Onze lieve huiskat
Hoe en wanneer verschillende soorten van de wilde kat precies huiskat werden, is moeilijk te achterhalen. Misschien leefden katten al meer dan 10.000 jaar geleden in landbouwnederzettingen in het Midden-Oosten. Afdoend bewijs is bekend uit het oude Egypte omstreeks 2000 v. Chr.
De afkomst van de huiskatten
Toen de mens van nomadische jager landbouwer werd, (vooral in Europa) moest hij zijn voedselvoorraden tot de volgende oogst beschermen. Het graan werd opgeslagen in voorraadschuren, die echter niet volledig veilig waren tegen ratten en muizen die door de kleinste kieren kropen. Op zoek naar voedsel moeten wilde katten steeds in de nederzetting zijn beland, op jacht naar de talrijker wordende muizen en ratten. De mensen moeten al snel hebben gemerkt dat katten als knaagdierdoder en beschermers van graanvoorraden uiterst nuttig waren. Anders dan honden, die al veel eerder waren gevonden en gebruikt, waren katten bijzonder bruikbaar omdat ze juist 's nachts op jacht gingen, op het tijdstip waarop ratten en muizen zich aan de voorraden vergrepen. De boeren jaagden de katten niet weg, maar moedigden ze aan te blijven. Zo kwam de band tussen kat en mens tot stand
Eigenlijk Kwam de band tussen de mens en de kat al ver voor Christus tot stand, in Egypte hadden we de katten Godin. Maar ook in India hebben we tempels die worden bewoond door katten. Ze bewaken het Heiligdom als ware. De monniken leven daar samen met de kat.
Er zijn heel wat legenden over katten, waarvan ik er één als voorbeeld aan wil halen. In Birma (het tegenwoordige Myanmar) stond een tempel, waar witte katten een gouden godin bewaakten. Toen de tempel door overvallers werd veroverd, werd de opperpriester gedood terwijl hij voor het standbeeld van de godin geknield lag. Meteen stak zijn lievelingskat een poot omhoog om de dode te beschermen. Plotseling werd de vacht van die kat goudkleurig en de ogen werden saffierblauw. De snuit, de staart, de oren en de poten kregen de kleur van de aarde. Alleen de voeten bleven wit, als een symbool van zuiverheid. De kat bleef zeven dagen bij zijn meester en wilde niet eten en drinken. Daarna stierf hij en nam de ziel van zijn meester mee naar het paradijs. De volgende dag hadden alle katten in de tempel dezelfde vachtkleur met de donkere 'points' (staart, oren, masker en poten). Tegenwoordig bestaat er nog steeds een raskat met zo'n vacht......de Heilige Birmaan
De slechtste periode maakte de kat door in de Middeleeuwen, toen hij gekoppeld werd aan het
'kwaad'.
Zwarte katten zouden bij heksen of de duivel horen en door heel Europa werden ze dan ook bij
duizenden gedood. Een gevolg daarvan was een gigantische
rattenplaag. De
pestepidemieën die daarop uitbraken, die een kwart van de Europese bevolking fataal werd, bracht de mens echter snel tot inkeer. De kat als rattenvanger was dus niet het kwaad... En zo kreeg de kat zijn plaats terug...
als gewaardeerde jager op ratten en muizen en natuurlijk als gezellig huisdier...
De oorsprong van de huiskat
De wilde kat en de huiskat zijn nauw verwant aan elkaar. Het is niet duidelijk welke wilde soort er verantwoordelijk is voor het uiterlijk en het gedrag van de hedendaagse huiskatten. De noordelijke katten zijn zo geëvolueerd dat zij bijna een pelsachtige vacht hebben dit in tegenstelling met de zuidelijke katten waar de vacht een tot zijdezachte kregen. Er waren drie potentiële kandidaten voor de voorouders van de kat.
- De Europese wilde kat
- Aziatische kat
- Afrikaanse soortgenoten
Heel lang waren ze in Europa van mening dat hun wilde kat (Felis silvestris silvestris), die nog steeds in het wild voorkomt in Noord - Europa en in de Schotse Hooglanden, de ware afstammeling was. Door chromosomen onderzoek is gebleken dat de Afrikaanse F.silvestres libyca, die nog steeds voorkomt in Afrika, west- Azië en zuid Europa, evenveel chromosomen heeft als de huiskat en is ook vrij sociaal.
De wilde afkomst
Begin 20e eeuw waren er zo´n 250 verschillende soorten katachtige te onderscheiden. Nu is het aantal terug gebracht naar minder dan 30 soorten. De jacht op deze dieren, voor hun vacht en om ze te eten is hier mede de oorzaak van. Er wordt nog steeds gejaagd op deze mooie beesten. De leeuw en de cheeta zijn vooral in trek, er is een verbod op het jagen van leeuwen en cheeta’s, poema’s, tijgers. Ze leven nu hoofdzakelijk in beschermde parken, maar zelfs daar komen de stropers om te jagen. Het dragen van een jas van een kat is lang heel populair geweest maar sinds de jaren 90 is het in Nederland niet meer zo normaal. En zijn er groepen opgericht tegen het dragen van bont, dus niet alleen van katachtige maar ook van zeehonden etc.
De kat paste toch al goed in de Egyptische godenwereld, waarin allerlei dieren werden vereerd. De kat werd het symbool van de vruchtbaarheid, in de persoon van de kattengodin "Bastet". Katten werden aanbeden en vertroeteld en vereeuwigd op fresco's en in beeldhouwwerken. Wie een kat schade toebracht, kreeg een zware straf. Op het doden van een kat stond de doodstraf. Voor een gestorven kat gingen mensen in de rouw en om hun verdriet te tonen, schoren ze hun wenkbrauwen af. Katten werden gemummificeerd en met veel ceremonieel bijgezet in vaak fraaie omhulsels van brons of hout.
