Grondwerk paarden: 3 leidposities
Is je paard je de baas? Loopt je paard over je heen? Sleurt je paard je van a naar b? Dan is er geen gelijke verhouding tussen jou en je paard, oftewel je paard staat hoger in rang en jij ben ondergeschikt aan hem.
Dit kan hele gevaarlijke situaties opleveren, dus is het belangrijk dat je de rollen omdraait en jij hoger in rang komt te staan en de leiding neemt. Dit doe je niet door je wil op te leggen (dat lukt je toch niet), maar door dit vriendelijk te vragen door middel van lichaamstaal en stemhulp, je zult merken dat je er een gelijkwaardige vriend aan overhoudt. Je leert je paard echt goed kennen en je paard leert jou goed kennen en je te vertrouwen. Het is superleuk om te zien dat je paard steeds meer leert met steeds minder (hulp)middelen. Het is tijd om back to basic te gaan.
Grondwerk als basis van de opleiding van je paard, de 3 leidposities.
Hoe begin je met grondwerk?
Allereerst moet je zelf rustig zijn, als je gehaast de oefeningen ‘even’ wilt gaan doen, heb je grote kans dat het niets wordt. Je moet ook rustig blijven als je paard (te) ongeduldig is. Als hulpmiddel heb je niet meer nodig dan een halster en een dik touw van ongeveer 4 a 5 meter (leadrope). Je begint met het goed leiden van je paard aan het halster. Dat wil zeggen, jij loopt weg en je paard loopt met je mee met een doorhangend touw. Je paard stopt wanneer jij stopt en loopt niet tegen je op of stormt je voorbij (respect voor elkaars ruimte hebben, dat geldt voor zowel jou als voor je paard).
Er zijn er 3 leidposities:
- Voor je paard (zo’n 1,5 tot 3 meter)
- Naast het hoofd van je paard
- Naast de schouder van je paard
Leidpostie 1: voor je paard.
Hier heb je de meeste controle over je paard.
Let op dat je het touw altijd in een boogje laat hangen, je wilt dat je paard vrijwillig met je mee loopt en niet dat je aan het touw moet gaan rukken om je paard in beweging te krijgen. Je hebt het touw in beide handen met daartussen zoveel ruimte dat je je armen ver kunt spreiden. Eén arm houd je naar achteren, dat is je leidende hand, je paard mag daar nooit voorbij gaan. Als je paard voorbij je leidende hand gaat, heb je geen dominante rol meer.
In het begin loop je achterste voren voor je paard, zo kun je je paard goed in de gaten houden en kun je beter met je paard communiceren. Je doet een pas naar achteren, laat je schouders wat naar beneden zakken, maak een uitnodigend gebaar met een hand in de richting die je op wilt en kijk met een zachte blik in je ogen. Geef het commando ‘stap’ op het moment dat je zelf een stap naar achteren doet. Wellicht stapt je paard de eerste keer niet direct met je mee en het is niet de bedoeling dat het touw strak komt te staan, m.a.w. dat er druk op het halster komt te staan. Je loopt verder naar achteren en laat het touw in een boogje hangen. Na 4 of 5 meter is het touw op en sta je met het einde van je touw in je hand. Nu is het de bedoeling dat je heel weinig druk geeft op het touw en geduld hebben. Je paard zal de druk niet aangenaam vinden en naar voren lopen om van de druk af te komen. Laat de druk dan direct helemaal los en beloon je paard uitbundig.
Het kan natuurlijk ook zo zijn dat je paard direct enthousiast naar voren springt en direct in je nek zit. Dit los je op door met je touw, wat verbonden is met het halster, een slangbeweging te maken met je hand die het touw vasthoudt, je paard zal dit niet prettig vinden en stilstaan. Of je draait het uiteinde van het touw een beetje in het rond. Beloon je paard als het stilstaat en begin weer helemaal opnieuw, vanuit rust. Houdt altijd afstand, je paard moet jouw ruimte respecteren en jij de ruimte van je paard.
Oefen dit tot je paard bij wijze van spreken direct met je meeloopt als je het stemcommando ‘stap’ zegt.
Nu is het natuurlijk niet de bedoeling dat je altijd achterstevoren voor je paard uitloopt, maar in het begin het je zo wel goede controle over je paard.
Het stoppen doe je als volgt. Doe een stap naar voren richting je paard, maak een licht ‘knieval’, doe je rechterarm langzaam omhoog en zeg duidelijk ‘hoo’. Als je paard keurig stilstaat beloon je hem met je stem. Als hij niet direct stilstaat, loopt je nog dichter naar je paard en zeg duidelijker ‘hoo’. Beloon hem als hij stilstaat.
Als je paard snapt dat het mee moet lopen, afstand moet houden en stopt wanneer jij dit wilt, kun je naar de looprichting draaien. Let erop dat je wel altijd oogcontact houdt.
Leidpositie 2: naast het hoofd van je paard.
Nu je de 1e leidpositie goed onder de knie hebt en je paard loopt rustig achter je aan, kun je wat meer ‘afzakken’ en naast het hoofd gaan lopen. Het touw blijft altijd in een boogje. Oefen het weglopen en het stilstaan vanuit deze positie.
Als je paard te veel naar voren komt los je dit op door van richting te veranderen. Zo komt er weer meer afstand tussen jou en je paard, zonder dat er druk op het touw komt te staan.
Wat wel belangrijk is dat je zowel links als rechts naast je paard dit oefent. De meesten lopen altijd en alleen links naast het paard. Mijn ervaring is dat je paard het in het begin vreemd vindt als je rechts naast hem loopt (‘wat doe jij daar??’). Des te belangrijker om dit ook goed te oefenen. Als je later verder gaat met grondwerk, zul je zowel links als rechts van je paard werken om scheefheid tegen te gaan.
Leidpositie 3: naast de schouder van je paard.
Deze positie kun je pas innemen als positie 1 en 2 goed tot je paard zijn doorgedrongen. In deze positie moet je paard zelfstandig gaan lopen, immers het is niet meer ‘achter de kudde (jij dus)’ aanhobbelen’. Dit lijkt een hele simpele oefening, maar onderschat het niet, er wordt toch wel wat van je paard verlangd, namelijk het op eigen benen moeten lopen.
Dit kun je gaan uitbreiden door allerlei figuren te gaan lopen, slangenvolte, volte, rechtsomkeert, over balkjes lopen, zig zag langs pionnetjes en noem maar op. Let er op dat je paard altijd met gepaste afstand met je meeloopt, dat het touw altijd in een boogje hangt, dat je paard meeloopt als jij gaat lopen en stopt wanneer jij stopt. En niet te vergeten, oefen dit zowel links als rechts van je paard.
Het is ook heel leuk om deze oefeningen te doen zonder touw.
Als je paard te onrustig is of blijft tijdens de oefeningen heb ik nog een tip waar ik veel profijt van heb. Laat je paard stilstaan en blijf zelf stokstijf stilstaan in de 1e leidpositie, beweeg zelfs geen wimper. Blijf zo10 seconden roerloos stilstaan. Herhaal dit desnoods een aantal keren, tot je de volle aandacht van je paard hebt. Je zult merken dat je paard veel alerter op je wordt en wat je doet.