De wolfspin: een kleine jager in de tuin
De Wolfspin is een klein bruin spinnetje die bij warm zomers weer in de tuin goed waar te nemen is. Hoewel dit niet opvalt als je in de tuin zit rennen de kleine jagers in grote aantallen over de grond. Ze maken geen web om hun prooi te vangen, maar rennen er achter aan. Bijzonder is dat deze spinnen bij elkaar blijven zoals wolven dat doen en dat de vrouwtjes buitengewoon goede moeders zijn. Tijdens de paring is de kans groot dat het mannetje wordt opgegeten door het vrouwtje.
De Wolfspin
De Wolfspin is een spin de behoort tot de familie
Lycosidae. Het zijn kleine spinnetjes die meestal bruin- of bontgekleurd zijn. Op de spinnensoorten uit het geslacht
Sosippus na gebruikt de Wolfspin het spinsel niet voor het maken van een val. Van een aantal soorten is bekend dat ze het spinsel gebruiken als een soort lifeline. Tijdens het lopen wordt er een draad gespind die voorkomt dat de spin in een diepte valt of wegwaait. Mannetjes zullen de lijn van het vrouwtje volgen om te kunnen paren. Sommige soorten wachten in een holletje op hun prooi en andere soorten zijn op zoek naar een prooi. Wolfspinnen zijn met hun goede gezichtsvermogen goede jagers.
Leefgebied
De Wolfspin heeft een ruim leefgebied, ze kunnen op verschillende plaatsen gevonden worden. In West Europ komen ruim 80 verschillende soorten voor, die nauwelijks van elkaar te onderscheiden zijn. Soms zijn ze alleen door middel van een microscoop van elkaar te onderscheiden. Sommige Wolfspinnen kunnen over water heen lopen om kleine insecten en visjes te vangen. De spin kan dan ook echt gaan vissen door een pootje in het water te steken. Op het moment dat een nieuwsgierig visje dichtbij is gekomen zal de spin aanvallen met zijn gevaarlijke kaken.
Van de Wolfspinnensoorten die er zijn, zijn er ruim tachtig verschillende soorten in Europa. Deze soorten zijn allemaal donkere spinnen (hoofdzakelijk bruin) en leven op de grond of in lage vegetatie. Wat dit soort spinnen erg bijzonder maakt is dat ze vaak in grote aantallen bij elkaar leven. Normaal gesproken willen de meeste soorten spinnen niets van hun soortgenoten weten.
Uiterlijk
De spin is meestal bruin van kleur. Het feit dat ze vaak in grote aantallen bij elkaar zijn en rondrennen heeft ze de naam "Wolfspin" gegeven. Hoewel er in Europa vele soorten voorkomen, zijn ze vaak nauwelijks uit elkaar te houden. Het kop-borststuk, ook wel
cephalothorax genaamd is langwerpig van vorm, vaak hoog en smaller aan de voorzijde. De spin beschikt over vier paar ogen. Aan de onderkant van de kop zitten vier kleinere ogen. Direct daarboven zitten twee grote ogen en nog iets verder boven op de kop zitten nog twee kleinere ogen waarmee de spin omhoog kan kijken. Met deze oogindeling kan de spin alle kanten opkijken en kan het diertje insecten op 10 centimeter afstand waarnemen. De kaken en poten zijn fors. Hiermee kan de spin de prooi goed en agressief aanvallen en vervolgens goed vermalen met deze sterke kaken.
Voortplaning
Paring
De paring bij deze spinnen is bijzonder. Het mannetje neemt voor het vrouwtje een soort van geschenk mee in de vorm van voedsel. Zodra het vrouwtje dit gaat opeten, probeert het mannetje met haar te paren. Mocht dit niet lukken zal het vrouwtje het mannetje ook opeten.
Geboorte
Vrouwtjes zijn goede moeders en dragen hun bevruchte eitjes in een eicocon. Dit bestaat uit een ronde zak gemaakt van draadjes waar de eitjes in zitten. Deze cocon zal ze verdedigen met haar leven. Als deze cocon wordt afgenomen accepteert ze alles wat als vervanging kan dienen. Dit kan een propje papier of zoiets dergelijks zijn. De moeder draagt deze cocon meestal met zich mee op haar achterlijf en blijft er net zo lang mee rondlopen totdat de jongen uit het ei komen. Meestal komen de eitjes na zo’n twee weken uit. De moeder bijt de cocon kapot zodat de jongen eruit kunnen komen. Als de eitjes zijn uitgekomen klimmen de jonge spinnetjes op de rug van hun moeder die de jongen voor een geruime tijd met zich mee zal dragen. Ze blijven op de rug van de moeder zitten tot de eerste vervelling. Alle tijd dat de jongen doorbrengen op de rug van de moeder eten ze niets. Ze hebben al voldoende voedsel opgeslagen in hun lijf om dit te kunnen overleven.
Goede jagers
Deze kleine spinnen maken geen web om hun prooi te vangen, maar jagen al rennend achter de prooi aan. Sommige soorten graven holletjes die ze bedekken met spinsel en wachten in het holletje totdat de prooi langsloopt om hem daarna aan te vallen. Als je op een warme dag goed kijkt buiten kun je grote aantallen Wolfspinnen zien rennen over de grond.