Al die goddelijke verering had echter ook nadelen. Inmiddels is duidelijk dat katten ook in grote getale als offergave werden gedood. Archeologen vonden enorme grafvelden, zoals die van Beni Hassan, waar meer dan 300.000 geofferde katten lagen begraven.
Zeereizen
Ook zeelieden moeten hun voedselvoorraden beschermen tegen ongedierte. Daarom namen ze katten aan boord. Verondersteld wordt dat de Grieken en Feniciers zo rond 1000 voor Chr. als eersten huiskatten naar het Midden-Oosten, wat nu Italië is, brachten. De huiskat verspreidde zich langzamerhand over heel Azië en Europa. Doordat ze nog steeds aan boord van schepen werden genomen, bereikten ze ook de Nieuwe Wereld toen rond 1600 ontdekkingsreizen en handel steeds belangrijker werden.
Europa
Aanvankelijk waren katten in Europa zeer geliefd. De Romeinen beschouwden ze als het Symbool van de vrijheid en de beschermer van huis en haard. Als "
heidense" vruchtbaarheid symbolen waren ze in het vroegere christendom echter niet populair. Daarom werden huiskatten in Engeland in de 14e eeuw beschouwd als Symbool van het kwaad. Men bracht ze in verband met
hekserij en de
duivel.
Honderdduizenden katten werden levend verbrand,
waarbij de kerk dat aanmoedigde en zelf het voorbeeld gaf. Toen katten daardoor zeldzaam werden, nam het aantal ratten explosief toe. Dit vormde een van de oorzaken van de
pestepidemie van 1334. De "
Zwarte dood" waarde door heel Europa. Mensen werden dodelijk besmet met deze ziekte door
rattenvlooien. Het besef groeide dat de kat bij het onderdrukken van knaagdieren een belangrijke factor was, met het gevolg dat het aantal
huiskatten weer toenam.
Tegen het eind van de 17e eeuw was bijna elk huis in Frankrijk voorzien van een kattenluikje en de geliefde huiskat kon komen en gaan, zoals hem of haar dat uitkwam.
Azië
Katten werden ook in heel Azië bijzonder gerespecteerd. In sommige streken woonden ze in tempels om heilige geschriften tegen muizen te beschermen. Ook hielden ze ratten en muizen ver van de kostbare zijdecocons vandaan. De zijdehandel was van een enorm economisch belang voor
China en Japan. In
Siam, dat tegenwoordig
Thailand heet, mochten ooit alleen de leden van de koninklijke familie katten bezitten. De Siamees stond dan ook bekend als de
koninklijke kat van Siam.
De kat (ook wel huiskat, Felis catus) is een van de oudste huisdieren van de mens. Er is bewijs dat de Egyptenaren al in 2000 v. Chr. de kat als huisdier hadden maar reeds duizenden jaren ervoor hadden boeren nederzettingen in Klein Azië ook al katten als huisdier. Omdat katten goede jagers zijn werden ze gedomesticeerd om de graanvoorraden van de mens tegen knaagdieren als ratten en muizen te beschermen. Tegenwoordig worden ze vooral als gezelschapsdier gehouden. De gedomesticeerde kat behoort tot de familie der katachtigen (Felidae). Was de oude soortnaam Felis domesticus, tegenwoordig is deze vervangen door Felis catus.
De huiskat nu
De kat die wij nu kennen is een beestje dat echt bij de mensen woont, maar wie zoekt wie nu uit. De kat is een heel eigenwijs wezen met een karakter dat heel erg verschilt van soortgenoten, en als je net denkt ik ken mijn kat, nou mis want dat laat het beest je iets zien waar je stijl van achterover slaat. Een huiskat is ook erg sociaal vooral bij oudere mensen kunnen ze zich voordoen als de beste dokter of zuster die er maar bestaat, de liefde van de kat gaat boven alles en als de kat merkt dat er iets niet pluis is zal hij er voor je zijn, maar als het weer voorbij is gaat hij zijn eigen gang weer. Een kat uitzoeken uit een nestje je denkt dat jij het dan voor het zeggen hebt, nou echt niet het kitten dat graag bij jou wilt komen wonen komt dan naar je toe, en neem dat katje dan maar want dat is de beste keus die je kunt maken. Als je toch een andere kat besluit te nemen, kijk er dan niet gek van op dat die opeens een ander huis zoekt, want hij had jou niet uitgekozen.
De huiskat van nu wordt niet meer gehouden om ratten of muizen te vangen( met uitzonderingen op de boerderijen) leeft hij hier gewoon in huis en rond het huis, het jachtinstinct hebben ze echt nog wel maar als ze iets vangen eten ze het niet meer op maar spelen er mee of geeft het zijn/haar baas als cadeautje, zo van kijk eens baas speciaal voor jou gevangen ben je nu niet trots op me. De kat is ook beledigt als je hem niet prijst en zegt goed gedaan dank je wel. Als hij ziet dat je het meteen wegdoet is de kans groot dat hij/zij meteen weer op jacht gaat voor een nieuwe prooi omdat het dus niet goed was.
Merendeel van de huiskatten zijn te dik door al het eten wat wij mensen hem geven. Het is niet meer zo dat je een kat veel eten moet geven, ze zijn minder actief omdat ze niet meer echt moeten jagen voor hun voedsel, daarom is minder eten of verdelen over de dag beter. Sommige katten worden vooral in de winter dikker, niet alleen door de kou maar vooral door dat ze juist minder doen.
De meeste huiskatten hebben een heel goed leven, maar zorg er wel voor dat een kat een kat blijft en niet in een mens veranderd, ze zijn nu zo lief en zacht en knuffelig.