Alles over spinnen
Spinnen: kleine dieren die tot de geleedpotigen horen. Hoe bouwt een spin zijn web, waarvan wordt een web gebouwd, welke webben zijn er en waarom kleeft een spin niet aan zijn eigen web vast? Spinnen stellen de mens nog steeds tot een groot raadsel, want ze maken een materiaal dat sterker is dan staal.
Wat is een spin?
Een spin is een klein diertje dat behoort tot de geleedpotigen. Sommigen menen dat een spin een insect is, en hoewel een spin er wel op lijkt, behoort het daar niet toe. Een insect heeft zes poten en een lijf dat uit drie delen bestaat. Een spin heeft acht poten en een lijf dat uit twee delen bestaat. Op deze manier is het makkelijk om insecten en spinnen uit elkaar te houden en te herkennen.
Een vliegende spin
Een spin heeft geen vleugels en kan niet vliegen. Toch zien mensen vaak een spin door de lucht zweven. Dit doet de spin door het weven van een draad. Deze draad is zo licht, dat de lucht hem meeneemt. Een spin reist op deze draad mee door de lucht. De spin is afhankelijk van de luchtstroming en kan niet zelf bepalen waar hij terecht komt. Dit in tegenstelling tot gevleugelde insecten, die gericht een richting op kunnen vliegen. Een spin die uit een boom valt of van een dak van een woning, zal razendsnel een draad weven (spinnen), waardoor de val wordt gebroken.
Een eigen web bouwen of verhuizen?
De meeste spinnensoorten bouwen hun eigen web. Dit web kan verschillende vormen hebben en is geheel afhankelijk van de soort spin. Zo zijn er de bekende wielwebben die je vaak langs bomen en hagen ziet. Maar ook trechterwebben en warrelwebben komen voor. Matwebben zien we vooral in woningen en schuren. Meestal zit aan een matweb een trechterweb verbonden: hierin schuilt de spin. Een kaardeweb lijkt op een slordig wielweb. Veel mensen menen dat ze te doen hebben met een oud web en ruimen het op. Een kaardeweb wordt vaak in de tuin, dicht bij de grond gezien. Sommige spinnen nemen een oud web van een ander spin over. De kruisspin staat hier bekend om.
Zwaan kleef aan
Een spin vangt insecten doordat zij een kleverig web maakt: insecten blijven hier makkelijk in vast plakken. Op deze manier krijgt de spin de kans op het insect toe te snellen en hem te verlammen of in te draaien. Waarom een spin niet zelf aan zijn eigen web blijft kleven, komt doordat niet alle draden kleverig zijn. Alleen de spiraaldraden kleven. De spaken zoals we die in een wielweb tegenkomen, kleven niet. De spin loopt alleen over de niet klevende draden.
Hoe bouwt een spin haar web?
Bij het meest voorkomende web; het wielweb, schiet de spin een kleverige draad af en laat deze meevoeren door de wind. De draad zal al snel iets raken: een muur of tak. Van daaruit zal de spin het web gaan bouwen. Eerst maakt de spin de grove constructie en de steundraden: de omtrek en de zogenaamde spaken van het web. Vervolgens wordt het web voorzien van de spiraaldraden. De spin maakt een web met behulp van spinrag: een kleverige vloeistof die uit de spintepels komt. Deze spintepels bevinden zich aan de achterzijde van de spin.
De vloeistof wordt hard wanneer deze in aanraking komt met zuurstof. De spin trekt de vloeistof tot draden. De draden bevatten druppeltjes van een pakkende substantie. Spinrag is sterker dan staal en hiermee een van de sterkste materialen. De spin kan de eigenschappen van het spinrag veranderen door gebruik te maken van verschillende zijdeklieren.
Reactie
Sonja Beetsma, 18-10-2012
Ik zou wel eens willen weten hoe groot een huisspin (je weet wel, die hele grote enge zwarte, die geen web maken) kan worden.
ik ben op een boerderij opgegroeid, en als volwassene heb ik ook veel buiten gewoond. Ik heb echt hele fikse huisspinnen gezien, maar die van gister was echt beestachtig groot. Ik zweer het: zeker 10 cm doorsnee. Alleen de voorpoten waren al zo'n 4 cm lang. Ik had het gevoel tegen een vogelspin aan te kijken, qua formaat dan.
Ik ben benieuwd of dit uitzonderlijk was, en of deze misschien uitzonderlijk oud moet zijn geweest.
Reactie infoteur, 23-10-2012
Een grote spin hoeft geen oude spin te zijn. Er zijn zeer veel spinnensoorten. De ene spinnensoort wordt groot, de ander blijft kleine. Vergelijk het met hondenrassen: een kleine yorkshire zal op oude leeftijd echt niet uitgroeien tot het formaat van een duitse herder.