zwart, breed, en schuin. Ook de voorsnuit is zwart waarbij de bovenkaak wat korter is dan de onderkaak waardoor de boxer plaats heeft voor zijn tanden. De wangspieren zijn sterk ontwikkeld en bedekken de tanden. De toegestane kleuren zijn rosgeel, oker en gestroomd. Een zwarte snoet is een must bij alle kleuren en dikwijls hebben boxers witte sokjes en een befje.

Eigenschappen en aard

Boxers: lief, speels, lomp, wild,… Een Boxer is dit alles en nog veel meer. Wanneer je een Boxer als huisgenoot wil moet je wel weten waar je aan begint. Niet alleen hebben Boxers met hun kronkelkopje een geheel eigen gebruiksaanwijzing, er bestaan nogal wat vooroordelen over dit ras waar je in het dagelijkse leven zeker mee te maken zal krijgen. De meesten zullen de hond erg wantrouwig bekijken omdat twee van de grootste misverstanden zijn: een Boxer bijt, en een Boxer kwijlt. Af en toe gebeurt het zelf dat mensen in paniek raken bij het zien van je hond en meteen alarmfase 1 “gevaarlijke hond” uitroepen. Het beste wat je dan kan doen is zelf niet in paniek raken en gewoon rustig uitleggen hoe een Boxer in elkaar zit. Van de andere kant heb je dan ook de fans. Mensen die 1 blik op dat lieve snoetje werpen en zich “en masse” op je Boxer werpen voor een uitgebreide aaisessie. Hou daar rekening mee tijdens de dagelijkse wandelingen want je Boxer zal daar, zeer genietend, alle tijd voor nemen. Niet iedereen is ervan gediend dat andere mensen aan hun hond zitten, dus als jij daar niet van houd dan is een Boxer niet de juiste hond voor jou.