Havanezer, een kleine lieve waakhond
De havanezer is wellicht niet de meest bekende gezelschapshond uit de bichonfamilie (waartoe ook de Maltezer behoort), maar is er zeker een die aan te raden is. Het is een lieve, goed handelbare hond en absoluut een goede waker. Door de geringe afmeting is het een hondje dat ook prima in een kleinere woning te houden is. Wat voor hondje is de havanezer precies?
Havanezer, de oorsprong
Zoals de naam eigenlijk al doet vermoeden is de voorvader van de havanezer afkomstig van het eiland Cuba. Maar feitelijk ligt de oorsprong in het Middellandse Zeegebied. Men gaat er vanuit dat het hondje met de notabele vanuit Italië en/of Spanje is meegereisd toen men voer op Zuid-Amerika. De Havanezer met de huidige raskenmerken, is zeer waarschijnlijk vanuit een kruising met kleine poedels uit Frankrijk in de 19e eeuw ontstaan.
Bron: Buchsammy, Pixabay De raskenmerken van de havanezer
Karakter
Deze kleine gezelschapshonden zijn aanhankelijk, vormen zich naar bijna iedere gezinssituatie en verkeren graag tussen de mensen. Het zijn pientere en erg aanhankelijke dieren die graag knuffelen, maar zich niet op zullen dringen. Ze zijn eenvoudig op te voeden, maar vinden het niet prettig de hele dag alleen thuis te zijn. Voor mensen die hele dagen werken, is het dus niet de meest geschikte hond.
Het zijn fijngevoelige dieren, dus de stemming van de baas pikken ze relatief snel op. De havanezer doet het prima met kinderen, ze hangen graag de clown uit. Verder acclimatiseren ze goed met andere honden én katten. De havanezer is ook een prima waakhond. Met relatief weinig training kom je een heel eind.
Uiterlijk
De langharige hondjes (meestal zonder ondervacht) hebben een klein maar stevig postuur, ze staan laag op de poten en ze verharen nauwelijks. De vacht is sluik of licht golvend. Het is wel zo prettig dat ze ook nagenoeg niet de zo typische hondengeur bij zich dragen.
De schofthoogte van de hondjes hoort tussen de 23 en 27 centimeter te liggen en is in principe nooit meer dan 29 centimeter, waarbij het teefje meestal net iets kleiner is. De hondjes zijn in principe zwart/donkergrijs, havannabruin, roodbruin of tabakskleur en slechts heel zelden zijn ze wit. Er kunnen wat afwijkende kleuren in de hoofdkleur van de vacht zitten.
De neus is redelijk stomp en de neuspunt is donkerbruin of zwart. Ze hebben relatief grote amandelvormige ogen en de ooglidrand is donkerbruin tot zwart. De oren zijn vrij hoog aangezet en volledig bedekt met lange haren. Het totaalplaatje geeft deze hondjes een vriendelijk uiterlijk.
”Je kunt voor geld een heel mooie hond kopen, maar niet het kwispelen van zijn staart.” Josh Billings (Amerikaans humorist)
Waarom deze pup?
Voor veel mensen geldt dat het uiterlijk in combinatie met het karakter de belangrijkste items zijn bij het kiezen van een hond. Het spreekt voor zich dat dit een heel persoonlijk proces is. De havanezer heeft tevens als voordeel dat dit hondje, ondanks het compacte formaat, toch tegen een stootje kan. Het is geen schoothondje dat je met zijden handschoentjes aan moet pakken. Dat maakt dat deze hondjes dus in een gezin met jonge kinderen, waar gespeeld en geravot wordt, ook prima kunnen gedijen.
Bron: Office174, Pixabay Waar op te letten als je een pup koopt?
Natuurlijk is het zinvol je voor te bereiden. Lees je in als het gaat om het karakter van het hondje. Alleen een mooi uiterlijk is niet voldoende om de juiste keuze te maken. Ook kleine hondjes kunnen een uitgesproken karakter hebben wat niet onderschat moet worden.
Kies de juiste hond bij de juiste fokker
Als je keuze definitief is, ga je op zoek naar een erkende fokker (geen inkoper van honden). Je moet bij een fokker dus minimaal de moederhond zien en de meeste fokkers hebben meerdere honden van hetzelfde ras. Bovendien is de huislijke sfeer belangrijk voor het socialiseren van de jonge honden. Ze moeten niet bang worden van de geluiden in huis zoals elektrische apparaten, spelende kinderen, et cetera. Dit alles moet goed voelen en je moet levendige honden in huis zien. Ga daarom niet op een foto af als je koopt, maar zorg dat je al minimaal één keer in de huislijke sfeer met de honden bent geweest.
Een goede fokker zal je met raad en daad bijstaan. Hij of zij wil immers dat de jonge dieren goed terecht komen. Naast een stamboom is er ook een contract wat je goed door moet nemen. De honden gaan alleen volledig gezond de deur uit en zijn ingeënt. Meestal ook al voorzien van chip, maar dat is niet altijd zo. De verklaring van een dierenarts in een boekje is geen garantie, dus vergewis je er van dat het jonge dier en ook levendig en gezond uitziet.
Zowel de verklaring van de dierenarts als ook je eigen observatie geeft echter nog geen garantie, maar daar is het contract dan ook voor. Soms gaat het helaas alsnog mis, denk aan iets in de genen of een sluimerende aandoening welke plots de kop op steekt. Dat kan nu eenmaal als je met levende dieren werkt. Dan moet je op voorhand dus wat zaken hebben vastgelegd.
“Zoals de meesteres is, zo is ook haar hond.” Plato (Grieks filosoof 427 v.C. - 347 v.C.)
Tot slot
Ook een hond nemen moet een weloverwogen beslissing zijn. Het schept namelijk verplichtingen en die moet je niet onderschatten. Bovendien kost een hond geld en ook daar moet je bij stil staan als je een hond neemt. Als al die hordes genomen zijn en je wilt nog steeds graag die hond, dan kan deze handzame havanezer een uitstekende vriend zijn.