Kikkers, het zijn veelzijdige amfibieën
Alhoewel kikkers niet de meest populaire diertjes zijn onder de mensen, behalve dan misschien Kermit de Kikker, zijn het wel interessante dieren. Vooral als je kijkt naar de lichaamsbouw, het feit dat er veel verschillende soorten en maten van kikkers zijn en ook hoe ze al een complete metamorfose doormaken nog voordat ze volwassen zijn.
Algemeen
Latijnse naam:
Anura
Soort:
Amfibieën
Type:
Vleeseters, behalve de boomkikker die planten eet
Waar komen ze voor:
Kikkers komen vrijwel overal op de wereld voor in verschillende omgevingen.
Kikker of pad?
Van de 6400 soorten amfibieen behoort ruim 88% tot de kikkers. We leren van kleins af aan onderscheid te maken tussen kikkers en padden. Het verschil tussen een kikker en een pad is hierbij in het algemeen dat kikkers een gladde huid hebben met een slijmlaag en dat padden juist een droge en ruwe huid hebben met wrat-achtige bobbels. Toch zijn er in de loop van de jaren veel soorten ontdekt die de eigenschappen van zowel een kikker en een pad hebben, zoals een ruwe huid met een slijmlaag of een droge huid maar dan zonder wratten, enzovoorts. Er werden in de loop der tijd zoveel soorten ontdekt met gecombineerde eigenschappen, dat er wetenschappelijk gezien geen specifiek onderscheid meer wordt gemaakt tussen een kikker en een pad, maar dat alle soorten nu tot de kikkers worden beschouwd.
Voeding
De meeste kikkers, wanneer ze volwassen zijn, eten insecten of vlees. Hierbij gebruiken ze hun lange kleverige tong om ze te vangen. Er zijn ook grotere kikker-soorten die muizen, ratten of zelfs kleine kikkers vangen. Dit doen ze niet met hun tong maar slokken hun prooi op met hun bek. Door de kleine tandjes in de bovenkaak kunnen ze hun prooi vasthouden. De boomkikker is de enige soort die hoofdzakelijk plantaardig materiaal eet. De larven van kikkers eten algen en sommige soorten eten zelfs de andere larven op (vandaar dat ze met zovelen zijn)! Kikkervisjes eten vlees, maar in de vorm van luizen en mijten.
Kenmerken van het lichaam
Alle kikkers, ongeacht de soort, hebben een afgeplat, peervormig lichaam en uitpuilende ogen. De achterpoten van een kikker zijn lang en sterk. Met deze bouw is de kikker van oorsprong een goede springer en bij de meeste soorten daarmee ook een goede zwemmer. Behalve bovenstaande kenmerken zijn er verder juist veel verschillen per soort. Er zijn veel verschillen in lengte, waarbij de kleinste soort ongeveer 1 centimeter lang is en de grootste soort wel enkele tientallen centimeters. Ook hebben kikkers per soort verschillende kleuren. Ze kunnen camouflage kleuren hebben (bruin/groen) of zelfs zeer felle kleuren zoals blauw of rood. De camouflage kleuren geven kikkers de kans om zich te verbergen voor vijanden en de felle kleuren dienen om aan de andere dieren aan te geven dat ze oneetbaar en zelfs giftig zijn. De uitpuilende ogen van een kikker kunnen ook verschillende kleuren hebben, zoals: bruin, groen, geel of zelfs rood. Kikkers hebben een slecht gezichtsvermogen omdat ze met hun ogen bijvoorbeeld niet kunnen focussen. Ook kunnen ze alleen maar bewegende objecten waarnemen, dit vanwege een signaalverwerking in de hersenen. De huid van een kikker is speciaal, deze wordt namelijk gebruikt voor de ademhaling. Ook is de huid waterdoorlatend en erg dun. De speciale huid vervelt een aantal keren om in ruil hiervoor een nieuwe huid te krijgen.
Voortplanting en metamorfose
De meeste kikkersoorten planten zich voor in het water. Het mannetje bevrucht de eitjes terwijl het vrouwtje ze legt. Het vrouwtje kan ook met meerdere mannetjes paren. Na de paring legt het vrouwtje wel 4000 eitjes. Deze komen echter niet allemaal uit omdat ze kunnen afsterven, niet bevrucht zijn of zijn verorberd door natuurlijke vijanden. Na 10 dagen komt er een dikkopje uit het eitje. Een dikkopje heeft uitwendige kieuwen en ze zijn in dit stadium planteneters. Zes tot negen weken later wordt het dikkopje een kikkervisje genoemd, omdat het in deze tijd achterpoten heeft ontwikkeld en zich voortbeweegt met een staart. Een paar weken later is de staart verdwenen, zijn er voorpootjes en uitpuilende ogen ontwikkeld en ademt het kleine kikkertje via zijn longen. Nu is het kikkertje klaar om het land op te gaan en verder te groeien tot een volwassen kikker.