De familie der kameelachtigen
De familie van de kameelachtigen (camelidae) is met een tweetal kamelen en een viertal lamasoorten geen grote familie. Deze familie behoort tot de eeltpotigen (Tylopoda).
De leden der familie
Tot deze familie behoren achtereenvolgens:
De kameel
Dit dier mag toch wel het bekendste lid uit de familie Camelidae heten. Het is bekend dat deze zeer schuwe kameel dagenlang zonder water kan. Maar als de kameel dan ook eens water ter beschikking heeft, drinkt hij in tien minuten ruim honderd liter van dit verkoelende vocht. De kameel is met zijn twee bulten een van de meest geschikte lastdieren in de woestijn. Om deze reden zijn er ook nog maar weinig in het wild levende kamelen te vinden.
De dromedaris
De dromedaris is de 1-bultige versie van de eerder beschreven tweebultige kameel. De dromedaris is door zijn groote en vermogen het langer uit te houden in droge gebeiden, zeer geschikt als vervoermiddel in de woestijn. Hieraan heeft dit dier ook zijn bijnaam
'schip der woestijn' te danken. De dromedaris, die in een zeer nauw verwantschap aan de kameel verbonden is, wordt tegenwoordig alleen nog in gedomesticeerde (= tam gemaakte) vorm aangetroffen. Een dromedaris is gemakkelijk met een kameel te kruisen, zo'n kruising wordt dan een
hybride kameel genoemd.
De Alpaca
De alpaca wordt in de hoge Andes als huisdier gehouden, dit gebeurt vooral om het gebruik van zijn wol dat door eeenn kruising van dit dier met de vicuña nog waardevoller is geworden. De alpaca gedijt het beste op 4400 tot 5300 meter in de hoogvlakten van de Andes waar een geringe luchtvochtigheidsgraad heerst. Temeer geeft de Alpaca voorkeur aan sappig gras en genoeg poelen waarin hij zich kan wentelen. Alpaca worden het meest in de kleuren roodbruin, wit en zwart waargenomen - bontgekleurde exemplaren zijn zeer zeldzaam. Over het algemeen worden deze alpaca's door de Inca-indianen gehouden, hoewel er ook fokkerijen van bestaan.
De lama
Dit dier mag toch wel de bekendste van de lama-soorten geheten worden. De lama word ook wel
schaapkameel genoemd. Evenals de dromedaris is dit dier gedomesticeerd. Omdit dit dier in nauw verwantschap staat met de overige lamasoorten, is hij ook gemakkelijk te kruisen. De hybriden die hieruit ontstaan zijn vruchtbaar en de lama valt zelfs te kruisen met de kameel. Deze kruising word
cama genoemd.
De vicuña
De vicuña is de kleinste, behendigstre maar ook sierlijkste van de lamasoorten. Diet dier is een typische bewoner van de hoogvlakte waar hij, dankzij zijn grote hart dat het bloed sneller laat circuleren, zonder ademnood te krijgen kan overleven. Iets moois bij dit dier is ook dat hij extra veel zuurstof in zijn bloed opneemt en dat zijn rode bloedlichaampjes het 2,5 keer zo llang uithouden. Vroeger werden deze zoogdieren door de herders in het gebergte bijeengedreven, geschoren en weer vrijgelaten. Zijn wol is dan ook op de natuurzijde na de kostbaarste.
De guanaco
De guanaco - een typisch dier van de Zuid-Amerikaanse hoogvlakten is de grrootste van de twee wilde lamasoorten. De wol van de guanaco is grover dan die van de vicuña. De vacht van de guanaco bestaat dan ook uit twee lagen: een ruwe bovenlaag en een zachte onderlaag. Het lijf van de guanaco is aan de rugzijde rossig bruin en aan de buikzijde wit.De kop is grijs van kleur met vuilwitte wangen, oren en lippen. De bruine ogen zijn opvallend groot.