Dieren EHBO: Vergiftiging
Evenals voedsel, verblijft ook ingeslikt vergif eerst enige tijd in de maag voordat het in de darm komt waar het geresorbeerd wordt. Als het eenmaal vanuit de darm opgenomen is wordt de behandeling veel moeilijker.
Elk jaar worden er duizenden dieren per ongeluk, maar ook wel met opzet vergiftigd. Huisdieren zijn net als kinderen, ze zijn nieuwsgierig en nemen vreemde voorwerpen vaak in de bek en kauwen er op. Als de smaak hen bevalt, eten ze allerlei vreemdsoortige en giftige stoffen op, zoals medicijnen, schoonmaakmiddelen plantensprays, insekticiden, sierplanten, bijzonder voedsel, afval of kadavers van dieren. Daar komt nog bij, dat veel dieren zichzelf schoonlikken en zo de giftige stof van hun vacht en poten oplikken. Het is de taak van de eigenaar er voor te zorgen dat zijn huisdier niet aan dergelijke onnodige gevaren wordt blootgesteld.
Definitie
Een vergif is een stof die bij opname in het lichaam of contact met
de huid, het lichaam schade toebrengt of zelfs de dood ten gevolge
heeft.
Vergiftiging kan op vier manieren plaatsvinden:
- Door inname (via de mond).
- Door inademing (via mond of neus).
- Door resorptie (door de huid).
- Door injectie (direct in de bloedbaan of de weefsels).
Verschijnselen
De verschijnselen die hij vergiftiging optreden kunnen sterk variëren. Omdat een dier zijn ongemak alleen door zijn gedrag kan uiten, kunnen wij slechts door nauwkeurige waarnemingen deze verschijnselen ‘vertalen’.
Bij het volgende kan men aan vergiftiging denken:
- Als een dier kauwt op, of ruikt aan iets wat er verdacht uitziet.
- Omgegooide, geopende of stukgekauwde medicijndoosjes, blikken met chemicaliën, afval, bedorven voedsel.
- Mogelijk giftig materiaal op de vacht, of aan de bek of poten van een dier.
- Als de adem of het lichaam van het dier een abnormale geur verspreidt.
- Brandwonden of pijnlijke plaatsen op de huid of rond de bek.
- Plotseling optredende verschijnselen, zoals braken, diarree, bemoeilijkte ademhaling of buikpijn.
De verschijnselen variëren afhankelijk van de aard van het vergif en van de wijze waarop dit het lichaam is binnengekomen.
- Vergif dat via de mond opgenomen is geeft meestal afwijkingen van het maagdarmkanaal, zoals krampen en buikpijn, gevolgd door braken en diarree. Het dier speekseit, kan slap zijn en langzaam ademen.
- Vergif dat ingeademd is, veroorzaakt vaak hoesten en niezen, kortademigheid en soms een blauwe kleur van de huid rond de bek. Er kan ook een sterk pompende ademhaling ontstaan en in ernstige gevallen kan de ademhaling zelfs stil gaan staan.
- Vergif dat na contact met de huid geresorbeerd is, geeft roodheid, pijn en vaak schilfering van het desbetreffende gebied. In de ogen en op het mondslijmvlies kan ernstige irritatie ontstaan.
- Vergif dat ingespoten is (insektebeet, slangebeet) veroorzaakt pijn en zwelling op de plaats van de huid waar het toegediend werd. Vaak heeft een zo opgenomen vergif een snel optredende algemene invloed op ademhaling, circulatie en zenuwstelsel van het dier.
Eerste hulp bij vergiftiging
Evenals voedsel, verblijft ook ingeslikt vergif eerst enige tijd in de maag voordat het in de darm komt waar het geresorbeerd wordt. Als het eenmaal vanuit de darm opgenomen is wordt de behandeling veel moeilijker.
Grondregels
- Verwijder het ingeslikte vergif voordat het uit de darm in het bloed kan worden opgenomen (laat het dier braken).
- Als het vergif niet verwijderd kan worden, voorkom dan dat het geresorbeerd wordt.
- Tracht het vergif te neutraliseren of de giftige werking zo veel mogelijk te verminderen, als het in maag en darm blijft zitten.
- Geef een specifiek tegengif, dat de invloed van het vergif op het lichaam van het dier opheft.
- Geef zo goed mogelijk een algemene behandeling om de effecten van het opgenomen vergif te bestrijden.
Wijze van handelen
- Verwijderde oorzaak van de vergiftiging, zodat het dier er niet nog meer van kan eten.
- Verdun een ingeslikt zuur, base of olieprodukt (zoals benzine of petroleum) met melk of plantaardige olie maar laat het dier niet braken! Breng de patiënt onmiddellijk naar een dierenarts!
- Laat het dier braken als het niet gaat om een bijtend middel zoals hierboven genoemd is. Men doet dit door iedere 5 of 10 minuten 1 â 2 theelepels waterstofperoxyde in te geven tot het dier braakt.
- Bewaar het braaksel voor onderzoek. Bewaar tevens het etiket of de verpakking van de opgenomen chemische stof of het geneesmiddel. Geef beide aan de dierenarts; dit zal hem helpen bij het vinden van de juiste behandelingswijze.
- Ga snel naar een dierenarts. Als dit niet nodig is en u weet (dankzij het etiket) welk tegengif u moet geven, dien dit dan toe nadat het dier gebraakt heeft.
- Als u het juiste tegengif niet kent, moet u (nadat het braken is opgehouden) het vergif verdunnen door water of melk te geven, liefst gemengd met enkele theelepels norit (bij de drogist te verkrijgen). Er bestaan ook algemeen werkende tegengiften.
- Als de patiënt bewusteloos is mag u hem niets via de bek ingeven. Breng hem dan zo snel mogelijk naar de dierenarts.
- Let op de ademhaling en pas zonodig kunstmatige beademing toe.
- Houd de patiënt warm (wikkel hem in een deken) en leg zijn kop wat lager dan de rest van het lichaam, zodat eventueel vocht uit de bek weg kan lopen en niet ingeademd wordt.
- Als het dier erg opgewonden is of stuiptrekkingen heeft, moet u het niets ingeven, en ook niet laten braken. Wikkel het dier in een deken en ga direct naar de dierenarts.
- Laat iemand alvast de dierenkliniek opbellen om uw komst en de reden daarvoor duidelijk te maken. De volgende details kunnen dan bijvoorbeeld doorgegeven worden: uw naam, om welk soort huisdier het gaat en zijn leeftijd, het soort vergif, de door u waargenomen verschijnselen, welke eerste hulp u reeds geboden hebt en wanneer u bij de kliniek arriveert.