Alternatieve voeding voor kat en hond?
Het aanbod aan voedingsmiddelen voor de mens is enorm en voor onze huisdieren groeit het aanbod ook gestaag. Nu geven we onszelf steeds vaker goede natuurlijke voeding en we gunnen ons huisdier hetzelfde. Aangezien de mens steeds meer beseft dat pure producten (die niet ‘bewerkt’ zijn), beter zijn dan genetisch gemodificeerde voeding, trekken we die lijn door naar onze huisdieren. De vraag is in hoeverre we goed genoeg in beeld hebben hoe het voedingspatroon er van de kat en hond uit moet zien. Veranderen we zomaar van voeding en hebben we wel voldoende kennis van zaken? Kortom, hoe gaan we aan de slag? Biologisch bijvoorbeeld?
Je kunt het voedingspatroon voor kat en hond niet vergelijken met dat van de mens. Als je je huisdier meer pure producten aan wilt bieden, dan is het van belang te weten wat ze nodig hebben. Met andere woorden, ga in gesprek met de (biologische) dierenarts en verdiep je zelf in het proces.
Bron: ZinaRae, Pixabay Eten wat de pot schaft
In het verleden at ons huisdier vaak mee met ‘wat de pot schaft’. Dat wil zeggen dat als er vaak wat eten geprakt werd tot een massa en dat werd de hond voorgezet. Gewoon mee-eten dus. Niet dat daar de honden aan dood zijn gegaan. Echter, of het nu de beste vitaminerijke voeding voor het dier is, kan je je afvragen.
Anders dan anders
De kat of hond heeft nu eenmaal een ander systeem. Hoewel we de mens als omnivoor kunnen betitelen en de hond ook, wordt het laatste inmiddels bestreden. Als we teruggaan naar de ‘oervader’ van de hond, dan komen we toch op de carnivoor uit. Ook de kat is een carnivoor. Dat impliceert natuurlijk ook dat het dier eigenlijk behoefte heeft aan andere voedingsstoffen dan de mens.
Voeding; wat wel en wat niet?
Onverantwoord
Hoewel onze huisdieren behoefte hebben aan andere voedingstoffen, trekken we steeds vaker de lijn door van ons eigen voedingspatroon naar dat van ons huisdier. De mens wordt steeds dikker, krijgt meer last van allergieën en moet terug naar de pure voeding. Het systeem van de mens is namelijk in al die eeuwen hetzelfde gebleven, maar het leven op noten, planten, zaden en zo nu en dan iets dierlijks is niet waar de meeste mensen heden ten dagen op functioneren.
Het proces van onder meer dikker worden moet gestopt worden en gezonde voeding wordt steeds meer gepropageerd. De groep mensen die daar oren naar heeft of gewoon beseft dat het anders moet, is sterk groeiende. Deze ontwikkeling is goed, maar dat betekent niet dat we dit één-op-één moeten kopiëren naar onze huisdieren. Toch is er een tendens zichtbaar, waaruit dit wel blijkt. Zo wordt menig huisdier steeds vaker alleen rauw vlees gegeven, immers dat eten ze in de natuur toch ook?
Dierenartsen luiden de noodklok omdat zelfgemaakte samenraapsels van allerlei natuurlijke ingrediënten of gewoon rauw vlees (niet van de dierenwinkel), niet per definitie goed zijn voor onze kat of hond. Een kat of hond die normaal eet, zoals hij/zij gewend is en voldoende beweging krijgt, functioneert over het algemeen prima. Darmen zijn vaak als eerste aan de beurt voor problemen als de mens zelf aan de slag gaat met alternatieve voeding.
Bron: Savanna , Pixabay Verantwoord
Natuurlijk kan het geen kwaad als je bewust naar voeding kijkt, maar dan wel zonder direct en radicaal het roer om te gooien. Het huidige voedingspalet is juist een samenstelling van voedingsstoffen die de kat of hond nou juist nodig heeft. De bedrijven die met dierenvoeding bezig zijn, kijken hier uiteraard goed naar en blijven hun producten verbeteren.
Wil je toch nadrukkelijker kijken naar de mogelijkheden, verdiep je dan in de meest optimale samenstelling van het voer. De bekende commerciële voeders bevatten bijvoorbeeld meestal meer koolhydraten dan strikt genomen belangrijk is voor de kat of hond. Koolhydraten toevoegen is namelijk goedkoper dan vlees toevoegen en het vult beter. Vandaar dat de meeste commerciële voeders een andere verhouding hebben (vaak tussen 50% en 65% vlees) dan wat het meest optimaal is voor je dier. Er zijn merken die voor een carnivoor wel tot 95% of zelfs 100% vlees gaan. Uiteraard wel rekeninghoudend met alle voedingstoffen die het dier nodig heeft. Deze biologische merken zijn, in tegenstelling tot biologisch eten voor de mens, over het algemeen niet veel duurder dan de bekende commerciële merken. Een bekend merk in de range van deze voedingsproducten is Orijen.
Bron: Estefania17, Pixabay Rauw vlees kan je overigens wel geven als onderdeel van een totaal voedingspakket, maar dat is anders dan slechts rauw vlees als voeding. Doe het wel alleen als je kennis van zaken hebt, laat je informeren door een professional of haal het ingevroren vlees bij de dierenspeciaalzaak.
Aandoeningen naar aanleiding van voeding
Je kunt de uitwerking van voeding op de mens niet één-op-één kopiëren naar het dier. Als de mens bijvoorbeeld een allergische reactie heeft op bepaalde onnatuurlijke stoffen uit voeding, wil dat niet zeggen dat het dier dit ook krijgt. Dat conserveringsmiddelen allergieën (of andere klachten) op kunnen roepen en we mede daarom zelf aan de slag gaan met de voeding van onze kat of hond, is niet goed.
Natuurlijk is het wel zo dat als je dier plots ergens last van krijgt en naar een dierenarts gaat, hij/zij je zal vragen of je bijvoorbeeld met andere voeding aan de slag bent gegaan. Soms moeten dieren wennen* aan andere voeding en soms is er echt iets aan de hand. De correlatie tussen de commerciële brokken in de supermarkt of dierenwinkel en aandoeningen in verband met bijvoorbeeld conserveringsmiddelen of andere e-nummers, is echter niet aangetoond.
* Als je van de bekende commerciële brokken naar puur dierlijke brokken overstapt, dan krijgt het dier beduidend meer eiwitten binnen. Dat kan even omschakelen zijn voor het dier en dit merk je bijvoorbeeld aan dunnere ontlasting.
Bron: Eigen kat - Annastaal Tot slot
Goed voor je kat of hond zijn is ook loslaten dat je als mens bijvoorbeeld weerzin hebt ontwikkeld voor al die conserveringsmiddelen, geur- of kleurstoffen etc. De meeste mensen weten niet wat de beste samenstelling qua eten voor de kat of hond is. De meeste voeders zijn goed en als je biologisch voer wil geven, zijn daar prima alternatieven voor. Maar zelf aan de slag gaan, zeker zonder kennis van zaken, is in principe niet de juiste keuze voor je dier.