Kruisbandoperatie in kniegewricht bij de hond

- Wat is een kruisband?
- Bij welke honden komt dit het meest voor?
- Hoe ontstaat het letsel?
- Symptomen
- Diagnose
- Behandelingsmethodes
- Nazorg
- Preventie
Wat is een kruisband?
In de knie zitten centraal vier ligamenten. De kruisbanden zijn de gewrichtsbanden die kruiselings tussen het scheenbeen en dijbeen gespannen liggen. Deze kruisbanden zorgen voor stabiliteit in het gewricht bij een voorwaartse of achterwaartse richting bij draaibewegingen. Dat wil zeggen dat ze de botten met elkaar vasthouden. Wanneer een kruisband scheurt, heeft dit als gevolg dat de knie niet meer stabiel is. De beenderen schuiven dan gewoon op elkaar.Bij welke honden komt dit het meest voor?
Een gescheurde kruisband kan voorkomen bij elk ras. Maar we zien een aantal rassen die er gevoeliger voor zijn namelijk:- de boxers
- de chowchow
- de rotweilers
- de terriërs
Daarnaast vertonen oudere honden ook een grotere gevoeligheid voor dit soort letsels.
Hoe ontstaat het letsel?
Een gescheurde kruisband kan op verschillende manieren ontstaan. Dit kan voorkomen bij onder andere:- een genetische aanleg (bij 70% van de honden scheurt later ook de andere knie)
- grote honden, doordat de belasting van de banden zwaarder is.
- bij honden met een verstoorde kniestand, bij een steile kniestand is de kruisband korter en zal dus ook sneller scheuren.
- oudere of zieke honden doordat de kruisband ook verzwakt is (overstrekking of gedeeltelijk gescheurd)
- honden met patelluxatie, door deze aandoeningen maken ze meer kans op een letsel van de kruisbanden
- een sterke draaibeweging van de hond
- een overstrekking van de knie
- een ongeval, bijvoorbeeld de hond struikelt of misstapt, kan ook door te ruw te spelen
Symptomen
- Plotse kreupelheid
- De hond loopt op de tippen van zijn poot
- Een zwelling van de knie
- Momenten waarop de hond piept of jankt
Diagnose
Om een goede diagnose te stellen, is in eerste instantie een orthopedisch onderzoek noodzakelijk. Hierbij wordt onderzocht of het dijbeen ten opzichte van het scheenbeen van elkaar verschuiven. Er kan ook een overvulling van de knie zijn. De hond kan pijn hebben of tegenwerken bij het buigen en strekken van de knie. Om de diagnose te bevestigen en een goede beoordeling te maken, zal een röntgenfoto getrokken worden. Van daaruit zullen de verdere stappen besproken worden voor de juiste behandeling.Is een operatie altijd noodzakelijk?
Afhankelijk van het ras, het gewicht van de hond en de ernst van het letsel kan overwogen worden om al dan niet te opereren. Indien het niet gewenst is om te opereren, dan zal er gekozen worden om het gewricht langdurig te immobiliseren. De kreupelheid verdwijnt dan in sommige gevallen. Maar na verloop van tijd ontstaat er artrose in het gewricht. Dit komt doordat de beenderen over mekaar wrijven. Meestal krijgt de hond dan een chronisch probleem en zullen enkel pijnstillers helpen. Meestal is deze methode maar aangeraden bij overrekking of gedeeltelijke scheur in de kruisband.
