Knotwilgen en veranderend landschap
Wie aan knotwilgen denkt zal zich wellicht meteen een romantisch landschap voor de geest halen. Inderdaad zijn er nog veel plekjes te vinden die daar aan voldoen. Maar het landschap verandert ook sterk en met name het agrarische landschap met lange tijd prachtige gevels van boerderijen met daar omheen aangepaste tuinarchitectuur is zoetjesaan aan het verdwijnen. Karakteristiek in dat landschap was en is in veel gebieden de knotwilg.
Knotwilg boom met typische vorm
Een knotwilg hoort tot een wilgensoort die zich leent om geknot te worden. Het knotten bestaat dan uit het
wegsnoeien van takken en twijgen die in de top van de wilgenstam groeien. Daardoor ontstaat de typische vorm van de knot. Vooral oude knotwilgen hebben vaak mysterieus uitziende modellen. Soms zijn de stammen grillig gespleten en zouden zo dienst kunnen doen als decor voor een sprookje met kabouters. Nog een beetje fantasie en de elfjes vliegen in het rond.
Weer belangstelling voor griendhout
Een variant op de knotwilg is de wilg die al op ongeveer vijfentwintig centimeter boven de grond wordt getopt. Meestal zijn die wilgen in groepen bij elkaar geplant in zogenaamde grienden. Grienden zijn vochtige akkers. Maar het exploiteren van grienden is in de tweede helft van de twintigste eeuw gestopt omdat er geen vraag meer was naar griendhout. Vanwege de mogelijkheid om griendhout te gebruiken als biobrandstof is er weer belangstelling voor griendhout en is de
teelt van dit soort bomen weer toegenomen.
Twijgen niet meer nodig voor mandenmakerij
Een knotwilg is eigenlijk niet puur natuurlijk. De knot ontstaat immers pas als mensen zich met de wilg bemoeien en hem met snoeigereedschap bewerken. Maar dat snoeien gebeurt niet alleen om esthetische redenen. De gesnoeide twijgen lenen zich namelijk prima om gebruikt te worden in de
mandenmakerij. Weliswaar is manden maken een uitstervend beroep omdat veel producten die handmatig door een vakman als een mandenmaker werden gemaakt nu machinaal worden geproduceerd van kunststofmaterialen.
Dikke twijgen voor andere doeleinden
Soms worden de twijgen pas na een jaar of vijf gesnoeid waardoor ze dikker en steviger zijn en voor andere bepaalde
doeleinden geschikt zijn zoals bijvoorbeeld voor de stelen van gereedschappen. Dunne twijgen kunnen makkelijk met een snoeischaar worden weggeknipt. Voor dikkere moet een zwaardere takkenschaar of snoeizaag worden gebruikt. Dikke takken kunnen bij verkeerd snoeien makkelijk scheuren. Dit kan voorkomen worden door de tak eerst op een afstand van de stam af te knippen of te zagen en daarna pas het stompje.
Knotwilgen raken uit de gratie bij veranderend landschap
Sinds het
ontstaan van de landbouw is er veel veranderd. In de tegenwoordige tijd zijn agrariërs genoodzaakt efficiëntie en productie als uitgangspunt te nemen. Dat levert ook verandering van het landschap op. Terwijl vroeger
architecten zich konden uitleven op mooie boerderijen moeten zij tegenwoordig bouwwerken ontwikkelen die snel en zo goedkoop mogelijk kunnen worden neergezet. Helaas zijn de ooit zo beroemde langgevelboerderijen veelal verdwenen na achterstallig onderhoud of worden nu voor een groot deel aan het zicht onttrokken door langgevelbouwwerken die meer op fabriekshallen lijken. Wie daar vooral debet aan is laat zich raden. Immers, wij willen als consumenten niet teveel betalen voor een lekker stuk vlees. Productie is daarom het sleutelwoord van de moderne agrariër. Niet één langgevelschuur, niet twee maar liefst drie stuks en dan van tientallen meters lang.
Bedrijfsvoering afhankelijk van consument
Helaas is er ook geen tijd, geld en ruimte voor aangepaste landschapsarchitectuur en blijft er vrij zicht op soms kolossale silo’s waarbij een stuk of vijf exemplaren per vestiging geen uitzondering zijn. Maar nogmaals, het is de consument die boeren tot dit soort bedrijfsvoering dwingt en het zal dus ook van de consument afhangen of dit jarenlang door blijft gaan.