Dieren EHBO: Eerste hulp bij ademhalingsmoeilijkheden

Hoe moet u handelen wanneer uw lievelingshuisdier in ademhalingsmoeilijkheden verkeerd. Snel ingrijpen is gewenst, maar Hoe?

Grondregels

Maak de luchtwegen van neus en mondholte tot aan de longen vrij en zorg dat ze open blijven. Breng de ademhaling op gang of help het dier beter te kunnen ademen, zodat er voldoende lucht in en uit de longen kan stromen. Dit is mogelijk met behulp van kunstmatige
ademhaling.

Wijze van handelen

Opende bek van het dier, pak de tong met een doek vast, zodat hij niet los kan schieten en trek hem goed naar voren.
Houd hem vast en kijk dan of er geen voorwerpen achter in de bek vastzitten. Verwijder deze door ze met een gaasje of doekje weg te vegen of het vreemde voorwerp met uw vingers weg te pakken.

Doe halsband, touw of andere knellende band af.

Als het dier vloeistof in de keelholte heeft, zoals bijvoorbeeld door verdrinking, moet u het dier bij de achterpoten pakken en 15 tot 30 seconden met de kop omlaag houden. Als de patiënt erg groot is, kunt u hem op een hellend oppervlak leggen, waarbij de kop lager ligt dan de borst en de rest van het lichaam. Zo kan eventueel vocht beter uit de longen weglopen.

Begin direct kunstmatige ademhaling toe te passen. Leg het dier op zijn zijde op een stevige ondergrond. Strek kop en hals en trek de tong naar voren. Plaats beide handen op de ribwand, vlak achter het schouderblad. Geef nu met beide handen een flinke duw op de borstwand. Hierdoor drukt u de borstkas van het dier in en verdrijft zo de lucht uit de longen. Laat hierna de ribwand snel weer los. Door de elasticiteit van de borstwand zet deze weer uit, waarbij de longen zich met lucht vullen. Herhaal deze handeling ongeveer 12 maal per minuut. Als de borstholte is aangeprikt of als er een open wond bestaat, waardoor het binnenste van de borstkas in verbinding met de buitenlucht staat, heeft de bovenvermelde methode geen enkel effect. Houd dan de bek van het dier goed gesloten, plaats uw mond stevig tegen de neus van het dier en blaas krachtig in zijn neusgaten. Door de luchtdruk zetten de longen uit, zodat er ‘gaswisseling’ kan plaatsvinden, hetgeen van levensbelang voor het dier is. Blaas gedurende 3 seconden, rust dan 2 seconden uit en herhaal dit steeds. Als er, zoals in het hierboven genoemde geval, een wond bestaat, moet u deze met behulp van zwachtels of schone doeken stevig inpakken zodat hij zo goed mogelijk gesloten wordt. Vervoer de patiënt snel naar een dierenarts of dierenkliniek, terwijl u onderweg doorgaat met de maatregelen om het dier bij te brengen. Borstkasverwondingen zoals hierboven beschreven hebben zonder directe eerste-hulpmaatregelen en deskundige verzorging vrijwel altijd een dodelijke afloop.

Ga door met kunstmatige ademhaling tot de patiënt zelfstandig ademt of tot blijkt dat hij dood is. Vaak moet men dit 30 tot 60 minuten volhouden.

Na de ademstilstand treedt spoedig de hartstilstand in. Het dier heeft een hartstilstand als u de hartslag onderaan de borstwand, vlak achter de elleboog, of de pols niet meer voelt. Als dit het geval is, moet u een of twee keer kort met uw vuist op de borst slaan in het gebied vlak achter de schouder. Hartmassage biedt weinig hoop, tenzij er een team van ervaren eerste-hulpverleners ter plaatse is.

Preventie

Obstructie. Laat uw huisdier alleen spelen met voorwerpen (ballen, botten, speelgoed) die zo groot zijn, dat het dier ze niet kan inslikken en die niet in de keel kunnen blijven steken.

Verstikking. Verwijder altijd het slot van een kapotte ijskast of vrieskist. Wees u er van bewust dat te weinig ventilatie in dozen, vaten, kasten of andere kleine ruimten gevaarlijk kan zijn voor uw huisdier. Doe de schuif van de open haard niet dicht voordat het vuur helemaal uit is. De gassen van een smeulend vuur kunnen giftig zijn. Zodra u een gaslucht of andere vreemde geuren ruikt moet u het gasbedrijf opbellen, deuren en ramen open zetten.

Wurging. Een jachthond kan met zijn halsband achter een tak blijven hangen en door zijn geworstel om los te komen stikken. Doe hem een halsband om die elastisch is of die gemakkelijk breekt als er kracht op komt te staan. Bind uw hond nooit vast aan een omheining waar hij overheen kan springen en niet te dicht bij een trap of hoge bank. Als hij over de omheining springt, of van de trap of bank valt kan het dier zich ophangen.

Verdrinking. Honden en katten kunnen van nature goed zwemmen, ze kunnen zich op korte afstand zeer goed redden. Ze lopen echter het risico om te verdrinken, als ze bijvoorbeeld gedwongen worden een lange afstand zwemmend af te leggen of wanneer ze in een vijver met te steile kanten vallen, zodat ze er niet zelf uit kunnen klimmen. Als u een vijver of zwembad in uw tuin hebt moet u er een ‘nooduitgang’ in aanbrengen (een dier kan geen ladder beklimmen) en uw dier leren deze te gebruiken.

Vergiftiging. Berg medicijnen en giftige stoffen goed op, zodat uw huisdier er niet bij kan komen.