Behandelingsmethodes
Iedere operatie heeft als doelstelling het gewricht weer stabiel te maken om zoveel mogelijk artrose te vermijden. Welk soort operatie er toegepast wordt is meestal afhankelijk van de grootte van de hond, het gewicht, de voorkeur van de dierenarts en natuurlijk ook het prijskaartje dat er aan vast hangt. De gezondheidstoestand van de hond kan ook een rol spelen. We moeten ermee rekening houden dat het meestal een langdurige operatie is waarbij de hond 2 à 3 uur onder volledige narcose ligt. Volgens de technieken die toegepast worden, kunnen we de operaties onderverdelen in twee grote groepen.De klassieke, oudere technieken
Deze technieken worden meestal toegepast op kleinere rassen. Het doel van deze technieken is het herstellen van de stabiliteit door reconstructie van de kruisband of het verstevigen van het gewrichtskapsel. We maken hierbij een onderscheid tussen:
- de over the top techniek
- halteband techniek
- de laterale flo-teugel
- imbricatie van kapsel en fascie
- de kunstofband is ook nog vaak toegepast. Hierbij gaat het om een nylondraad dat achter een sesamsbeentje wordt gehaakt en daarna door een bottunneltje in het scheenbeen. Dit bootst de kruisband na (wordt extracapsulaire geplaatst) waardoor de knie weer stabiel kan zijn.
De voordelen van deze technieken is dat het minder ingrijpend is en minder kostelijk.
De nieuwere technieken of krachtneutraliserende technieken
Deze technieken hebben tot doel de craniale verplaatsing van de tibia te verhinderen door middel van osteotomie die de krachten binnen de knie heroriënteert of met andere woorden hierbij wordt de stand van de knie anatomisch veranderd, zodat het vooruitschuiven geneutraliseerd wordt en de kruisband niet meer nodig is. Hierbij onderscheiden we 3 technieken.
- TTA 'Tibial Tiberosity Advancement': De kracht tot het plateau veranderd. Hierbij wordt de tuberiositas tibiae naar craniaal verplaatst. Zo worden de krachten van de knie bij craniale verplaatsing van de tibia geneutraliseerd.
- TPLO 'Tibial Plateau Leveling Osteotomy': Het plateau wordt gedraaid. Hierbij wordt het scheenbeen plateau zo gekanteld en met een sterke botplaat met schroeven vastgezet. Op die manier heeft de hond geen nieuwe kruisband nodig.
- TTO 'Tripel Tibial Osteotomie': Deze techniek is een combinatie van de twee vorige technieken.
Deze operaties zijn erg kostelijk (gemiddeld 1.500 EURO) door het gebruik van implantaten. Het zijn ook ingewikkelde operaties waardoor de kans op complicaties verhoogd is.
Nazorg
Na de operatie moet de hond meestal zes weken rusten en alle bewegingen beperken. Tijdens de rustperiode kunnen kleine oefeningen worden gedaan en kan de poot gemasseerd worden om stijfheid te voorkomen. Als hij moet uitgelaten worden om zijn behoeften te doen, moet dit aan de leiband. Ook in de tuin moet de hond aangelijnd blijven om te vermijden dat hij gaat rennen of springen. De hond mag ook geen trappen lopen. Er mogen geen spelletjes gespeeld worden waarbij de hond zijn poten belast. Na zes weken mag de hond weer langzaam aan maar beperkt bewegen. Hij zal trouwens zijn verloren spieren in zijn poot en conditie weer moeten opbouwen. In een eerste fase moet de hond wandelen op vlakke ondergrond. De duur van de wandelingen zullen geleidelijk aan opgebouwd worden. In een tweede fase zal de hond opnieuw op oneffen ondergrond mogen wandelen. De dierenarts kan een revalidatieplan meegeven die de nazorg zal vergemakkelijken. In normale omstandigheden kunnen de meeste honden binnen de twee weken terug op hun poot lopen maar volledig herstel zal een paar maanden in beslag nemen. Na verloop van tijd zal, als gevolg van de operatie, artritis optreden op het behandeld gewricht. Dit is een normaal proces en kan niet vermeden worden.Medicatie
Er zal meestal altijd een combinatie van ontstekingsremmers en pijnstillers gegeven worden.
Preventie
- Probeer er voor te zorgen dat de hond geen overgewicht heeft
- Laat de hond niet op gladde of te oneffen oppervlakten wandelen
- Wees voorzichtig met ruwe spelletjes